IslamWorld

Arm Pakistan

By Tuesday 10 June 2008 No Comments

De nalatenschap van Benazir Bhutto belooft weinig goeds, vindt de gerenommeerde Pakistaans-Britse historicus en filosoof Tariq Ali. Volgens hem verdienen zowel Pakistan als Bhutto’s partij beter dan een dynastieke opvolging.

Zes uur voor haar executie stuurde Mary, Queen of Scots, een boodschap naar haar zwager, Hendrik III van Frankrijk: ‘Ik beveel mijn zoon bij je aan voor wat hij waard is, want ik kan niet voor hem instaan.’ Dat was in 1587.

Op 30 december 2007 vond er in het huis van de vermoorde Benazir Bhutto een conclaaf plaats van feodale potentaten. Haar laatste wil werd voorgelezen en daarna geopenbaard aan de internationale media. En terwijl Mary zich zeer voorzichtig had uitgelaten, kende haar moderne equivalent geen twijfels. Zij stond zonder meer in voor haar zoon.

Een driemanschap bestaande uit Bhutto’s echtgenoot Asif Zardari – één van de meest laaghartige en omstreden politici van het land, tegen wie in Europa nog drie aanklachten wegens corruptie lopen – en twee onbeduidende figuren, zal de partij leiden totdat de negentienjarige zoon van Benazir, Wilawal, meerderjarig wordt. Daarna wordt deze ‘voorzitter voor het leven’, een functie die hij te zijner tijd ongetwijfeld zal overdragen op zijn kinderen. Het feit dat het nu officieel geregeld is, maakt het niet minder grotesk.

De PPP – de Pakistani People’s Party of Pakistaanse Volkspartij – wordt behandeld als een erfstuk dat de partijleider naar believen kan doorgeven aan iemand anders, niets meer en niets minder. Arm Pakistan. Arme PPP-aanhangers. Ze verdienen allemaal beter dan deze stuitende, middeleeuwse poppenkast.

Bhutto’s alleenheerschappij

De laatste beslissing van Benazir was, net als haar eerdere besluiten, autocratisch van aard. Tragisch genoeg kostte deze benadering haar uiteindelijk het leven. Als ze het advies van sommige partijleiders had opgevolgd en de deal met Musharraf (die in Washington tot stand was gekomen) had afgewezen, of zelfs maar de daropvolgende presidentsverkiezingen had geboycot, die de generaal had uitgeschreven, dan had ze wellicht nog geleefd. Uit haar laatste bijdrage aan het land zal weinig goeds voortkomen.

Hoe kunnen door het westen gesteunde politici, die ogenschijnlijk de democratie zijn toegedaan en aan de wereld worden gepresenteerd als ‘moderne hervormers’, ooit serieus genomen worden als ze hun eigen partij als een leengoed beschouwen? Hun aanhangers zijn lijfeigenen en hun hovelingen in het buitenland geven niets dan vleiende kwalificaties ten beste over de jonge prins en zijn toekomst.

Dat de inner circle van de PPP grotendeels bestaat uit karakterloze opportunisten, die gebukt gaan onder frustraties en melancholie, is geen excuus. Dit kan veranderen als er – ooit – een vorm van interne democratie zou worden ingevoerd. Er is binnen de partij weliswaar nog een dunne laag onkreukbare politici met principes, maar die zijn op effectieve wijze op een zijspoor gezet. Dynastieke politiek is een teken van zwakte, niet van kracht.

Benazir vergeleek haar familie graag met de Kennedy-clan, maar zag daarbij voor het gemak over het hoofd dat de Democratische Partij, ondanks zijn verslaving aan het grote geld, meer was dan het instrument van één familie.

De dominantie van het leger

In een land dat voor meer dan de helft van zijn bestaan door militairen is geregeerd, is democratisering een enorm belangrijke kwestie. Pakistan is geen ‘mislukte staat’ zoals Congo of Rwanda. Het is een slecht functionerende staat en is dat al bijna vier decennia lang. In diepste wezen komt dit voort uit de dominantie van het leger. En met elke nieuwe periode van militaire overheersing verslechtert die situatie.

Het leger is de reden dat er geen politieke stabilisering plaatsvond en er geen stabiele publieke instellingen konden ontstaan. De Verenigde Staten dragen wat dit betreft een duidelijke verantwoordelijkheid, omdat dit land het leger altijd heeft gezien als de enige organisatie waar men zaken mee kon doen. Helaas is dat nog steeds het geval. Hierdoor is de – het moet gezegd worden – toch al verraderlijke rivier veranderd in een onbeheersbare stroom.

De zwakheden van het leger zijn bekend en uitgebreid gedocumenteerd, maar de politici van het land zijn niet de aangewezen personen om de eerste steen te werpen. Toen hij de rechterlijke macht aanviel verrichtte Musharraf zeker geen pionierswerk. Wat door de Amerikaanse, respectievelijk Britse ministers Negroponte en Miliband gemakshalve over het hoofd werd gezien, was dat de eerste aanval op het hooggerechtshof werd uitgevoerd door de hooligans van Nawaz Sharif. Die pleegden zelfs fysiek geweld tegen rechters, omdat ze kwaad waren over een beslissing die inging tegen de belangen van hun meester, toen deze minister-president was.

De kanker van de corruptie

Of neem de corruptie, die als een kankergezwel het hart van het land aantast. Zijn de generaals en admiraals soms de enigen die profiteren van smeergelden en landonteigeningen? Macht en geld zijn al sinds lang synoniem. Zowel de gebroeders Sharif als wijlen Benazir Bhutto en haar man Asif Zardari – ‘Minister van Investeringen’ – vergaarden tijdens haar ambtsperiode enorme persoonlijke rijkdommen. In het geval van Zardari gaat het om anderhalf miljard dollar.

Sommigen onder ons hadden gehoopt dat na Bhutto’s dood de PPP met een schone lei zou beginnen. Per slot van rekening speelde één van de belangrijkste partijleiders, Aitzaz Ahsan, voorzitter van de Pakistani Supreme Court Bar Association, een heroïsche rol binnen de volksbeweging tegen het ontslag van de opperrechter. Ahsan werd gearresteerd tijdens de noodtoestand en werd veroordeeld tot eenzame opsluiting. Op dit moment heeft hij huisarrest in Lahore.

Als Benazir in staat was geweest om verder te denken dan haar familie en de rest van haar kliek, dan had ze hem in afwachting van interne verkiezingen tot partijvoorzitter benoemd. Maar dat zou te mooi geweest zijn. Het is nu vrijwel zeker dat er – en lang zal dat niet op zich laten wachten –een splitsing in de partij ontstaat. Veel activisten binnen de PPP hadden altijd al een grote afkeer van Zardari en hielden hem indertijd verantwoordelijk voor de politieke val van zijn vrouw. Als de emoties enigszins zijn bedaard, dan zullen veel traditionele PPP-aanhangers zich realiseren hoe krankzinnig de opvolging zich heeft voltrokken. Dat geldt echter natuurlijk niet voor het meest reactionaire segment in de partij: de opportunisten die uit zijn op financieel gewin.

Musharraf heeft nog steeds geen legitimiteit

Dit alles had vermeden kunnen worden, maar de fatale engel die Benazir bij leven leidde had helaas met democratie weinig op. En nu is hij de feitelijke leider van de partij. Ondertussen verkeert het land in crisis. Generaal Musharraf is erin geslaagd zijn politieke huid te redden door de noodtoestand uit te roepen, maar zijn bewind heeft nog steeds geen politieke legitimiteit.

De officiële consensus over de vraag wie Benazir heeft vermoord is duidelijk aan het afbrokkelen, behalve op de BBC-televisie. Het is nu bekend geworden dat Benazir – in navolging van president Karzai van Afghanistan – Amerika had verzocht om een schare particuliere beveiligers, bestaande uit voormalige Amerikaanse commando’s. Dat werd door Pakistan echter verontwaardigd van de hand gewezen omdat het een schending zou betekenen van de soevereiniteit van het land.

Maar nu wijzen Hilary Clinton en senator Joseph Biden (voorzitter van de Commissie Buitenlandse Betrekkingen van de Senaat) inzake de moord op Bhutto met de beschuldigende vinger naar Musharraf en niet naar Al Qaida. Dit is een duidelijke aanwijzing dat belangrijke geledingen van het Amerikaanse establishment er serieus over denken om de generaal te dumpen. Hun probleem is echter, dat na de dood van Benazir generaal Ashraf Kiyani, de legerleider op dit moment, het enige alternatief is.

Nationale eenheid

Nawaz Sharif wordt gezien als het schoothondje van de Saoedi’s en wordt daarom als onbetrouwbaar beschouwd. In het licht van de betrekkingen tussen Amerika en Saoedi-Arabië is dit enigszins verwarrend voor de arme Sharif. Hij zou best naar de pijpen van Washington willen dansen, maar heeft daarbij liever de Saoedische koning als boodschappenjongen dan Musharraf.

Er bestaat geen wondermiddel tegen alle kwalen waar Pakistan aan lijdt, maar voor de huidige crisis is wel een oplossing. Musharraf zou daarbij moeten worden vervangen door een minder omstreden figuur. Een regering van nationale eenheid, met vertegenwoordigingen uit alle partijen, zou de basis moeten leggen voor werkelijk eerlijke verkiezingen binnen zes maanden. De ontslagen rechters van het hooggerechtshof moeten weer worden geïnstalleerd en moeten vervolgens zonder angst of corruptie de moord op Benazir kunnen onderzoeken. Dat zou een begin zijn.

Tariq Ali

Tariq Ali

Tariq Ali

Tariq Ali is a British-Pakistani historian, novelist, filmmaker, political campaigner, and commentator.[1][2] He is a member of the editorial committee of the New Left Review and Sin Permiso, and regularly contributes to The Guardian, CounterPunch, and the London Review of Books.