DiversityPolitics

Hoe islamitisch is het radicalisme?

By Wednesday 2 September 2009 No Comments

Uit: Eutopia 11-oktober 2005

In het najaar van 1975 verscheen het boek Wie alles anfing van Michael ‘Bommi’ Baumann. Baumann was lid van de extreem-linkse 2de Juni beweging en terrorist, zowel volgens hemzelf als volgens de Duitse justitie.
Voor iedereen die geïnteresseerd is in het psychologische proces dat tot terrorisme leidt, is het boek een absolute aanrader. Het is een open en eerlijke terugblik op een gewelddadig leven, waarin Baumann zich de vraag stelt hoe het zover heeft kunnen komen.

Het is te hopen dat Mohammed B. ooit ook nog zo’n boek schrijft aangezien het een definitief afscheid zou betekenen van zijn radicale denkbeelden. En het is ook te hopen dat de Nederlandse justitie dit boek dan niet zal verbieden, zoals de Duitse justitie indertijd deed. In het boek beschrijft Baumann het moment waarop geweld tegen personen voor hem een legitieme optie werd. Op 11 april 1968 werd Rudi Dutschke de meest prominente Duitse studentenleider van de jaren zestig van de vorige eeuw op de Kurfürstendamm in Berlijn drie maal in het gezicht geschoten. Dutschke, volgens de dader, huisschilder Josef Erwinn Bachmann , een ‘dreckiges Kommunistenschwein’, raakt daarbij levensgevaarlijk gewond. Na de aanslag waren er in Berlijn grootschalige rellen. Baumann was één van de demonstranten.

Hij schrijft: “Bij die demonstratie schoot m’n hele leven door mijn hoofd. Alle klappen die ik had te verduren, alles wat je zo meemaakt, wat je als onrechtvaardig aanvoelt. (…) Toen ik door de straten liep met al die fakkels en steeds dat ‘Rudi Dutschke’-geroep, was dat voor mij echt de verpersoonlijking van die hele geschiedenis.
Die kogel geldt ook jou, hier hebben ze de eerste keer echt op jou geschoten. Wie hier schiet, doet er niet toe. Het was toen duidelijk, nu toeslaan, geen pardon meer. (…) Op dat moment werd het me duidelijk, het begrip massastrijd-terrorisme, dit probleem dus, waar ik altijd over had nagedacht, dat is mij toen pas duidelijk geworden.
De kans die de revolutionaire beweging heeft, wanneer naast de massa’s een vastberaden groep staat, die met terreur ondersteunt.” Het is een citaat dat, in een iets andere vorm, zo uit de pen van Mohammed B. had kunnen vloeien en misschien doet het dat nog wel. Er valt veel over te zeggen: de grootheidswaan (ze hebben op mij geschoten); het absolute wij-zij denken (wie hier schiet, doet er niet toe) en het gevoel om nu te moeten handelen (nu toeslaan). De grootheidswaan is bij Mohammed B. ook in volle glorie aanwezig. Het is hij die de Islam moet redden. Hij moet ervoor zorgen dat er een werkelijk Islamitisch land in de wereld komt. Hij kán er ook voor zorgen. De moord op Theo van Gogh is maar een begin.

De martelaarsdood zou het mooiste zijn. Sterven voor de goede zaak. Zoals Jezus Christus aan het kruis stierf. In de woorden van Bommi Baumann: “Revolutie maak je tenslotte voor jezelf, revolutie moet zo veelomvattend zijn, dat je jezelf erin kunt ontplooien en je het juiste spoor kunt vinden, zodat burgerlijke toestanden je niet meer kunnen terugdringen; hoe radicaler je uitbreekt, hoe beter. De conventionele mechanismen, die op je inwerken, zijn vaak sterker, tenzij je voor jezelf een uitzonderlijke extreme situatie creëert door een bepaalde handeling of daad.” Over het wij-zij denken hoeven we ook niet lang na te denken. Wij, dat zijn de ware Islamieten.

De gelovigen die werkelijk weten hoe de Koran geïnterpreteerd moet worden. Zij, dat is iedereen die het niet met hem (eigenlijk Hem) eens is. Wij, dat is de voorhoede van de Islam. De martelaren die de Islamitische heilstaat zullen vestigen. Hier kan het geen kwaad om een andere radicaal te citeren. En wel W. I. Lenin die in zijn “Wat te doen?” schrijft: “Onder de “verstandigen” moet men, zoals ik reeds herhaaldelijk heb onderstreept, in organisatorisch opzicht slechts de beroepsrevolutionairen verstaan, onverschillig of zij zich uit studenten of uit arbeiders hebben ontwikkeld. Welnu ik beweer: dat geen enkele revolutionaire beweging duurzaam kan zijn zonder een organisatie van leiders met weerstandsvermogen en die de continuïteit bewaart. (…) Dat zulk een organisatie in hoofdzaak moet bestaan uit mensen, die zich bij wijze van beroep met de revolutionaire werkzaamheid bezig houden.” Een voorhoede waar W.I. uiteraard zelf toe behoorde. Een voorhoede waar Mohammed B. zichzelf ook toe rekent.
Het punt dat ik hier wil maken is dat we Islamitisch radicalisme niet kunnen begrijpen door een studie van de Islam. Natuurlijk, Moslim radicalen bedienen zich van het jargon dat zij uit de Koran denken te ontlenen. Het kan geen kwaad om dit jargon te kennen als is het maar om bepaalde vormen van radicalisme te herkennen.
Maar begrijpen we het dan ook? Begrijpen we daadwerkelijk het proces dat iemand tot terrorist maakt als we zijn woorden ontlenen? Als we het vertoog begrijpen? Begrijpen we Bommi Baumann door de voorhoede theorie van Lenin te bestuderen? Begrijpen we Mohammed B. door een juiste kennis van de relevante Koran citaten? Extremisten zijn een groep op zichzelf of ze nu links, recht of gelovig zijn. Het vertoog is van ondergeschikt belang. Waar het op aan komt is een studie van het proces dat iemand daadwerkelijk tot geweld brengt.
Het proces waarin geweld een legitieme optie wordt. Het moment waarop iemand zegt: “Nu moet er iets gebeuren.” En hij of zij trekt zijn mes of pistool of vult zijn rugzak met explosieven. Bommi Baumann stelt zich aan het einde van zijn boek expliciet die vraag: “Waarom word je terrorist?” Baumann heeft een antwoord dat wellicht heel erg bij zijn tijd hoorde: “Dat je voor het terrorisme kiest, dat is psychisch voorgeprogrammeerd. Nu zie ik bij mezelf, het was gewoon angst voor de liefde, in jezelf, een vlucht naar het absolute geweld. Als ik meteen de dimensie liefde voor mezelf echt had begrepen, dan had ik het niet gedaan. Dan was ik er via omwegen achtergekomen.”

Dit is natuurlijk makkelijk weg te lachen. Ja, laten we het nog eens over de liefde hebben. De terrorist die bang is voor de liefde! Maar Baumann voegt er nog iets aan toe: angst voor de vrijheid. Was Mohammed B. niet bang voor de vrijheid? De vrijheid van het woord? De vrijheid die maakt dat identiteit continu ter discussie staat? Dat niets meer zeker is omdat de keuzeopties oneindig zijn? Vluchten radicalen uit angst voor de vrijheid niet in starre opvattingen over hoe het moet en hoe daar te komen? En maakt de angst voor de liefde dan niet dat zij naar geweld grijpen? Nogmaals, het valt makkelijk weg te lachen, maar wie er iets langer bij stil staat moet misschien erkennen dat Baumann een punt heeft. Is angst voor de liefde omkeerbaar? Vast, maar ik denk dat we het hier hebben over een individueel psychologisch proces.
Is angst voor de vrijheid omkeerbaar? Zeker, en hier hebben we het ook over een individueel proces, maar ook over een maatschappelijk proces. Want het wegnemen van angst voor de vrijheid is wat mij betreft niets anders dan het prediken van democratie waar vrijheid natuurlijk een cruciaal begrip is. Dat betekent dat we jongeren met radicale denkbeelden niet moeten uitsluiten van de democratie. Dat we Mohammed B. zeker niet het passieve en actieve stemrecht moeten ontnemen (terwijl ik dit schrijf is alleen de eis van de Officier van Justitie bekent en niet de uitspraak.) Wie niet-gewelddadige radicalen uitsluit van de democratie bevestigt hun angst voor de vrijheid en loopt serieus het risico om ze nog radicaler en nog gewelddadiger te maken. De democratie is een continu gesprek ook met mensen die tegen de democratie zijn. Angst voor de vrijheid hef je op door de vrijheid uit te leggen. Door te zeggen wat vrijheid betekent. Door de democratie te onderwijzen.

Een van de grootste denkers over het begrip vrijheid was de Russische anarchist Bakoenin. Hij schrijft: “Ik word slechts vrij door de vrijheid van de anderen. De mens verwezenlijkt zijn vrije individualiteit slechts door zichzelf aan te vullen met alle individuen die hem omringen…” Vrijheid is een sociale activiteit. Mijn vrijheid begint waar die van de ander ophoudt. En misschien dat we dan weer terug zijn bij de liefde. Mohammed: lees Bakoenin! En Nederlandse politici: leg de democratie uit en blijf niet steken in algemeenheden en het manipuleren van angst.
Leg uit wat vrijheid betekent. Leg uit dat er grenzen zijn aan de vrijheid en dat we geen angst voor de vrijheid hoeven te hebben. Dat vrijheid een groot goed is. Jazeker, soms kan de vrijheid te groot lijken. Dan wordt de wereld onoverzichtelijk, dan lijkt alles interessant en dus niets. Dan lijkt het veiliger om terug te vallen op de strenge regels van de Koran. Maar, beste Mohammed, weet dat vrijheid zijn eigen grenzen heeft. En dat het leren van die grenzen ook het beleven is van diezelfde vrijheid.

Jean Tillie is senior onderzoeker bij het Instituut voor Migratie en Etnische Studies van de Universiteit van Amsterdam.