DiversityMigration

De hysterie in de Nedercult

By Tuesday 20 January 2009 No Comments

Nederland moet in het reine komen met de multiculturele samenleving. Dat kan alleen als we de vicieuze cirkel van de Nedercult doorbreken, meent hoogleraar Electorale politiek Jean Tillie.
Daarvoor moeten we een einde maken aan het huidige collectieve autisme en de grenzen van het democratische debat bewaken.


Wat gebeurt er met mensen als de sociale omgeving waarin ze leven vernietigd wordt? Als alles wat bekend en veilig was er niet meer is? Het overkwam de inwoners van Zuid-Limburg toen de kolenmijnen sloten. De sociale infrastructuur, die grotendeels rond de mijnen was georganiseerd, werd weggevaagd. De werkloosheid nam enorm toe en veel plekken waar men elkaar ontmoette, zoals de gezelligheidsverenigingen die door de mijndirecties waren opgezet, hielden op te bestaan. Het overkwam ook de inwoners van Oost-Berlijn toen na de val van de Muur de sociale infrastructuur van de oude DDR verdween.

Een bekend voorbeeld uit de Nederlandse geschiedenis is de kolonisatie van Nieuw-Guinea. Door de komst van de blanken werden veel oude gemeenschapsverbanden vernietigd.
Duizenden Papoea’s werden gedwongen op de plantages te werken, hadden geen contact meer met hun dorpsgenoten, hun stam en cultuur en leefden in barakken. In de dorpen waar zij vandaan kwamen, ontstond een tekort aan arbeidskrachten, daalde de agrarische productiviteit en ontstond hongersnood. De Nederlandse kolonisatie leidde tot sociale, culturele en economische desintegratie die uitmondde in de ‘Vailala-razernij’.

In zijn studie Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (1961) beschrijft theoloog en godsdienstpsycholoog Fokke Sierksma de gebeurtenissen: ‘Het gehele gebied langs de Koraal-Zee en het daarachter liggende binnenland leken in 1919 één gekkenhuis.
[…] Niemand werkte meer. Zwarte arbeiders wandelden zo maar de kamers van hun meesters binnen en sloegen daar wartaal uit. […] De mannenhuizen, in oude en nieuwe tijd heiligste der heiligen, werden door opgewonden mannen geopend. […]

De mensen bleven bevangen door een geest, die zij zelf niet kenden, maar die hen dwong te breken met het leven dat zij vóór 1919 hadden geleefd. Had de profeet immers niet gezegd, dat een zwarte huid waardeloos was en dat de Papoea’s een blanke huid zouden krijgen? De profeet had trouwens nog veel meer gezegd. De voorouders zouden op aarde terugkeren en grote rijkdommen met zich meebrengen. Er zou een nieuwe tijd op aarde aanbreken. Er waren al Papoea’s die met eigen ogen het schip met de voorouders voor de kust hadden zien liggen en met eigen oren de ankerkettingen van het schip hadden horen ratelen. Men maakte zich dan ook gereed voor de grote dag.’


Hysterische leiders

Deze Vailala-razernij is een mooi voorbeeld van een cargocult: het geloof dat er een groot schip zal arriveren met voedsel en wapens (cargo) om de blanken eruit te zetten en zo de statusquo ante te herstellen. Sierksma noemt een aantal kenmerken van een cargocult. Ten eerste wordt een kosmische catastrofe aangekondigd die voorafgaat aan de door de profeet voorspelde nieuwe wonderwereld. Ten tweede is er sprake van een collectief autisme: men raakt ‘in zichzelf opgesloten’ en leeft van wensfantasieën. Alle informatie wordt gezien als bewijs van het eigen gelijk. Alle verschijnselen wijzen in de richting van die ene oplossing voor alle sociale problemen. Ten slotte treden personen met een instabiele, ‘hysterische’ persoonlijkheidsstructuur op als charismatische leiders. De cargocult is een pathologisch antwoord op een plotselinge en extreme vorm van sociale desintegratie; het ‘schip met geld en wapens’ is een deus ex machina die de misère, de vernedering en de sociale desintegratie in één klap zal opheffen en de oude samenleving in ere herstelt.

Niet letterlijk natuurlijk, maar de kenmerken van de cargocult van de Papoea’s zijn ook in de Nederlandse samenleving aanwijsbaar. Er is sprake van een Nedercult. Voor autochtonen zijn, met name na 9/11, de islamisering van Nederland of de verwachte immigratie uit Oost-Europa de komende catastrofen, waaruit de angst voor alles wat ‘anders’ is voortvloeit.
Oude sociale verbanden worden vernietigd en alleen door een herstel van de Nederlandse cultuur en het verbannen van de islam uit de Nederlandse samenleving kunnen de problemen worden opgelost. Ook inwoners van Nederland met een niet-Nederlandse achtergrond beschouwen de bedreiging van de eigen cultuur als een catastrofe. Veel moslims, bijvoorbeeld, vrezen dat ze hun godsdienst niet kunnen uitoefenen.
Het ‘collectief autisme’ en ‘in zichzelf opgesloten’ zien we in de Nedercult bij zowel autochtonen als allochtonen terug als een sociaal isolement dat radicalisme en extremisme bij de diverse bevolkingsgroepen bevordert. Verder hebben tegenstanders van de multiculturele samenleving het democratisch debat een hysterische wending gegeven. En wat de charismatische leiders betreft: het charisma van Pim Fortuyn was onomstreden en een politicus als Geert Wilders trekt veel kiezers door de aard van zijn leiderschap.

Taboes

In de Papoeacargocult openden hysterische mannen de mannenhuizen, het heiligste der heiligen, en openbaarden zij de sacrale fluiten en maskers die geen enkele vrouw ooit had gezien. De kern van de cultuur werd te grabbel gegooid.
Zo erg is het in Nederland nog niet, maar de democratische samenleving staat wel onder druk. Het politieke vertrouwen in Nederland daalt. Dit wordt duidelijk als we een aantal gegevens uit de Nationale Kiezers Onderzoeken van 2002 en 2006 naast elkaar zetten. In 2002 had 32 procent van de Nederlandse kiezers geen of weinig vertrouwen in het parlement; in 2006 was dat 38 procent. Voor ambtenaren waren de percentages in 2002 52 procent en in 2006 61 procent. Verder had in 2002 83 procent van de kiezers vertrouwen in de democratie, tegen 77 procent in 2006. Door de kredietcrisis is ook het economisch vertrouwen naar een dieptepunt gedaald. Nederland is een low trust-land geworden.

Veel van het Nederlandse onbehagen spitst zich toe op kwesties rond de multiculturele samenleving. Uit onderzoek van de Amerikaanse politicoloog Robert Putnam en de Nederlandse sociologen Jaap Dronkers (1945, promotie Sociologie vu 1976, voormalig UvA-hoogleraar Empirische sociologie) en Bram Lancee (1978, Sociale geografie 2005) blijkt dat etnische diversiteit in een samenleving op de korte termijn leidt tot sociale desoriëntatie en ‘schildpaddengedrag’: mensen trekken zich
op hun eigen eiland terug en bezien de sociale omgeving met wantrouwen. In het sociale isolement dat zij ervaren, wordt de boze buitenwereld steeds bozer. Allochtone Nederlanders en autochtone Nederlanders voelen zich psychologisch onveilig. De multiculturele samenleving krijgt de schuld van deze situatie.
Een meerderheid van de inwoners van Nederland heeft het gevoel gediscrimineerd te worden en slachtoffer te zijn van een onrechtvaardige, onoverzichtelijke maatschappij. Dit leidt tot passiviteit, starheid en het onvermogen om de omgeving met een genuanceerde blik te bekijken. In de politiek mondt dit uit in een overtrokken debat over ‘de’ Nederlandse cultuur, over Marokkaanse ‘straatterroristen’ en over ‘extremistische’ moslims.

De hysterie in de Nedercult is de regelmatige overschrijding, door politici, columnisten en ‘opinieleiders’, van de grenzen van het democratisch debat. In de democratie zijn er drie ‘taboes’ die ervoor moeten zorgen dat conflicten op een geweldloze manier worden opgelost: men mag niet oproepen tot geweld, men mag leden van de politieke gemeenschap niet uitsluiten en de menselijke waardigheid van de deelnemers aan het debat moet altijd worden gerespecteerd. Deze regels werden en worden, vooral door en in reactie op radicale tegenstanders van de multiculturele samenleving als Pim Fortuyn, Theo van Gogh, Ayaan Hirsi Ali, Rita Verdonk en Geert
Wilders, regelmatig met voeten getreden. ‘Jongerenimam’ Abdul-Jabbar van de Ven schendt de ‘geen geweldsregel’ als hij hardop hoopt dat Wilders zal sterven. Verdonk schendt de ‘geen uitsluitingsregel’ als zij aan een orthodoxe moslim met de Nederlandse nationaliteit, die vrouwen geen hand wil schudden, vraagt waarom hij eigenlijk in Nederland blijft. En Van Gogh schond de menselijke waardigheid van moslims door ze voortdurend met ‘geitenneukers’ te vergelijken. Veel schendingen
van de taboes op het democratisch debat zijn overigens subtieler. Met name het betitelen van tegenstanders als ‘politiek correct’ of ‘racist’ is een verhullende manier om niet met mensen in discussie te willen gaan. Het zijn vooral kranten als nrc Handelsblad en de Volkskrant die deze vorm van uitsluiting hanteren. Een groot deel van de Nederlandse cargocult woedt in de hoofden van het ‘intellectuele’ gedeelte van de bevolking.

Pragmatische verdraagzaamheid

Het sociale isolement in de samenleving maakt partijen als Trots op Nederland (ton) en de Partij Voor de Vrijheid (pvv) populair. Zij bieden met hun nationalisme een aantrekkelijk alternatief voor het collectieve autisme in de Nedercult. Door het verdedigen van ‘de’ Nederlandse cultuur (‘het schip met voorouders’) geven ze mensen het gevoel bij een fictieve, want verdwenen, gemeenschap te horen. Ze geven een monocultureel alternatief als antwoord op sociaal isolement en sociale desoriëntatie.

Verdonk en Wilders hebben niet de neiging om het autisme en het hysterische debat in de Nedercult te bestrijden. Zij winnen er immers Kamerzetels mee.
Ondertussen blijkt het met het gevaar van de islam reuze mee te vallen. Als reactie op de cargocult zien we vooral een democratisch antwoord van allochtone Nederlanders. De politieke participatie bij gemeenteraadsverkiezingen stijgt.
Aangezien politieke participatie identificatie met Nederland en democratische opvattingen bevordert, stijgt hiermee de politieke integratie van moslims. Het is maar een zeer klein deel van de moslimbevolking dat een andere reactie vertoont. Bij hen stijgt de gevoeligheid voor radicalisme en extremisme. Dat komt door het sociale isolement in etnische gemeenschappen.

Dezelfde factor die de populariteit van ton en de pvv verklaart, beïnvloedt ook de gevoeligheid voor radicalisme en extremisme onder een kleine minderheid van de Nederlandse moslimbevolking. De Nederlandse cargocult zit daarmee in een vicieuze cirkel: sociaal isolement bij de autochtone Nederlanders leidt tot psychologische onveiligheid bij de moslimbevolking. Psychologische onveiligheid bij moslims vergroot de gevoeligheid voor moslimradicalisme en extremisme, wat weer de sociale desoriëntatie bij de autochtone bevolking versterkt.
Het komt er dus op aan om het sociale isolement in de Nederlandse samenleving te bestrijden. Het probleem van de multiculturele samenleving is niet het naast elkaar bestaan van diverse culturen en religies, maar een gebrek aan sociale cohesie. We leven in een multiculturele samenleving, er zullen altijd verschillen tussen mensen blijven bestaan. Binnen de regels van de democratie móéten deze verschillen ook bestaan omdat ze de maatschappij voortdurend scherp houden. Wat voor de één vanzelfsprekend is, is dat voor de ander niet. Culturele verschillen in een samenleving zijn onontkoombaar en zeer gewenst – zolang de grenzen van de democratie maar worden bewaakt.
Multiculturalisme is een feit en pragmatische verdraagzaamheid dus een noodzaak. Wil Nederland in het reine komen met de multiculturele samenleving, dan is doorbreking van de Nedercult noodzakelijk. We kunnen dan de vrijgekomen energie besteden aan andere urgente zaken, zoals het draaiende houden van de economie of het bewaken van de natuurlijke leefomgeving.

Jean Tillie is universitair hoofddocent Politicologie en adjunct-directeur IMES, UvA. Hij is bijzonder hoogleraar Electorale politiek, in het bijzonder de relatie tussen
electorale processen en hun economische, culturele, etnische maatschappelijke context, vanwege de Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON).
Recentste publicatie: Gedeeld land. Het multiculturele
ongemak van Nederland (2008)

Jean Tillie

Jean Tillie

Jean Tillie is universitair hoofddocent Politicologie en adjunct-directeur IMES, UvA.

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.