Middle EastPolitics

Het Amerikaanse Gaza-beleid

By Thursday 12 June 2008 No Comments

Carter doet een oproep aan “passief en onderdanig” Europa om te breken met het Amerikaanse Gaza-beleid.
Groot-Brittannië en andere Europese landen moeten zich losmaken van Amerika voor wat betreft het internationale embargo tegen Gaza. Dat zei Jimmy Carter, de voormalige president van de Verenigde Staten.

Ter gelegenheid van het Guardian Literary Festival bracht Carter een bezoek aan Hay, een stad in Wales, waar hij de EU-positie over het conflict tussen Israël en de Palestijnen omschreef als “passief en onderdanig”.

Het feit dat de EU geen kritiek had geuit op de Israëlische blokkade van Gaza noemde hij “beschamend”. In een interview met The Guardian verwees hij naar de mogelijkheid dat Europa zich zou losmaken van Amerika: “Waarom niet? Europa is geen ondergeschikte van ons. Het verkeert op voet van gelijkheid met de Verenigde Staten.”

De blokkade van Gaza, die werd ingesteld door de VS, de EU, de VN en Rusland (het zogenaamde “Kwartet”) na de verkiezingsoverwinning van Hamas in 2006, noemde hij “één van de grootste misdaden tegen de menselijkheid,” omdat dit embargo had geleid tot “…de gevangenschap van 1,6 miljoen mensen, waaronder een miljoen vluchtelingen. De meeste gezinnen in Gaza hebben slechts één maaltijd per dag. Het is beschamend dat de Europeanen dit accepteren.”

Hij riep de EU op om zijn standpunt te herzien als Hamas instemt met een wapenstilstand in Gaza. “Laat de Europeanen het embargo opheffen en zeggen dat we de rechten van de Palestijnen in Gaza zullen beschermen, en zelfs waarnemers zullen sturen naar de Rafah-muur (de afscheiding met Egypte) om ervoor te zorgen dat de Palestijnen zo’n bestand niet zullen schenden.”

Carter, die 27 jaar geleden het Witte Huis verliet, had onlangs in Damascus een ontmoeting met Hamasleiders. Hij sprak van een doorbraak in de bereidheid van deze organisatie om tot een wapenstilstand in Gaza te komen en een einde te maken aan de Palestijnse raketaanvallen op Israël. Dan zou Israël moeten stoppen met zijn lucht- en grondaanvallen op het gebied.

Carter noemde het verbod op overleg met Hamas dat de westerse regeringen zichzelf hebben opgelegd onrealistisch en zei dat iedereen weet dat Israël onderhandelt met Hamas via Omar Suleiman, een Egyptische bemiddelaar. Vorige week bracht Suleiman het aanbod voor een wapenstilstand over aan Jeruzalem. Carter bevestigde gisteren dat Israël hier nog steeds over aarzelt. “Ik heb de heer Suleiman eergisteren gesproken. Ik hoop dat de Israëli’s het aanbod zullen aanvaarden.”

Hoewel Carter uiterst beleefd was tegenover de vertegenwoordigers van de Fatah-beweging, de president van de Palestijnse Autoriteiten, Mahmoud Abbas en premier Salam Fayyad, oordeelde hij zeer scherp over hun uitsluiting van Hamas. Verder omschreef hij de vorming van een regering die uitsluitend uit Fatah-functionarissen bestaat als een truc om de verkiezingsoverwinning van Hamas twee jaar geleden te omzeilen.

“De belangrijkste opinie-onderzoeker in Ramallah vertelde me gisteren dat de opvattingen van de inwoners van de Westbank aan het verschuiven zijn ten gunste van Hamas, omdat de mensen geloven dat Fatah het volk heeft uitgeleverd aan Israël en de VS.”

Carter zei verder dat het beleid van het Kwartet om niet met Hamas te praten, tenzij de organisatie Israël erkent en nog twee anderen voorwaarden vervult, was geformuleerd door Elliot Abrams, een functionaris van de National Security Council van het Witte Huis. Hij omschreef Abrams als een “zeer militante verdediger van Israël.” Het Carter Centre (een organisatie van de ex-president die verkiezingen beoordeelt) was overigens tot de conclusie gekomen dat de overwinning van Hamas in vrije en eerlijke verkiezingen tot stand was gekomen.

In 2006 sprak Carter 12 minuten op een Londense sessie van het Kwartet en riep hij de organisatie op om met Hamas te gaan praten, dat had aangeboden een regering van nationale eenheid te vormen met de verliezers van de verkiezingen, Fatah. “Het slotdocument van het Kwartet was opgesteld in Washington en daarna is er geen letter meer aan veranderd,” aldus Carter.

In een ander verband had Carter eerder tegen Sky News gezegd dat Hilary Clinton na de laatste ronde van de voorverkiezingen in juni haar pogingen om de Democratische presidentskandidaat te worden, moest staken. Net als veel supergedelegeerden heeft hij nog geen voorkeur uitgesproken voor Clinton of Obama, maar hij stelde dat de uitkomst van de race al vaststond: “Ik denk dat wij supergedelegeerden in meerderheid kort na de laatste voorverkiezing van 3 juni een beslissing zullen nemen. Ik vind dat zij het dan moet opgeven.”

Carter sprak voor een omvangrijk gehoor in Hay zijn “afschuw” uit over de betrokkenheid van Amerika bij het martelen van gevangenen. Hij vond dat de volgende president moest beloven dat zoiets nooit meer zou gebeuren. Hij gaf een intrigerende hint dat George Bush wellicht zelfs een aanklacht wegens oorlogsmisdaden zou krijgen nadat hij zijn ambt had verlaten.

Toen de invloedrijke jurist Philippe Sands hem confronteerde met het feit dat Bush recentelijk had toegegeven dat hij toestemming had gegeven voor ondervragingsmethoden die algemeen worden beschouwd als marteling, antwoordde Carter dat hij er zeker van was dat Bush in staat zou zijn om een vreedzaam “productief leven te leiden – in ons land.”

Sands, een deskundige op het gebied van internationaal recht, zei naderhand dat hij dit een “duidelijke bevestiging” vond dat Bush geen problemen in zijn eigen land zou ondervinden, maar dat dit niets zei over wat er buiten dat land zou gebeuren.”