DiversityWest

Clash/Crash: Over een politiek van de ontmoeting.

By Friday 11 April 2008 No Comments

De clash is gericht op het vernietigen of toch minstens het verzwakken van de andere. Niet op de ontmoeting, hooguit op de onderhandeling, op het machtsspel, op de kosten- en batenanalyse.
Met één pennetrek legt de ondertitel van de Nederlandse vertaling van Samuel Huntingtons ‘The clash of civilisations and the remaking of world order’ de politieke en maatschappelijke agenda voor de komende decennia vast: ‘Cultuur en conflict in de 21ste eeuw’.
De twee kernwoorden – cultuur en conflict – worden bijna als synoniemen gebruikt. In zijn studie beschrijft Huntington de breuklijnen die de internationale politieke geografie in de toekomst gaan bepalen. Het is de permanente wrijving tussen de culturele tektonische platen die de verschuivingen, verstoringen en veranderingen in de internationale relaties veroorzaken.

Culturen kunnen elkaar dus slechts ontmoeten op de modus van het conflict. Elkaar begrijpen zit er niet in, laat staan begrip hebben voor elkaar. “Beschavingen begrijpen zonder begrepen te worden door anderen”, schreef de Engelse historicus Arnold Toynbee.
Met andere woorden: beschavingen of culturen zijn zelfbedruipende interpretatiemachines. In zichzelf besloten en zelfgenoegzaam. Tekens en betekenisgeving gelden enkel voor de eigen inner circle. Alles wat buiten die cirkel valt, kan en hoeft niet begrepen te worden. “Oh, East is East, and West is West, and never the Twain shall meet”: met die beroemde of beruchte veelgeciteerde regels opent Rudyard Kiplings gedicht ‘The Ballad of East and West’.(1) Er is veel voor te zeggen dat de ‘Twain’ elkaar nooit zullen ontmoeten, tenzij in de gedaantes van angst, vooroordeel, wederzijds wantrouwen, haat en geweld. Dat zijn intussen de basisattitudes van de etiquette van de Nieuwe Wereldorde gewordenl. Er gebeurt weinig om dit tegen te spreken.

Toch mag dat het laatste woord niet zijn. Het is trouwens ook het laatste woord niet. De stelling dat culturen met zichzelf samenvallen als monades (East is East, and West is West) is immers alleen maar het openingsvers van Kiplings gedicht. De daaropvolgende, en helaas veel minder vaak geciteerde, regels luiden:

“But there is neither East nor West, Border,
nor Breed, nor Birth,
When two strong (wo)men stand face to face,
Tho’ they come from the ends of the earth!”

Het kan dus toch, elkaar ontmoeten. Het gaat er om verder te lezen dan de eerste regels, verder dan de headlines, verder dan de mediagefilterde informatie, verder dan de al te makkelijke politieke one-liners, verder dan de voorgekauwde ideologische berichtgeving, verder dan het wantrouwen en de vooroordelen. Maar wat ligt er ‘verder’? Wat gebeurt er daar? Als we Kipling mogen geloven, dan is ‘verder’ de plek van de echte ontmoeting. Het staan van aangezicht tot aangezicht. Geen Oost, geen West, geen grens, geen ras, geen afkomst. Met als enige steun: de eigen sterkte. Die eigenlijk de erkenning van een zwakte is, een afzien van alle identiteitsschilden waarachter we ons zo makkelijk verbergen. Wat blijft er over als alles is afgelegd? De mogelijkheid van de ontmoeting zelf.

De mogelijkheid dat er überhaupt een ontmoeting plaatsvindt. Wat die ontmoeting zal opleveren, is niet op voorhand te zeggen. Anders zou er van een ontmoeting geen sprake zijn. De ontmoeting laat zich niet berekenen of organiseren. Een clash is alleen maar mogelijk tussen twee partijen die zich ingegraven hebben in hun eigen stellingen en hun eigen overtuiging.
De clash is de Kruistocht, de Heilige Oorlog, het Grote Gelijk. De andere is de vijand. De clash is gericht op het vernietigen of toch minstens het verzwakken van de andere. Niet op de ontmoeting, hooguit op de onderhandeling, op het machtsspel, op de kosten- en batenanalyse. Wat is dan het alternatief voor de clash?

Een naiëf begrepen respect en tolerantie voor de andere? Een sentimentele omhelzing van de andere cultuur als ultieme reddingsboei? Ex Oriente Lux ? Eurotaoïsme? Boeddhisme voor managers?
Nee. Het ‘alternatief’ voor de clash is de crash. Ondanks de gelijkluidende klank, valt er in het woord crash heel wat meer te beluisteren dan ‘de botsing van beschavingen’, de ’clash of civilisations’. Ik ontleen het woord aan de gelijknamige film ‘Crash’(2004) van Paul Haggis. De film is een losse aaneenschakeling van toevallige, confronterende, vaak brutale en agressieve ontmoetingen tussen inwoners van LA met verschillende huidskleur, verschillende sociale status en verschillende culturele achtergrond.
Het motto van de film luidt: “Moving at the speed of life, we are bound to collide with each other.” De snelheid van het moderne leven is van die aard dat we niet anders kunnen dan met elkaar in botsing komen. In de metropolen schuren we dagelijks letterlijk langs elkaar heen: in de straten, de shoppingmalls, de metrostations, etc. We kijken elkaar in de ogen (snel, nieuwsgierig, onverschillig, vijandig), we raken elkaar aan (vluchtig, intens, terloops), we ruiken elkaars geuren (bedwelmd, met afschuw, exotisch), we raken met elkaar in gesprek (verplicht, formeel, beleefd, warm),… De multiculturele samenleving ontwikkelt zich daar, in die ontelbare dagelijkse crashes. De clash is het terrein van de grote tegenstellingen, van de oordelen en de vooroordelen, van de onverzoenlijkheden, van de politiek.

De crash is de persoonlijke ontmoeting, de schok, de confrontatie, het trauma, de bewustwording, de andere politiek. De clash is niet gericht op zelfbevraging en dialoog, maar construeert de andere als een vijandbeeld om daar tegenover de eigen identiteit te affirmeren: wij en zij. De crash daarentegen heeft ingrijpende gevolgen voor de identiteit: het is de schok van de ontmoeting met de andere. Zonder een conflictmodel kunnen we niet meer ernstig nadenken over de toekomst van het samenleven. Aan ons de keuze of we het conflict als clash dan wel als crash beleven.

Erwin Jans

(1) Henk Oosterling & Vinod Bhagwandin (red.), Met drie ogen. Interculturele kruisbestuiving tussen filosofie en spiritualiteit, Asoka, 2005

Erwin Jans

Erwin Jans

Erwin Jans is dramaturg aan het Toneelhuis te Antwerpen en doceert aan de KULeuven (culturele studies) en aan de Hogeschool Antwerpen. Van hem verscheen onlangs het boek Interculturele Intoxicaties. Over Kunst, cultuur en verschil. (EPO, 2006).

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.