DiversityMigration

Nieuwe moslims

By Friday 12 March 2004 No Comments

Eutopia voorjaar 2004

Nieuwe moslims

Door: Marja Vuijsje

Mijn Marokkaanse ex deed indertijd zijn uiterste best mij ertoe te verleiden ook moslim worden. Eigenlijk was het hem er vooral om te doen zijn moeder gerust te stellen. De bittere pil die ze moest slikken toen ze hoorde dat haar zoon serieuze plannen had met een inheemse Nederlandse zou volgens hem getransformeerd worden in een aanvaardbaar snoepje als ik bereid was de Islamitische geloofsgetuigenis af te leggen.

Aanvankelijk kwam hij voortdurend met het argument dat het eigenlijk een fluitje van een cent was dat moslim worden. Je hoefde alleen maar ten overstaan van een imam en een getuige te zeggen dat er geen god is naast Allah en dat Mohammed zijn profeet is. Had je die formule eenmaal uitgesproken dan hoorde je erbij en hoefde je er in principe niets meer aan te doen, want elke moslim is individueel verantwoordelijk voor de mate waarin hij of zij zich inspant om Allah te dienen. Aangezien ik voor een links-feministische atheïste behoorlijk tolerant was ten opzichte van allerlei godsdiensten kon hij niet begrijpen waarom ik zo afwijzend reageerde op zijn hartenwens mij pro forma te bekeren tot de religie van zijn ouders.

Toen ik volhield dat ik het hypocriet zou vinden als ongelovige die stap te zetten enkel en alleen om het zijn moeder naar de zin te maken, begon hij uit een ander vaatje te tappen. Instappen in de wereld van De Islam was volgens hem dé manier om mij te verbinden met de verdrukten van deze wereld. De moslimgemeenschap, vond hij, kon ik nog het beste vergelijken met een internationaal georiënteerde bevrijdingsbeweging die voorop liep in de strijd tegen het racisme. Dat was al zo sinds Mohammed zelf had gezegd dat het not done was om slaven te houden.

En dat was ook nu nog zo. Niet voor niets waren er zoveel rootsbewuste zwarte Amerikanen die het met het kolonialisme verbonden christendom verruilden voor de Islam. Niet voor niets was er ook onder creoolse Surinamers een tendens waarneembaar zich te laten inspireren door bekende black muslims zoals Malcom X. Niet voor niets waren het volgens mijn ex vooral in het progressieve gelijkheidsdenken gepokte en gemazelde Nederlandse vrouwen die een spirituele zoektocht afrondden met een ‘thuiskomst’ in de moskee. Helemaal zeker wist hij het natuurlijk niet, maar hij voelde aan zijn water dat De Islam nog eens zou uitgroeien tot een wereldwijde protestbeweging. Moslim worden, meende hij, zou naadloos aansluiten bij mijn intrinsieke afkeer van elke vorm van racisme. Dus?

Het gesteggel met mijn ex speelde zich af in een tijd dat er in de westerse wereld nog vrijwel niemand wakker lag van De Islam. Dat we een paar decennia later zouden leven in een klimaat waarin alleen al het woord moslim bij menigeen beelden zou oproepen van door antiwesterse sentimenten beheerste terroristen, fanatieke jodenhaters en achterlijke vrouwenonderdrukkers hadden we nog niet kunnen voorspellen. Die dinsdag 11 september 2001 die de wereld op zijn kop zou zetten lag nog ver voor ons. Wie zich radicaal wilde verbinden met de verdrukten der aarde werd geen moslim maar communist, anarchist of feminist. Wat godsdienst betreft waren de geradicaliseerde jongeren die destijds van zich lieten horen nog ouderwets in de ban van wat Marx daarover had gezegd. Religie was de opium van het volk.
Ook de Chileen die ik ontmoette tijdens een gezelligheidsavond voor Nederlandse Latijns-Amerikanen was lange tijd van mening dat godsdienst slechts een vorm van doping was; zo niet uitgevonden dan toch in de praktijk gebracht om de gewone mensen eronder te houden. Hij was opgegroeid in een gezin van Pinkstergemeenteachtige evangelisten, brak in de jaren zestig met het oude milieu, sloot zich in de jaren zeventig aan bij het gewapende anarcho-syndicalistische verzet tegen de dictatuur van generaal Pinochet en kwam uiteindelijk als politieke vluchteling in Nederland terecht. In Amsterdam werd hij opgenomen in een omgeving van andere Latijns-Amerikaanse vluchtelingen en linkse Nederlanders. Een warm nest dat uiteen viel toen De Muur viel, de dictaturen van Chili en Argentinië plaatsmaakten voor gekozen regeringen en de linkse activisten zich meer en meer terugtrokken in hun privé-leven.

Op 11 september 2001 heeft hij zich nog even heel erg kwaad gemaakt omdat de moslimterroristen hun aanslagen uitgerekend ten uitvoer brachten op dezelfde dag als generaal Pinochet in 1973 zijn coup pleegde tegen de socialistische regering van president Allende. Zoals ze in Chileense kringen wel zeggen: die moslims hebben ons onze elfde september afgenomen. Toch begon er rond die 11e september in 2001 iets bij hem te dagen. Aanvankelijk was het slechts ‘een gevoel’. Een gevoel dat hem vertelde dat hij opnieuw een drastische keuze moest maken. Een gevoel dat hem ging beheersen toen de Amerikanen hun precisiebombardementen uitvoerden op Afghanistan. Een gevoel dat vleugels kreeg toen hij op tv zag hoe duizenden moslims zich voor hun hadj verzamelden rond de heilige plaatsen van Mekka. Op dat moment viel het kwartje. Bij die mensen wilde hij horen.

Korte tijd later toog hij naar een moskee om de shahadah, de Islamitische geloofsgetuigenis af te leggen.
Van een aantal imams hoor ik dat de Chileen niet de enige was die er ineens de charme van inzag zich tot de Islam te bekeren. Hoewel de media-aandacht voor moslims in de westerse wereld voor het overgrote deel niet erg wervend was, verschenen er tussen de berichten over gevaarlijke baardmannen door toch ook verhalen die duidelijk maakten dat het toch eigenlijk wel een fijne godsdienst was die Islam. Een prettig geloof voor mensen die hun spiritualiteit op strikt individuele wijze willen vormgeven, met een aantal stellingnames over goed en kwaad waarop niets valt aan te merken. Hoe dan ook: in menige moskee telt men inmiddels een aantal nieuwe moslims voor wie De Islam juist na 9/11 aantrekkelijk werd. Onder hen  vooral veel inheems-Nederlandse partners van geboren moslims die het geloof van hun geliefden omarmden, maar ook ‘allochtonen’ die zich meer dan voorheen gingen identificeren met The Nation of Islam.
Dat laatste gold in zekere zin ook voor de bekeerde Chileen. Als ik hem vraag preciezer uit te leggen wat zijn motieven waren, gaat hij er eens goed voor zitten. ‘Het klinkt misschien een beetje hoogdravend,’ zegt hij. ‘Maar ik heb toen echt het licht gezien,’ zei hij. ‘Ineens wist ik dat ik Allah nodig had op mijn verdere levenspad.’ Zijn nooit helemaal gedoofde verlangen naar een zekere vorm van spiritualiteit had hij verbonden met de wens zich aan te sluiten bij diegenen die zich in het huidige tijdsgewricht nog het krachtigste verzetten tegen Amerika, het land dat indertijd de kwade genius was achter de Chileense dictatuur en dat nu huis houdt in een aantal Islamitische landen. Met de terreurgroepen, zo benadrukte hij, wilde hij vanzelfsprekend niets te maken hebben, maar als nieuwe moslim voelde hij zich wel één met geloofsgenoten die in hun eigen land worden onderdrukt of met pek en veren overladen in de westerse landen waar ze zich hebben gevestigd. Hij voelde het niet alleen aan zijn water, maar wist het zeker:

De Islam is aan het uitgroeien tot een wereldwijde protestbeweging die zich laat inspireren door de nobele gelijkheidsidealen van de profeet Mohammed. Dat er onder moslims ook types rondlopen die de woorden van de profeet verkeerd interpreteren om bijvoorbeeld vrouwen ervan te weerhouden zelfstandig door het leven te gaan, wist hij ook wel. Samen met andere ‘goede moslims en moslima’s’ zou hij ervoor zorgen dat een dergelijke seksistische interpretatie van de koran tot het verleden zou gaan behoren. Net zoals hij vroeger volgens eigen zeggen in het geweer is gekomen tegen het Latijns-Amerikaanse machismo zou hij als moslim iedereen de oren de wassen die Mohammeds boodschap misbruikte om welke vorm van ongelijkheid dan ook te rechtvaardigen. De schat.
Nadat hij jarenlang zijn linkse wonden heeft gelikt en hij met lede ogen moest aanzien hoe voormalige radikalinski’s hun idealen een voor een aan de kapstok hingen, is hij als nieuwe moslim weer helemaal opgeleefd. Vooral het contact met zwarte jongeren die hun engagement handen en voeten geven met een gang naar de moskee heeft hem nieuwe hoop gegeven. Voor het eerst van zijn leven heeft hij het gevoel daadwerkelijk aangesloten te zijn bij een grote revolutionaire beweging met vertakkingen over de hele wereld. Ben benieuwd hoelang het ditmaal zal duren voordat hij erachter komt dat hij opnieuw op het verkeerde paard heeft gewed. Per slot van rekening heb je er veel fantasie voor nodig om vol te houden dat De Islam de trekken vertoont van een heuse bevrijdingsbeweging. Zelfs de antiracistische retoriek van de black muslims klinkt ongeloofwaardig in het licht van de denkbeelden die je in die kring nog wel eens tegenkomt over joden en over vrouwen.
De door de Chileen gekoesterde hedendaagse jongeren die hun gelijkheidsidealen vormgeven door zich te identificeren met de politieke Islam hebben in mijn ogen iets treurigs. Al is het een op zichzelf begrijpelijke vorm van recalcitrantie. Ongeveer net zo begrijpelijk als de naar vrijheid snakkende jongens en meisjes die ten tijde van De Koude Oorlog opgroeiden en hun bozigheid over allerlei vormen van onrecht vertaalden in het lidmaatschap van een of andere communistische partij. Nu ons dagelijks wordt aangepraat dat de nieuwe wereldorde wordt beheerst door een tweedeling tussen De Islam en Het Vrije Westen ligt het nogal voor de hand dat een aantal opstandige geesten zich geestdriftig verbindt met de nieuwe underdog.
Ongetwijfeld zal er een volgende generatie opstaan die korte metten maakt met die heilloze verbinding van politieke idealen met trouw aan een godsdienst. Alleen al de geschiedenis van Iran heeft ons opnieuw geleerd dat het een explosief mengsel is waarin prettig-kosmopolitische gelijkheidsdenkers steevast vermalen worden door obscure religieuze leiders die zelfs het woord vrijheid zouden willen verbieden. Mijn hoop heb ik gevestigd op de jongens en meisjes van Teheran die het zat zijn te leven met allerlei ge- en verboden. Wie weet vormen zij de voorhoede van zo’n nieuwe beweging die de religie terugbrengt naar het privé-domein…

Marja Vuijsje

Marja Vuijsje

Zij is freelance journalist. Ze werkte jarenlang als redacteur voor het maandblad Opzij, schreef onder meer voor Vrij Nederland en Het Parool en was redactiechef van het radioprogramma Met het oog op morgen. Haar boek 'Joke Smit, biografie van een feministe' (Uitgeverij Atlas, 2008) werd genomineerd voor de Grote Geschiedenis Prijs 2009 en stond op de Tiplijst van de AKO-Literatuurprijs 2009.c

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.