DiversityPolitics

Minister Wilders…

By Wednesday 6 January 2010 One Comment

Minister Wilders…

Ik had u lief, en leerde u verachten, Holland’ schreef Ida Gerhardt in het gedicht ‘Afscheid van Holland’. Ze schreef Holland, niet (nooit) Nederland – terwijl ze haar moederland bedoelde, niet die twee onnozele provincies aan de kust. Het verval van het landschap dat ze zag gold het hele land. Ze woonde nota bene in Overijssel. Maar nostalgie en poezië stellen scherpe eisen aan woorden. Het moest Holland zijn, niet Nederland. Holland was het water en de polders en de dijken en de historie, Nederland een jong bestuurlijk ding dat lukraak woonwijken in het weiland bouwde. Holland moest beschermd tegen Nederland. Nu, in 2009, bekijken we alles op grotere schaal. Nu is het Nederland dat beschermd moet, tegen het bestuurlijke gedrocht Europa, tegen onze waarden aantastende nieuwkomers. Het zinderend nostalgische ‘ik had u lief, en leerde u verachten, Nederland’ zou de lijfspreuk kunnen zijn van al die mensen die nu zo graag Geert Wilders in de regering zien.

Wat als ze hun zin kregen?

Immmers, veel burgers willen op Wilders stemmen. De linkse kant van het politieke spectrum is in opiniepeilingen zelfs gedefinieerd door Wilders: D66 dat zich afzet tegen het populisme trekt grote aanhang, de PvdA die al jaren ambivalent staat ten opzichte van datzelfde populisme lijkt een zware nederlaag te wachten bij de aankomende gemeenteraadsverkiezingen. Populair en in staat om andere partijen naar je pijpen te laten dansen: genoeg mandaat om aanspraak op regeringsdeelname te maken.

Het is een schrikbeeld.

Verenigd columnistiek Nederland constateerde al rond 2006 dat je het plakkaat ‘fascistisch’ op zijn programma kon plakken. Een a-democratisch verhaal gestuurd door het verlangen om een historisch verankerde nationale cultuur te herstellen, gericht op revolutionaire vernieuwing van de instituties door de elites weg te jagen, compleet met verheerlijking van het geweld, zoals ‘knieschoten’ voor oproerkraaiers. Alleen de massabijeenkomsten ontbraken nog, verder was het volgens het boekje, als ik althans even Roger Griffin volg in ‘The Nature of Fascism’ uit 1993. Maar het volk is van die vergelijking niet geschrokken. Misschien is de vergelijking ook niet zo productief.

In wezen zijn twee redenen te verzinnen om Wilders ten koste van alles buiten de regering te houden.

De eerste reden is ‘het Weimar scenario’ dat bovenstaande vergelijking oproept. Het slaat op Hitler de succesvolle volksvertegenwoordiger, die zijn anti-parlementarisme in praktijk brengt en de macht overneemt van zijn dementerende president Hindenburg. Dit is niet zo’n serieuze gedachtegang. Wilders die Beatrix wijsmaakt dat hij en hij alleen het moet land redden van de ondergang door het weg te voeren uit de Europese Unie? De democratie had toen een aanmerkelijk slechtere naam dan nu. De tijd waarin partijen ontstaan, bepaalt de vorm die ze aannemen. Ook extremistische partijen leren van elkaar, van de geschiedenis. Wilders heeft Le Pen gezien, Haider, De Winter. Anti-Haags als hij is, heeft Wilders zijn halve werkzame leven in de Tweede Kamer gezeten. Iets parlementairs zal wel aan hem zijn blijven kleven.

Bovendien, Nederland is diep overtuigd dat individualiteit en autonomie onderscheidende kenmerken van haar burgers zijn. Om dan bang te zijn dat iedereen duurzaam achter één figuur aan blijft lopen klinkt niet heel overtuigend. Bij een eventuele regeringsdeelname heeft Wilders nog altijd opnieuw verkiezingen nodig voordat hij kan komen tot ruige ruige grondwetswijzigingen, bijvoorbeeld voor het afschaffen van godsdienstvrijheid. Wanneer ‘links’ niet genoeg zelfvertrouwen heeft om die geduldig af te wachten, dan kan men beter nu al de handdoek werpen.

De tweede reden om Wilders buiten de regering te houden is het gevaar dat de nu zo moeizame verhoudingen tussen bevolkinsggroepen stollen, in plaats van langzaam verbeteren. Dit is geen futiele kwestie. De verleiding is groot de zaak schematisch neer te zetten: is regeringsdeelname ventiel of vliegwiel voor het extremistisch nationalisme, trekt Wilders duurzaam naar het midden, of trekt het midden duurzaam naar Wilders?

Maar het antwoord is voorspelbaar:‘van allebei wat’. Van belang is vast te stellen dat de PVV niet de bron is van de maatschappelijke verharding. De partij is daar een kenmerk van. Wilders met zijn ‘knettergek’ is en zijn ‘knieschoten’ en ‘van de pot gerukt’ is vertegenwoordiger van het oplevende geweld tegen publieke dienstverleners. Alleen, Rob Oudkerk had het ook al over ‘kut Marokkanen’ en Johan Remkes mocht volgens eigen zeggen ook graag een doodschopje uitdelen.

De verharding is terug te voeren op de overgang van een nationaal georganiseerde, door de overheid gestuurde verzorgingsstaat uit de jaren vijftig, zestig en zeventig naar een internationaal georganiseerde, vermarkte verzorgingstaat van begin 21e eeuw. Voor die oude verzorgingsstaat wilde iedere politieke partij wel tekenen, op de nieuwe durft geen enkele politieke partij trots te zijn.

Dat leidt tot onzekerheid onder burgers en onder politici over waar de gemeenschap nog voor staat; tot het verlangen om vreemdelingen uit te sluiten van mooie sociale voorzieningen; tot de angst dat je kinderen het minder krijgen dan jij. Die overgang van een high trust naar een wat minder high trust maatschappij uit zich in permanente stekeligheid. Nationalisme kan veel van die stekeligheid makkelijk in politiek vertalen: als je niet op mij lijkt, oprotten.

Er zijn verschillende manieren om die verharding te lijf te gaan.

Er is zoiets als een politieke aanpak; op basis van een ideologie of overtuiging de burgers een nieuwe, betere maatschappij voorhouden.

Alleen lukt het politieke partijen tegenwoordig niet goed meer om voor te schrijven op welke manier wij elkaar verdragen (of niet). Ze kunnen hooguit kiezers het gevoel geven dat hun partij meeleeft en meelijdt met de mensen en uitwegen zoekt voor hun problemen. Wilders met zijn cultureel-etnische nostalgie heeft daarmee op dit moment een effectiever verhaal dan, zeg, de PvdA.

Wanneer houdt het afkalven van vertrouwen in de politiek of in medeburgers eerder op? Is dat wanneer mensen kunnen zeggen: nou ja, in iedere moskee permanent een christelijke politieagent, dát nou ook weer niet, want het is duur en bovendien zijn sommige christenen net zulke ladenlichters als moslims – waarop ze weer eens op een andere partij stemmen dan de club die zo’n soort voorstel in de wet probeerde te krijgen. Dus wanneer ze Wilders zien ploeteren en falen? Dan hebben ze tenminste hun zegje kunnen doen.

Of is dat wanneer ze naar Mariette Hamer moeten luisteren die ‘samen niemand aan de kant’ wil of iets dergelijks, of wanneer ze Wouter Bos horen vertellen dat globalisering, hoewel vroeger wat hem betreft best goed, tegenwoordig ook wel weer slechte kanten heeft, of naar Alexander Pechtold die succesol de retoriek van Wilders tegen hem keert – en zo de Wilders aanhang het gevoel geeft dat ze gek zijn? Als ergerns het risico bestaat dat de gespannen verhouding tussen boze Nederlanders, moslims en bestuurders duurzaam uithardt, dan in het huidige politieke debat.

Misschien krijgen politieke partijen een wat te grote rol in de discussie over het nationalisme dat Nederland teistert. Misschien maken politieke partijen als de PvdA zichzelf iets te belangrijk, door ten koste van alles aan de macht vast te houden terwijl dat hen zelf zichtbaar beschadigt. Misschien is het spelletje te interessant om te laten liggen voor de media.

Alsof het land niet door zou leven zonder een van de huidige partijen, alsof Nederland Wilders niet aan zou kunnen. Alsof de migrantenkinderen die nu vechten voor hun bestaan van suiker zijn. Naast de politieke oplossing van het nationalisme bestaat ook nog iets dat bij gebrek aan beter een maatschappelijke oplossing moet heten. En die werkt mogelijk beter met Wilders in de regering dan in de oppositie.

Neem de bureaucratie, de klachten over de leemlaag aan instituties die alle verandering in Nederland tegenhoudt. Neem de rechters, advocaten, ambtenaren, activisten, bondsbestuurders, middenveldwoordvoerders, beroepsinsprekers, adviseurs en tegenadviseurs die mobiliseren zodra een voornemen tot wet is gemaakt. En die, wat nog over is van een sociaal democratisch, christen democratisch of liberaal idee na het compromis gesloten door de in Nederland onvermijdelijke coalitie regering, vermalen tot beleid met veel mitsen en maren. Niks AOW voor iedereen op 67 of 63 of 65, maar een kerstboom aan voorwaarden en uitzonderingen.

Hoeveel vertrouwen we die lokale beleidsmakers, schoolbestuurders, juristen en buurtactivisten– niet om in ‘verzet’ te komen, al zou dat ook wel aardig zijn – om met eventuele plannen van Wilders te doen wat men altijd al doet? Namelijk zand in de machine strooien. Niet omdat ze overtuigde “multiculturalisten” zijn, maar omdat ze altijd zand strooien.

Op korte termijn is het meest waarschijnlijk dat een regerende Wilders vast loopt in de maatschappij, zijn gezag verliest zoals anderen dat voor hem deden. Het ’s ochtends verplicht op school zingen van het volkslied, zoals voorgesteld door de PVV minister van Onderwijs, blijkt van de vastgestelde onderwijstijd af te gaan, waarna de bonden lange tijd in de hoogste boom zitten, en kinderen uiteindelijk facultatief het Wilhelmus mogen karaoken op maandagochtend. Tegelijkertijd ontdekken ouders dat een vlag op het schoolplein leuk is, maar dat het handig is als hun kind ook Engels leert, dat de Nederlandse cultuur best belangrijk is, maar ook niet meer dan dat.

In de tussentijd kunnen de progressieve partijen eens in stilte hun knopen tellen, en weer een eigen verhaal verzinnen in plaats van alleen boos op Wilders te zijn (D66) of bang voor hem te zijn (PvdA).

Dat neemt niet weg dat de Nederlandse regering dan pijnlijke ideeën over moslims als ondermensen uitdraagt. De buitenlandse staatsbezoeken aan Nederland nemen ook even wat af. Maar onze burgers zijn geen kinderen. Ze moeten zoeken naar nieuwe manieren om het met elkaar uit te houden, voorbij de relatieve rust van de zuilen, voorbij de vrijheid van de collectieve individualisering. Gelukkig is het volk niet achterlijk. Het betaalt over het algemeen graag belasting en wil ook best eens de buurvrouw helpen. En vreemdelingenhaat is maar één van de politieke gevoelens waar mensen uiting aan kunnen geven. Het is een sterke emotie, maar niet duurzaam de sterkste. Wilders in de regering zou nu juist kunnen helpen om media noch populisten verder te laten te kapitaliseren op mysterieuze krachten die leven ‘onder de oppervlakte’ van de bevolking – nee, het kwaad is zichtbaar in het volle daglicht en de leiders van Duitsland, Frankrijk en Groot Brittannië bedanken voor de eer om onze vice premier te ontmoeten.

In wat Mark Elchardus onze ‘dramademocratie’ noemt, hebben burgers te weinig eigen politieke ervaringen en vernemen ze te veel politieke boodschappen via de televisie. Om verinnerlijking van het hoge ideaal van culturele gelijkheid te bewerkstelligen, is het niet genoeg geweest om alleen van bovenaf te stellen dat mensen gelijk zijn ongeacht hun uiterlijk. Mensen die uitsluiting van dichtbij hebben gezien denken niet per se ‘beter’ over vreemdelingen, maar wel bijna altijd genuanceerder.

Het zou kunnen dat het uiteindelijk goed is wanneer de Cheppihs en Aboutalebs van Nederland meer en vaker moeten gaan procederen en protesteren tegen kwaadaardige plannen van de regering. Zodat het vraagstuk van gelijke rechten dieper in het dagelijks leven komt te zitten, niet meer alleen het product is van abstracte idealen en een ambitieuze overheid, maar ook van burgers die op hun strepen gaan staan. Een paar keer voor de rechter staan om bevestigd te zien dat je jongens die hier geboren zijn het land niet uit kunt zetten, frist de democratie meer op dan gejeremieer over de vraag waarom PVV wel of niet op de nummerborden van auto’s mag.

Er gaat een grote dreiging uit van het anti-islam populisme en het heeft ook een basis in bijna alle Europese landen. Het geweld dat sluimert in het PVV programma kan in veel gedaanten de kop op steken. Als het zich niet uit in oorlogszucht ‘in de wijken’, dan wellicht in nieuwe strijd tussen Europa en Turkije.

Maar minstens zo groot is het gevaar dat die dreiging verlammend werkt, dat we ophouden met nadenken over de mogelijkheden om maatschappelijke tegenstellingen te organiseren. Nu gaat de strijd tussen de Wilders aanhang die moslims weg wil en de rest van Nederland die Wilders weg wil. Maar beide zijn blijvers. We moeten met ze leren leven en dat vraagt organisatie van verschil, geen ontkenning van bestaansrecht.

Als je de meer dan honderd jaar oude emancipatiestrijd van de zwarten in Amerika bekijkt, zie je ook een stijgende golfbeweging van erkenning. De kenmerken daarvan zijn de ups toen zwarten meevochten in de burgeroorlog of de tweede wereldoorlog en de downs wanneer het land na de strijd zich weer op economische vraagstukken stortte – maar de culturele terugslagen ten spijt nam de wetgeving die zwarten als burgers erkende in de loop van de tijd toe.

Amerika koos begin 21e eeuw George W. Bush, twee keer zelfs. Geen licht, en gevaarlijk bovendien. Daarna kozen de Amerikanen Barack Obama, in allerlei opzichten het tegendeel van Bush. Ook die krijgt nu te maken met de traagheid van beleid en de onmogelijkheid om beloften snel waar te maken. Maar waar het hier om gaat is dat naast het rampzalige ‘Weimar-scenario’ andere richtingen zijn die een land kan nemen nadat het een tijdje nogal populistisch gereageerd heeft op bedreigende ontwikkelingen. En door de levendige manier waarop Obama verkozen werd, kunnen alle verhalen over desinteresse in de politiek weer even in de prullebak.

De conclusie daaruit is niet dat Amerika met zijn hardere, scherpere sociale beleid, ons voorland is. Amerika heeft een eigenaardige geschiedenis van slavernij en segregratie, waardoor het land ideen over solidariteit heeft die sterk afwijken van de rest van de wereld. De conclusie is dat burgers zich de maatschappij telkens opnieuw moeten toe-eigenen. Bij het herformuleren van wie ‘wij’ zijn hoort ook strijd. Misschien is het tijd om die wat versnelder te voeren, zodat we verder kunnen. Het zal tot grote fouten leiden. Waarschijnlijk werken dan ook mensen die zichzelf als vooruitstrevend zien mee aan, zeg, pogingen tot de invoering van hoofddoekvrije zones. Dat is pijnlijk, maar het kon wel eens meer kans bieden op gesprek over maatschappelijke vernieuwing, op de herorganisatie van het fatsoen. De multiculturalisten hebben fouten kunnen maken; radicale moslims hebben fouten kunnen maken; het is tijd voor nationalisten om fouten te maken.

Slechter is het leven in Nederland niet geworden sinds Wilders opkwam. Ieder land ter wereld – behalve misschien Noorwegen of Zweden – zou graag zijn problemen ruilen met die van Nederland. Méér duiding over wat Wilders betekent, meer pogingen van de elite zelf om de dingen te doen die Wilders doet, maar dan ‘góed’ – het haalt allemaal niet veel uit. Was ihn nicht umbringt macht ihn starker, om eens een scherpgerand citaat van stal te halen. Zodra zijn naam valt, werkt het in zijn voordeel. Dat is de magie van de echte populist. Hoogste tijd om dat populisme te onttoveren. Je moet het niet imiteren, want daar gaat het origineel van glimmen. En je moet het niet bestrijden, want daar groeit het door. Haal de extremisten uit hun comfort zone – weg uit de dialoog dat ze niet deugen, weg uit de marge die ze zelf zo graag opzoeken. Dat kan, want Nederland is sterker dan Wilders.

Houd snel verkiezingen. Het CDA is flexibel genoeg om ‘in het landsbelang’ een regeerakkoord te sluiten met daarin wat rigoureuze anti-immigratie maatregelen en culturalisatieplannen. Wat de overige inhoud betreft is de PVV een partij als alle andere, dus de gok is waar hun vreemdelingenhaat strandt. Maar laten we dat vooral eens zién.

Laat Wilders en wat partijgenoten de departementen bezetten waar ze vorm kunnen gaan geven aan de beperking van de gezinshereniging van migranten, de controle op gezinsvorming door migranten, de beperking van het aantal asielzoekers, de uitzetting van illegalen. Laat de Partij voor de Vrijheid ook maar een tijdje onderwijsbeleid maken. Zo schokkend is het niet wat men daar voor plannen mee heeft – minder bureaucratie, meer status voor de leraren, waar hebben we dat eerder gehoord?

Wanneer Wilders zijn glans voor de media en het grote publiek verloren heeft, zal hij nog altijd duurzaam een beroep kunnen doen op een deel van de bevolking dat teleurgesteld is omdat de wereld van vandaag hen weinig te bieden heeft. Maar dan zijn twee belangrijke zaken weer ondubbelzinnig duidelijk – dat de liberale democratie ook hier geen vanzelfsprekenheid is en dat het nooit meer wordt zoals het nooit was; dat het verzonnen witte Nederland van Wilders en het verzonnen gezellige multiculti Nederland van Ella Vogelaar moeten wijken voor een land dat een stootje kan hebben.

(Eerder verschijnen in de Groene van 1 december 2009).

Zijn laatste boek:
”De kleine pijn van de vooruitgang”
politieke en culturele strijd in het nieuwe Nederland

uitgeverij Van Gennep, 2009

Menno Hurenkamp

Menno Hurenkamp

Ik schrijf over politiek en maatschappij, doe onderzoek aan de Universiteit naar Amsterdam naar burgerschap en gemeenschappen, geef daar ook af en toe les in. Ik woon een paar jaar lang overwegend in Moskou (Rusland), dus daar schrijf ik soms ook over.

One Comment

  • Piet Jansen says:

    ‘It’s impossible to understand national-socialism without islam’: jaartal 1937.
    Volksbeweging bestaande uit soldaten die zelf (soennieten) haar leiders kiest.

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.