WestWorld

De eeuw van het anti-Amerikanisme

By Saturday 22 September 2007 No Comments

Het grote cliché dat in de nasleep van de aanslagen van 11 september werd geboren, was dat ‘de wereld nooit meer hetzelfde zou zijn’.  En zoals zo vaak in de geschiedenis werd dit cliché ook grotendeels bewaarheid. De wereld is inderdaad niet meer hetzelfde – voor Amerika.

De twintigste eeuw wordt ook wel de ‘eeuw van Amerika’ genoemd. Amerika won drie wereldoorlogen – de Koude was de meest recente – en was tegen het einde van die eeuw de enige supermacht ter wereld.
De Amerikaanse dominantie was overal merkbaar: in de militaire macht van Washington, de dynamiek van de Amerikaanse economie, de verspreiding van de Engelse taal, de aantrekkingskracht van Amerikaanse universiteiten en in het feit dat Amerika voor miljoenen mensen de meest geliefde emigratiebestemming was.
Tegenwoordig kan men zich echter afvragen of de eenentwintigste eeuw niet de ‘eeuw van het anti-Amerikanisme’ aan het worden is. Anti-Amerikanisme is op dit moment in de wereld waarin we leven een vaste waarde en komt onder meer tot uiting in zelfmoordaanslagen op Amerikaanse burgers, de dramatische, in de bijna alomtegenwoordige afkeuring van het Amerikaanse beleid, in boycots van Amerikaanse goederen en in verkiezingsoverwinningen die zijn behaald met behulp van anti-Amerikaanse retoriek.

Uit de Pew Global Attitude Survey, het grote opinieonderzoek dat in de zomer van 2007 werd uitgevoerd, blijkt dat de onvrede met het beleid van de Verenigde Staten in veel delen van de wereld nog steeds toeneemt. Deze trend is met name sterk in de West-Europese landen – juist de bondgenoten van Amerika. Veel Europese burgers verzetten zich tegen de manier waarop Amerika zich gedraagt en voelen weerzin tegen de visie van het land op democratie en buitenlandse politiek.

Een rondgang langs de hotspots van het anti-Amerikanisme laat zien dat we niet zozeer te maken hebben met een toename van het anti-Amerikanisme op zichzelf, maar veeleer met een toename van het aantal verschillende soorten anti-Amerikanisme. Het totaalbeeld is overigens allerminst eenduidig. De reden dat de Verenigde Staten in het Midden-Oosten gehaat worden – vanwege de strijd tegen het islamitische terrorisme – is ook de reden dat het land in andere delen van de wereld geliefd is, bijvoorbeeld in India; in de landen van het Midden-Oosten wordt Amerika gezien als anti-islamitische grootmacht en is daarom gehaat, maar in de Balkan ziet men het land juist als pro-islamitisch (=pro-Albanees).

Voor veel analisten was het een verrassende ontdekking dat de toename van het anti-Amerikanisme niet rechtstreeks voortkomt uit datgene waar de VS voor staan.

In veel gevallen heeft anti-Amerikanisme zelfs niet eens direct betrekking op Amerika zelf. Met verbazing las ik onlangs de resultaten van een representatief sociologisch onderzoek over anti-Amerikanisme in de Balkan. Het bevatte een intrigerende bevinding. Pro-Amerikanisme en anti-Amerikanisme onderscheiden zich van elkaar door het volgende: de anti’s zijn ervan overtuigd dat Amerika een overweldigende invloed heeft op de corrupte regimes waar ze onder zuchten, terwijl de pro’s met grote stelligheid menen dat de VS – tot hun spijt – juist géén invloed uitoefenen op hun malafide bestuurders.

Bij nadere bestudering van de onderzoeksresultaten blijkt voorts dat Amerika relatief populairder is in landen waar de officiële propaganda anti-Amerikaans is, dan in landen waar dat niet zo is. Het communistische Vietnam hoort tot de top-5 van landen in de wereld waar de VS het meest geliefd zijn. Op mensen die zich de hausse aan anti-Amerikanisme uit de jaren ’60 en ’70 herinneren die het resultaat was van de oorlog in Vietnam, maakt dit misschien de indruk van een slechte grap, maar sociologische gegevens volgen nu eenmaal niet altijd de regels van de politieke correctheid. Ook de publieke opinie in landen als Iran en Venezuela staat verdacht welwillend tegenover Amerika en het beleid van het land.

De onvermijdelijke vraag is vervolgens: kan de onregelmatige verspreiding van anti-Amerikanisme en pro-Amerikanisme misschien verklaard worden vanuit de houding van de bevolking tegenover hun plaatselijke politieke en economische machthebbers? En vertegenwoordigt de golf van anti-Amerikanisme misschien voornamelijk een wereldwijde opstand tegen de elites die de niet-democratische landen in toenemende mate in hun greep hebben?

In tegenstelling tot de officiële opvattingen binnen de VS, is verspreiding van democratie geen middel tegen de epidemie van het anti-Amerikanisme, want juist de golf van democratisering aan het einde van de twintigste eeuw was er één van de oorzaken van. Het verzet tegen de Verenigde Staten kan niet los worden gezien van het feit dat in de wereld van vandaag, waarin ideologieën overboord zijn gezet, het spook van het populisme rondwaart. Met populisme bedoel ik hier niet enkel een bepaald type politiek gedrag, maar veeleer een opvatting waarin de maatschappij is onderverdeeld in twee elkaar vijandig gezinde groepen: het volk en de elite. Het volk is machteloos en rechtschapen, de elite homogeen en corrupt.

Juist toen democratie het enige politiek correcte stelsel werd, ontdekten de kiezers hoe machteloos ze waren. daartoe aangezet door allerlei samenzweringstheorieën, zien grote groepen mensen Amerika niet zozeer vertegenwoordigd door Washington, maar veeleer door hun eigen regeringen, die Washington steunen en door Washington worden gesteund.

Het is opvallend hoe veel overeenkomsten er zijn tussen de drie grote kernbegrippen van de huidige internationale politiek: anti-corruptie, anti-terrorisme en anti-Amerikanisme. Alle drie deze termen zijn lege hulzen, die gemakkelijk kunnen worden gevuld met vage angsten en cynische, berekende politieke strategieën. Elk van hen vormt een antwoord op de groeiende kloof tussen de elite en het grote publiek, die symptomatisch is voor een politieke wereld waarin voor democratie geen ideologisch alternatief bestaat, maar velen gedesillusioneerd zijn door wat de democratie hun biedt.

Binnen de westerse liberale democratie wordt veel nadruk gelegd op bestrijding van corruptie. Het is een poging om de anti-elitesentimenten te mobiliseren ter ondersteuning van democratie en vrije markt. Washington heeft geprobeerd om verschillende volkeren ervan te overtuigen hun eigen corrupte regeringen hun grootste probleem zijn.

Bij de strijd tegen het terrorisme staat Washington echter wel weer toe dat foute, maar nuttige regimes burgerlijke vrijheden beknotten en hun binnenlandse tegenstanders als terroristisch bestempelen. Dat is hun beloning voor hun steun aan de ‘strijd tegen het terrorisme’.

In het tegenovergestelde geval gebruiken bedreigde plaatselijke elites echter anti-Amerikanisme om in de ogen van hun eigen, gefrustreerde bevolking legitimiteit te verwerven. Ze proberen die ervan te overtuigen dat Amerika de oorzaak is van alles wat er mis is in hun eigen land –en overigens ook in de hele wereld. Daarom moeten we er rekening mee houden dat de eenentwintigste eeuw de ‘eeuw van het anti-Amerikanisme’ zal blijken te zijn.

Ivan Krastev is politicoloog en voorzitter van het Centrum voor Liberale Strategieën in Sofia, Bulgarije. Sinds 2004 staat hij aan het hoofd van de Internationale Balkan Commissie. Hij leidt tevens het Open Century Project van de Central European University in Budapest.

Ivan Krastev

Ivan Krastev

Ivan Krastev is politicoloog en voorzitter van het Centrum voor Liberale Strategieën in Sofia, Bulgarije. Sinds 2004 staat hij aan het hoofd van de Internationale Balkan Commissie. Hij leidt tevens het Open Century Project van de Central European University in Budapest.