IslamWorld

Cosmetische oorlog in het Midden-Oosten

By Tuesday 8 September 2009 No Comments

In de openingsscene van The Good, the Bad and the Ugly staan drie mannen tegenover elkaar. Tussen hen is een enorme spanning voelbaar, maar wie de Good Guy en wie de Bad Guy is weten we nog niet. En ook niet wie het eerst zal schieten. Ook in het huidige Midden-Oosten staan drie spelers tegenover elkaar. Ze lijken sprekend op de hoofdrolspelers uit de western. Ze zijn macho, ze zijn boos, ze hebben geen enkele interesse in elkaar en dragen wapens die ze maar al te graag willen gebruiken. De mannen heten Bush, Ahmadinajad en Olmert. Alle drie suggereren ze dat ze willen doden met de beste bedoelingen. Bush wil met militair geweld democratie en mensenrechten brengen, Ahmadinajad wil met gewapend verzet de Iraanse nationale trots verdedigen en Olmert wil het Heilige Land redden door terroristen te terroriseren. Twee van de drie hebben elkaar gevonden: Bush en Olmert zijn het erover dat de Iraanse lastpak Ahmadinajad gestraft moet worden. Iran heeft echter opnieuw geweigerd zijn nucleaire activiteiten te beëindigen.

Een explosieve situatie waarin niets is wat het lijkt

Iran heeft een lange geschiedenis met het Amerikaanse buitenlandse beleid, waarbij economische belangen en het in het zadel houden van politieke vrienden altijd belangrijker waren dan de spelregels van de democratie. Zo weten de Iraniërs maar al te goed dat Amerika in 1953 de ondergang van de liberale regering een handje hielp met 30.000 dollar aan knokploegen. De val van het bewind was een historische gebeurtenis, die in Iran zowel een politieke als een intellectuele wond achterlieten, die die bij volgende politieke crises steeds weer werden opgereten.
Door de Amerikaanse steun aan het schrikbewind van de sjah en de daaropvolgende islamitische revolutie nam de frustratie alleen maar toe.

De relatie met de Verenigde Staten is sindsdien ronduit slecht. In de dertig jaar dat Iran een islamitische staat is heeft het nooit normale contacten met Amerika gehad. De Amerikaanse propaganda in die periode heeft geen enkele positieve bijdrage geleverd aan de democratisering van Iran, deels omdat die uit de mond kwam van de voormalige bondgenoot van een onderdrukker, maar ook omdat die, ondanks de grote woorden over democratie, in feite neerkwam op stereotypering en demonisering van Iran en de Iraniërs, in plaats van zich te beperken tot het regime alleen. In 2004 werd onder de betrekkelijk liberale president Mohammed Khatami een voorstel ingediend bij de toenmalige regering om de relaties tussen de landen verbeteren, maar president Clinton en zijn adviseurs waren daar niet toe bereid – een historische mogelijkheid die niet werd benut. De opkomst van Ahmadinejad was onder meer een reactie op deze vernedering. Hij koos voor harde taal en een harde lijn.

Net als zijn buurlanden had en heeft ook Iran ambities om een sterk land te worden binnen de regio. Een van de ambities was en is het ontwikkelen van kernenergie. In het Westen is dit bepalend voor het beeld van Iran, dat zowel Ahmadinejad als zijn Amerikaanse en Israelische tegenhangers graag hoog houden: dat van een recalcitrant en gevaarlijk land dat de Verenigde Naties tart en dat misschien wel een kernbom wil ontwikkelen.

We zijn verzeild geraakt in een cosmetische oorlog die door niemand valt te winnen. Want heel veel is niet wat het lijkt. De regering Ahmadinejad staat onder grote maatschappelijke druk om economische en maatschappelijke problemen van het land op te lossen. Daarnaast wordt politieke druk op de Iraanse regering uitgeoefend om de relaties met het buitenlands te normaliseren om de Iraanse belangen goed te kunnen behartigen. Ondanks zijn harde taal en harde eisen heeft juist Ahmadinejad het herstel van de contacten met VS hoog op de agenda – het zou me niet verbazen als eerste Kantoor voor Amerikaanse Belangen in Teheran onder zijn bewind de deuren zou openen!

Binnen het land mag er dan wel er spraken van onrust zijn, bepaalde Arabische landen willen juist helemaal geen narigheid met Iran. Om te beginnen is daar het grote Saoedi-Arabië dat probeert is afstand te creëren tot zijn bondgenoot Amerika. Een van de belangrijkste problemen tussen Washington en Riyad heeft met Iran te maken. Riyad geeft geen goedkeuring aan de Amerikaanse pogingen om Iran te isoleren en om extra druk uit te oefenen op het regime in Teheran. Ook is de Saoedi-Arabische regering sterk gekant tegen ieder gebruik van militair geweld door de Verenigde Staten of Israël om om een eind te maken aan het Iraanse kernprogramma.

In het kort komt het erop neer dat de Saoedi’s beseffen dat Iran een belangrijke regionale macht is alsook een potentieel agressieve buurman die niet zal verdwijnen. Iran heeft veel meer mogelijkheden problemen te veroorzaken voor Saudi-Arabië dan andersom. Dus kiest het koninkrijk voor goede betrekkingen met Iran. Buitenlandse mogendheden komen en gaan, maar Iran met zijn tachtig miljoen inwoners – bijna vier keer de bevolking van Saoedi-Arabië – zal aan de Perzische Golf blijven liggen.
Daarnaast is het zo dat hoewel de roep om meer democratie, meer openheid en meer participatie van de burgers in het Midden-Oosten op dit moment zwak is, die wel een blijvende factor is en langzaam aan kracht wint.

Een deel van de burgerbewegingen en -organisaties omarmen daarbij het concept van de liberale democratie en een belangrijke groep intellectuelen doet dat ook. Vooralsnog is hun invloed echter niet groot. In het Midden-Oosten hebben liberale organisaties geen georganiseerde achterban, dus zijn ze ook geen noemenswaardige politieke actoren.

Bij de islamitische politieke partijen is dat anders. Zij zijn wel goed georganiseerd en krachtig en, wat schetst de verbazing, die kiezen er steeds vaker voor deel te nemen aan verkiezingen en aan het politieke proces van hun land. De eigenaardige paradox is nu, dat terwijl de islamisten zich langzamerhand beginnen neer te leggen bij de democratische spelregels, westerse regeringen dat beantwoorden met ondemocratisch gedrag. De sancties waarmee Europa en Amerika reageerden toen Hamas de verkiezingen in Palestina won zijn hiervan een illustratie. Dat maakt de geloofwaardigheid van het westen niet groter.

Democratisering gaat dus in het Midden-Oosten via een andere route, de criteria en belangen zijn soms anders en verkiezingen leiden niet altijd tot een regering die het westen graag ziet. Willen Europa en Amerika een positieve bijdrage leveren aan democratie, zullen ze dat moeten aanvaarden en daarnaar moeten handelen. In plaats van Iran te blijven demoniseren is het zaak te pogen mogelijkheid tot dialoog te benutten. Het is daarbij van belang ook begrip op te brengen voor de belangen van de landen in de regio, die geen behoefte hebben aan een head on collision met Iran. Mogelijk kan zelfs, via de relatie die zij met Iran onderhouden, ook een betere relatie tussen het Westen en Iran worden bewerkstelligd – misschien zelfs met Israel erbij. Ten slotte is het van belang, dat het Westen aanvaardt dat democratisering niet altijd de seculier-liberale weg volgt die het Westen graag ziet, maar dat die soms andere vormen aanneemt, die op waarde moeten worden geschat: een partij als Hamas is democratisch gekozen. Kritiek leveren mag, maar sancties zijn in zo’n geval niet op zijn plaats. Dat is niet alleen ondemocratisch, het is ook schadelijk voor de reputatie van het Westen.

Het is van het allergrootste belang dat de Verenigde Staten hun traditionele beleid van het militaire ondersteunen van hen welgevallige en meestal ondemocratische regimes verlaten. Die weg heeft niet alleen de reputatie van de Verenigde Staten enorme schade gedaan, hij wordt door de bevolkingen in het Midden-Oosten gewoonweg niet meer gepikt. Het bewind van George Bush heeft deze situatie alleen maar rampzalig verslechterd. Het zal veel tijd kosten voor het land zijn geloofwaardigheid zal herwinnen. Juist daarom moet Europa zich extra inspannen om hervormingen in het Midden Oosten. De EU heeft altijd een low-key aanpak gehad voor de bevordering van de democratie. Anders dan de Amerikanen zijn de Europeanen gericht op dialoog en op culturele en economische uitwisseling. Het zou mooi zijn als een nieuwe Amerikaanse regering de stuwende kracht die het machtigste land ter wereld aankleeft, in zou zetten om de low-key-benadering van Europa handen en voeten te geven.

Tot het zover is, kunnen we alleen maar hopen dat geen van de drie macho’s in het Midden-Oosten naar de wapens grijpt.

Farhad Golyardi

Farhad Golyardi

Farhad Golyardi is a sociologist, researcher, and editor of Eutopia Institute, a transnational gathering place of thinkers and writers whose research interests include the Middle East, Populism, social movements, and cultural diversity.

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.