DiversityPolitics

Benauwd door de Verlichting

By Sunday 20 September 2009 No Comments

Uit: Eutopia 10- september 2005

Emancipatie van moslimvrouwen is een ‘hot issue’ in het huidige integratiedebat in Nederland. Zowel de voor- als de tegenstanders van Ayaan Hirsi Ali geven haar krediet voor het feit dat dit thema hoog op de agenda van de politiek en de opinieleiders is komen te staan. In dit stuk ga ik zowel in op de inhoudelijke kant van discussies rondom dit thema als op het effect van deze hype voor de migrantenvrouwen zelf.

Laten we beginnen met de eerste vraag en die is of de provocaties van mensen zoals Hirsi Ali op z’n plaats zijn als het gaat om de emancipatie van migrantenvrouwen in de Nederlandse context. Veel Nederlandse ‘witte’ feministen zoals Cisca Dresselhuys van Opzij, verwelkomen deze provocaties. Door terug te gaan naar de geschiedenis van de Nederlandse vrouwenbeweging, waarvan de meeste van deze vrouwen zelf deel uit hebben gemaakt, beweren ze dat provocaties altijd een belangrijk onderdeel van de vrouwenbeweging zijn geweest.

Alle actievoerders van diverse sociale bewegingen zouden hiermee instemmen: provocatie is een onlosmakelijk deel van actievoeren. In het geval van vrouwen: als je je ervoor inzet om vastgeroeste gender-patronen in een samenleving te veranderen, hoort het provoceren er zeker bij. Maar in dit specifieke geval, namelijk de emancipatie van migrantenvrouwen, krijgen we met een aantal andere vragen te maken: wat is de politieke en historische achtergrond van de provocaties en wat is hiervan terug te zien in de ontwikkelingen binnen de vrouwenbeweging.

Merkwaardig genoeg wordt in Nederland compleet genegeerd dat de huidige debatten over vrouwen met andere culturele achtergronden helemaal geen nieuwe debatten zijn. De huidige discussie over emancipatie in Nederland is sterk verbonden met de eerste en de tweede feministische golf waarin de emancipatiestrijd vooral een strijd is geweest van de ‘witte’ vrouwen uit de middenklasse. De centrale claim van deze vrouwen was gelijkheid en eigen ruimte voor persoonlijke en maatschappelijk ontwikkeling. Wat niet in de huidige discussies meegenomen wordt, is de kritiek van de derde golf feministen vanaf eind jaren 1980 en de jaren 1990 op de eerdere golven van feminisme. De feministen van de derde golf geven vanuit een postkoloniaal kader kritiek op de eenzijdige, witte en klassengebonden benadering van het ‘mainstream’ feminisme. Deze kritiek heeft vooral gewezen op de arrogante en eenzijdige benadering waarmee de witte feministen van de hoge- en middenklasse de rest van de wereld de les lazen over emancipatie.

De invloed van de derde feministische golf met daarin een postkoloniaal perspectief was vooral te merken in de VS en in Engeland waar de emancipatie van vrouwen vanuit het verschil werd ingezet. Binnen deze beweging werd de illusie van vrouwen als een homogeen geheel onder vuur genomen en werd vooral nadruk gelegd op verschillen tussen vrouwen. Deze nadruk op het verschil tussen vrouwen betekende ook een erkenning van diverse emancipatiepatronen. Deze postkoloniale kritiek kon gezien worden als de verklaring van een kleine oorlog met de witte feministen die zich lang als de koninginnen van de emancipatiestrijd gedroegen. De kritiek was vooral gericht op de arrogante, exclusieve houding van de ‘mainstream’ feministen, die in hun zelfgenoegzaamheid nauwelijks empathie voor de ander aan de dag legden. Deze kritiek is in wat zachtere vorm ook zichtbaar geweest binnen de ZMV (Zwarte, Migranten en Vluchtelingen) vrouwenbeweging in Nederland (1). Toch is er in de media – zowel internationaal als in Nederland – nauwelijks aandacht geweest voor deze beweging.

De discussie is niet alleen beperkt gebleven tussen de vrouwen in het Westen en de rest van de wereld. De processen van migratie hebben ervoor gezorgd dat in de Westerse landen zich diverse culturen hebben gevestigd. Daarom werd de discussie tussen de culturen steeds vaker gevoerd binnen de kaders van de nieuwe, multiculturele steden. Een belangrijk keerpunt in deze discussies was het beroemde artikel van Susan Okin in 1999: Is Multiculturalism bad for women? Sinds de publicatie van dit artikel is er een internationale discussie op gang gekomen tussen enerzijds de opvatting dat multiculturalisme en behoud van eigen identiteit de ruimte voor de emancipatie van vrouwen beperkt en de tegenstanders hiervan. De gedachte van de eerste groep is geweest dat het juist de culturele processen zijn die gender-verhoudingen, waaronder vrouwenonderdrukking, in stand houden.

Met andere woorden, het behoud van de eigen cultuur betekent het in stand houden van tradities die vrouwenonderdrukkend zijn. Deze liberale benadering van emancipatie stelt de individuele autonomie van vrouwen ten opzichte van cultuur centraal. De tegenstanders hebben kritiek op deze benadering, omdat zij het een te beperkt en eenzijdig beeld vinden. Zij geloven dat deze elitaire cultuurkritiek de emancipatie van mensen die zich stevig binnen de culturele grenzen willen positioneren beperkt. Wat ik bovendien aan deze kritiek wil toevoegen, is dat we van de poststructurele benadering van cultuur hebben geleerd dat het niet zo gemakkelijk is in en uit een cultuur te stappen. Culturele processen werken diep in op mensen en zijn niet van de ene op de andere dag inwisselbaar. Daarnaast speelt dat mensen het recht hebben om vanuit hun eigen culturele keuzes en beleving wegen naar emancipatie te bewandelen.

De lessen uit de postkoloniale kritiek op de tweede feministische golf (dus op zowel de liberale als op de linkse feministen) is dat emancipatie weliswaar het doel is, maar dat de wegen naar emancipatie en de betekenissen die daaraan gegeven worden, divers kunnen zijn. Het belangrijkste argument hier is dat de vrijheid om eigen culturele vormen te kiezen vrouwen de ruimte geeft om te emanciperen. Veel vrouwen kiezen juist voor emancipatie vanuit hun eigen culturele achtergrond. Cultuur kan dan beperkend zijn, maar het is tegelijkertijd ook heel verrijkend en biedt handvatten voor vele vrouwen om hun eigen keuzes te maken.

Zoals ik eerder heb opgemerkt, is het zeer opmerkelijk dat deze postkoloniale kritiek op het witte feminisme in de huidige discussies over emancipatie en integratie kompleet genegeerd wordt. Het is alsof de ‘mainstream’ feministen zich opeens al het recht van spreken en de legitimiteit voor de bevrijding van de migrantenvrouwen toe-eigenen nu ze een zwarte vrouw (Hirsi Ali) in hun midden hebben die zegt wat zij denken. Maar wat hier helemaal vergeten wordt, is dat niet de huidskleur van belang is, maar dat het de kleur van de argumenten is die telt. Wat Hirsi Ali roept, is niets meer of minder dan het voortbouwen op het liberaal/seculier feminisme.

Daarom kan dit wit liberale standpunt van Hirsi Ali nooit als onderdeel van de derde feministische golf genoemd worden. Haar beweging blijft een witte en elitaire beweging en zal daarom de diversiteit van de beleving van migrantenvrouwen nooit kunnen dekken. Dit is ook de reden waarom deze beweging aan de migrantenvrouwen zelf voorbij gaat. Hirsi Ali is oprecht, maar ook dogmatisch; ze is dapper, maar ook eenzijdig, ze is zwart, maar denkt wit. Dat is de reden waarom zij ondanks al haar goede intenties en inzet geen aansluiting vindt bij de meerderheid van de migrantenvrouwen in Nederland.

Het volgende aspect dat ik wil behandelen, is het effect van de huidige debatten binnen de Nederlandse samenleving op de emancipatie van migrantenvrouwen. De provocaties richting de Islam als onderdrukkend voor vrouwen hebben in de Nederlandse context een averechts effect gehad. Het heeft in de afgelopen jaren geleid tot een steeds groter wordende polarisatie tussen de Nederlanders en de Islamitische migranten in Nederland. Het dominante geluid is ook dat van de voorstanders; het vertoog dat daarin centraal staat stelt dat de Islam het grootste gevaar vormt voor de Nederlandse samenleving. Binnen dit vertoog zijn het de –sociale en/of culturele achterstanden van de migranten die de kern van het probleem binnen de samenleving vormen.

Als gevolg van de negatieve toon in de debatten rondom migranten en hun achtergrond voelen migranten zich aangevallen. Ze zien dat hun cultureel/religieuze achtergrond een speelbal is geworden in de handen van de opinieleiders. Dit leidt tot een reactieve opstelling aan de kant van de migranten, wat zich weer manifesteert of in een passieve of in een actieve, en helaas vaak gewelddadige, houding. Beide reacties komen voort uit een gevoel van machteloosheid en zorgen voor meer verdieping van de gesignaleerde maatschappelijke kloof. Bovendien zorgt deze kloof voor het gevoel van onveiligheid en onzekerheid. Het is ook dit gevoel van onzekerheid dat reflectie op de eigen positie en het uiten van zelfkritiek op de eigen cultuur of religie bijna onmogelijk maakt. De veelgehoorde opmerking dat bij migranten met een Islamitische achtergrond zelfkritiek ontbreekt is een irreële bewering die geen rekening houdt met ervaringen van onzekerheid en ongenoegen.

Het idee dat schokkende uitspraken over hun cultuur of religie de migrantenvrouwen bewust zal maken van hun rechten is evenmin reëel. Dit heeft te maken met het bijzondere karakter van de emancipatie van vrouwen vanuit een minderheidspositie.Vrouwen uit minderheidsgroepen hebben vaak met een dubbele emancipatie te maken; enerzijds emancipatie als een minderheidsgroep en anderzijds emancipatie als vrouw.

Minderheidsgroepen vechten vaak voor hun groepsrechten binnen de samenleving waarin ze leven. Daarnaast zijn de vrouwen binnen de groep vaak ook bezig met hun eigen emancipatie. Deze dubbele vorm van emancipatie kan de ruimte voor de vrouwen beperken indien de emancipatie als groep sterk onder de druk komt te staan. Meestal vindt een soort homogenisering binnen de eigen groep plaats op het moment dat een minderheidsgroep bedreigd wordt. Zeker als de groep wordt gemarginaliseerd en als de tegenstellingen tussen de minderheidsgroep en de meerderheidsgroep relatief groot zijn, is dit het geval.

Het veroorzaakt dat alle interne krachten gebundeld worden tegen de gezamenlijke, externe ‘vijand’. Met als gevolg dat er weinig ruimte over blijft voor diversiteit binnen de groep. Met andere woorden: de verschillen tussen groepen overschaduwen de diversiteit binnen de groep. Dit proces van interne homogenisering heeft consequenties voor vrouwen met een eigen emancipatieagenda. In een situatie van onzekerheid worden vaak de kritische geluiden en de drang tot verandering binnen de groep onderdrukt. De polarisering in de samenleving zorgt ervoor dat culturen steeds meer een statisch en homogeen karakter krijgen die geen ruimte laat voor vrouwen met hun emancipatieclaim.

Dit is nu precies wat in Nederland gaande is. De schokkende uitspraken over de Islam en de vrouwenonderdrukking hebben zeker de aandacht gevestigd op de mogelijke misdaden tegen de migrantenvrouwen in de naam van Islam. Helaas hebben deze uitspraken er vooral ook voor gezorgd dat de groepen steeds verder uit elkaar komen te staan. Daardoor voelen migranten zich aangevallen en beginnen ze zich tegen de meerderheid te verzetten. Bovendien merkt de dominante groep dat dit verzet groeit en gaat zich steeds afwijzender opstellen ten opzichte van migranten. Het gevolg is dus de verdieping van de kloof tussen ‘wij’ en ‘zij’ en ook beperking van de ruimte voor vrouwen om zich te ontwikkelen. Migrantenvrouwen komen dan voor een dilemma te staan. Moeten ze kiezen voor de groep waar ze vandaan komen, of moeten ze kiezen voor de emancipatie door hun eigen achtergrond de rug toe te keren.

Het dilemma is te groot, te extreem en te zwart/wit gekleurd. Daarom kiezen de meeste vrouwen voor de eigen groep, simpelweg omdat daar hun eerste verbondenheid mee ligt. Het is ook geen wonder dat de vele migrantenvrouwen die zich inzetten voor emancipatie zeer afkerig staan ten opzichte van de emancipatiedebatten in Nederland. De belangrijkste reden hiervoor is dat binnen deze debatten veel vrouwen die al met hun stille strijd binnen de eigen groep bezig zijn, geen aandacht krijgen. De enige mensen die de media-aandacht trekken zijn degenen die hun achtergrond verloochenen en harde anti-Islam kreten roepen. Terwijl vele migrantenvrouwen proberen juist hun geloof en cultuur langzaam te veranderen door ruimte binnen de eigen groep op te eisen. Voor deze vrouwen betekent emancipatie niet meteen secularisatie of abrupte cultuurafwijzing.

De recente hype rond hun emancipatie maakt de strijd van deze vrouwen niet gemakkelijker. Nu de kloof tussen de Nederlanders en de migranten met een Islamitische achtergrond groter geworden is dan ooit, is daarmee de ruimte voor de emancipatie binnen de groep steeds kleiner. Want, zo is mijn analyse, als gevolg van deze harde maatschappelijke confrontatie komt de nadruk te liggen op de emancipatie van de groep als geheel binnen de Nederlandse samenleving. Deze emancipatie houdt in dat de migranten hun recht opeisen als gelijke burgers om fatsoenlijk benaderd te worden. In deze strijd om fatsoen kiezen migranten vaak eerder voor kritiek naar buiten toe dan voor zelfkritiek. Want in een moeilijke, wankele situatie heb je je eigen groep het meest nodig. Echter, in de situatie waar minderheidsgroepen zich veilig voelen en in hun waarde gelaten, kan er ook een basis van zekerheid worden gecreëerd voor kritische geluiden van binnenuit. In deze situatie is het mogelijk voor vrouwen om hun strijd tegen de vrouwonvriendelijke aspecten van hun eigen cultuur nader vorm te geven. Dit leidt tot een natuurlijker proces van emancipatie van binnenuit dan de opgelegde vorm.

Uit het voorgaande wil ik concluderen dat het tijd is geworden om de focus van de emancipatie in Nederland te verbreden door eerst te kijken naar de geschiedenis van de vrouwenbeweging en de ontwikkelingen daarbinnen. Het zou jammer zijn om de discussies rondom de vrouwenbeweging in Nederland te beperken tot het feminisme van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Daarnaast is het tijd om meer respect en empathie te tonen voor de keuzes waar de migrantenvrouwen voor staan als het om hun eigen emancipatie gaat. In plaats van te blijven steken in een politieke en publieke show, moeten we werken aan een werkelijke verbetering van de positie van migrantenvrouwen in Nederland. In plaats van anti-islam kreten te slaken en tegelijkertijd de Verlichting tot verlosser verklaren, is het tijd om meer aandacht te schenken aan reële verbeteringen, zoals bijvoorbeeld de oprichting van meer ‘Blijf-van-mijn-lijfhuizen’ en het onafhankelijke verblijfsrecht voor migrantenvrouwen. Een arrogante en zelfgenoegzame vorm van ‘sisterhood’ is ouderwets en onrealistisch. Het is tijd geworden om te luisteren naar de migrantenvrouwen zelf, de diversiteit van hun keuzes, hun wegen naar emancipatie te respecteren en hun emancipatiedrang te faciliteren in plaats van tegen te gaan door het roepen van lege leuzen.

1. Zie o.a. Botman, M., Jouwe, N. en G. Wekker (red). Kaleidoscopische visies: de zwarte, migranten en vluchtelingen-vrouwenbeweging in Nederland. Koninklijk Instituut voor de Tropen 1991

Halleh Ghorashi is Universitair Docent Intercultureel management bij de afdeling COM (Cultuur, Organisatie en Management) aan de Vrije Universiteit in Amsterdam

Halleh Ghorashi

Halleh Ghorashi

Halleh Ghorashi is werkzaam als Bijzonder Hoogleraar Management van Diversiteit en Integratie (PaVEM leerstoel) bij de afdeling COM (Cultuur, Organisatie en Management) aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.