PoliticsWorld

Fespaco 2003

By Sunday 10 October 2004 No Comments

Film is een visueel medium dat je kunt gebruiken om verhalen te vertellen of om iets te presenteren, bijvoorbeeld in een documentaire. De verhalen die in films verteld worden, zijn niet alleen artistieke producties van hun makers maar vormen ook een afspiegeling van de maatschappij waarin zij leven. Op een Afrikaans filmfestival hoop je daarom niet alleen een artistiek totaalresultaat van Afrikaanse filmmakers te zien, maar ook een beeld van de hedendaagse Afrikaanse maatschappij: Afrika zoals dat door de Afrikanen zelf gezien wordt.

Fespaco 2003
Film is een visueel medium dat je kunt gebruiken om verhalen te vertellen of om iets te presenteren, bijvoorbeeld in een documentaire. De verhalen die in films verteld worden, zijn niet alleen artistieke producties van hun makers maar vormen ook een afspiegeling van de maatschappij waarin zij leven. Op een Afrikaans filmfestival hoop je daarom niet alleen een artistiek totaalresultaat van Afrikaanse filmmakers te zien, maar ook een beeld van de hedendaagse Afrikaanse maatschappij: Afrika zoals dat door de Afrikanen zelf gezien wordt.

Dat was de reden om Afrikaanse films te promoten die door Afrikanen zelf gemaakt waren. Er was een gevoel, net als in de journalistiek, dat films over Afrika altijd gemaakt werden door westerlingen die doorgaans hun Eurocentrische visie op Afrika geven, die niet waar is en ook niet authentiek. Juist daarom spenderen sommige westerse regeringen en de Europese Unie elk jaar miljoenen aan subsidies aan Afrikaanse films die het commercieel niet op eigen kracht zouden redden.

Van 22 februari tot een met 1 maart van dit jaar werd de achttiende Fespaco (het Afrikaanse Film Festival) gehouden in Ouagadougou. Het was een week vol festiviteiten met films gemaakt door Afrikanen en zwarten uit de Diaspora. De meeste films waren afkomstig uit Franstalig Afrika, maar er waren ook films uit Zuid-Afrika, Nigeria, Cuba en de Verenigde Staten. Zo was er een film te zien van Eric La Salle, een van de steracteurs uit de beroemde Amerikaanse ziekenhuisserie ER, en ook een film van John Singleton (Baby Boy), de regisseur van Boys in the Hood. De openingsfilm van het festival was La colère de Dieux van Iddrissa Ouadraogo en de eerste prijs (de Etalon de Yengenna) ging naar de film Heremakono van de briljante Mauritaanse regisseur Abderrahmane Sissako, een rijzende ster.

Wat voor beeld van Afrika en van zwarten in de Diaspora krijgen we van deze films die dit jaar geselecteerd werden voor de Fespaco? Ik heb de meeste films gezien die er dit jaar op de Fespaco te zien waren, maar helaas moet ik concluderen dat de meeste Afrikaanse filmmakers niet in Afrika wonen, hun prioriteiten verkeerd hebben liggen en ook niet de intellectuele capaciteiten hebben om goed te analyseren en kritisch te kijken naar Afrikaanse samenlevingen. Dat is een behoorlijke misser want je hoeft niet zo vreselijk slim te zijn om te zien wat heden ten dage de brandende kwesties zijn in Afrika. Dat zijn het falen van de staat en de democratie in vrijwel ieder Afrikaans land, bloederige conflicten en oorlogen tussen stammen, middelmatige politiek leiderschap dat wel een persoonlijkheidscultus in stand houdt, armoede en onvermogen om met de globalisering om te gaan, de grote uittocht van het meest productieve demografische cohort onder de bevolking, het mislukken van gezondheidszorg en welzijnszorg en de gevolgen van de AIDS-ramp. Hiervan was op de Fespaco weinig tot niets te zien. Hoe valt het te verklaren dat er in vrijwel elke regio in Afrika een oorlog aan de gang is en dat daar niets van te zien is? Hoe bestaat het dat Afrika in het jaarrapport van Amnesty International oververtegenwoordigd is met landen die de mensenrechten schenden en dat daar niets van te zien is op de Fespaco? Hoe kun je je niet verbazen over het feit dat Afrikaanse landen het keer op keer heel slecht doen in het jaarrapport over corrupte landen van Transparency International en dat er niets over corruptie te zien is op de Fespaco?

Maar als de films hier niets van lieten zien, dan is het de vraag wat er dan wel te zien was. Er was een hele reeks films over Afrikanen in Europa, zoals Paris selon Moussa van Cheick Doukoure, Le Fleuve van Mama Keita, Nha Fala van Flora Gomez, Moi et mon Blanc van de sympathieke Pierre Yameago en L’AFRANCE van Alain Gomis. Een algemeen punt van kritiek op deze films is dat ze geen van allen ingingen op wat überhaupt de redenen waren geweest voor die Afrikanen om te emigreren en dat ze zich bedienden van simplistische cliché’s over Afrikaanse mannen die geholpen werden door mooie Europese vrouwen. Onder het applaus van het publiek vraag je je onwillekeurig af hoeveel van de jongemannen in deze bioscoop dit jaar zullen omkomen bij hun poging om de Straat van Gibraltar over te zwemmen om Europa binnen te komen. Waarom is het zo moeilijk voor Afrikaanse filmakers om ze te vertellen dat wat ze hier te wachten staat nog erger is dan hun lege levens in Afrika? Er was ook een reeks films over het pre-koloniale verleden van Afrika, zoals de openingsfilm van Iddrissa Ouadraogo, Le prix de pardon van Mansour Wade, de interessante film Kaballa van de jonge Malinese regisseur Assane Kouyate en Sia, le rêve du python van Dani Kouyate. Deze films wisten de hedendaagse realiteit geheel te ontwijken en vertoonden dus vooral artistiek vluchtgedrag.

Het idee dat Afrikanen hun eigen verhalen moeten kunnen vertellen naar hun eigen visie is natuurlijk prijzenswaardig. Ook het idee dat we tegenwicht moeten bieden aan de negatieve beelden over Afrika door daar positievere beelden tegenover te stellen is prijzenswaardig. Maar het is wel een gevaarlijke trend als filmmakers systematisch de politieke realiteit om zich heen negeren en hun toevlucht nemen tot vergezochte fantasieën. Het feit dat ze zich doorgaans niet maatschappijkritisch opstellen, betekent dat ze in zekere zin de rampzalige politieke structuren, waarvan er zoveel zijn in Afrika, legitimeren en dat is nou net een onderdeel van het probleem in dat werelddeel. Het argument dat ze voor subsidie afhankelijk zijn van Afrikaanse regeringen gaat niet op want de meeste films worden gemaakt met buitenlands geld. Het uit de weg gaan van een belangrijk onderwerp als AIDS is slecht voor het welzijn in Afrika. Als we ons niet kunnen verlaten op onafhankelijke Afrikaanse filmmakers om een authentiek beeld van Afrika te krijgen, waar moeten we dan wel naar toe? Fespaco 2003 roept meer vragen op over dat beeld van Afrika dan het beantwoordt.

Jude Kehla Wirnkar iis socioloog.

Jude Kehla Wirnkar

Jude Kehla Wirnkar

Jude Kehla Wirnkar is sociaal wetenschapper en beleidsadviseur.Jude Kehla Wirnkar is sociaal wetenschapper en beleidsadviseur.Jude Kehla Wirnkar is sociaal wetenschapper en beleidsadviseur.Jude Kehla Wirnkar is sociaal wetenschapper en beleidsadviseur.