PoliticsWest

Helden: Van klassieke held tot klokkenluider

By Monday 19 September 2011 No Comments

Eutopia heeft me gevraagd om het hier in de openbare bibliotheek in Amsterdam over foute helden te hebben Laten we het eerst eens zijn over wat een held is. Een held is iemand die straffeloos iets roekeloos doet, volgens een bekende omschrijving van de schrijver W.F. Hermans. Die opvatting werd hem ingegeven door de schamele toestand van het Nederlandse verzet in de tweede wereldoorlog.

En inderdaad. Nederlanders en samenzweringen of grootscheepse gevechten, dat is nooit echt iets geweest. Er meldden zich in de tweede wereldoorlog ongeveer evenveel mensen voor het verzet als voor de SS, zo’n 50.000 in totaal en de andere 9 miljoen bleven lekker thuis. En ook had Hermans wel een tamelijk schamper idee over de bijdrage die een individu aan de maatschappij kan geven of heeft te geven: zijn helden gaan worstelend ten onder.

Maar behalve er gevat mee uit de hoek komen in het café kunnen met deze opvatting van Hermans te weinig. Zeker hier en nu. Want wat is dan een foute held, als we aan deze definitie vasthouden? Iemand die gestraft wordt voor iets roekeloos? Of  juist iemand die straffeloos iets heel weinig heldhaftigs doet – een praatje houden in de openbare bibliotheek bijvoorbeeld.  De tegenstelling tussen straf en gevaar is oppervlakkig, daardoor lijken helden te veel op hooligans, ook die doen straffeloos roekeloos. . En de koppeling tussen fout en held werkt ook niet zomaar. ‘Mijn foute held’, de ironie gutst er uit. Maar laten we daarmee niet alle helden te kijk zetten.

Wie beter kijkt ziet allereerst dat er helden zijn die vechten voor de goede zaak, terwijl ze het opnemen tegen krachten sterker dan zijzelf. Dat laatste is natuurlijk wel belangrijk: vechten tegen je gelijke, dat is een kroeggevecht. Helden dwingen bewondering af doordat ze het opnemen tegen reuzen, goden, draken of vijandelijke legers van ongekende omvang. Even ter verduidelijking hier: sporters en andere artiesten kunnen wel idolen zijn, maar het zijn zeker geen helden – ze doen iets waar ze goed in zijn, maar ze leggen niks in de waagschaal. Helden doen dat wel, en klassieke helden doen dat, erg belangrijk,vanwege hun eer.Denk aan Odysseus, Ivanhoe, de soldaat van Oranje. De Noor Fritjof Nansen, op wiens boot ik eerder deze week rondliep. Mensen die niet kunnen slapen wanneer anderen over hen zouden kunnen zeggen dat ze laf zijn. Hun naasten lijden en het zwaard brandt hen in de hand totdat het lijden stopt.

De psychologie van deze klassieke held is nogal recht door zee. Hij of zij voelt dat er iets moet gebeuren, ook al kost het hem of haar het leven. Misschien dat de held zich in eerste instantie verzet tegen zijn taak, maar uiteindelijk doet hij wat moet. De klassieke held heeft een stevig maar sociaal georiënteerd ego, vindt zichzelf belangrijk maar ziet ook abstracte of concrete doelen aan de horizon voor zijn medemensen. Hij snakt naar aanbidding, zijn eer is groter dan zijn angst.

Maar dat eergevoel is in hem geplant door zijn omgeving en dat weet hij. De echte held praat in gedachten met zijn vader, moeder, aanstaande of vrienden, terwijl hij tegen de draak of de bezetter vecht: zien jullie mij wel het goede doen nu, ik doe echt mijn best. En dood of levend, aan het eind krijgt hij een ereteken, een medaille.

Het grote ego van de echte held kan getunneld worden. Hij laat zich sturen, omdat de gemeenschap waarin de held opereert heel is, omdat mens en geloof en gezin en staat voor hem samenvallen en hij gelooft in het spoor dat ze hem wijzen. De wereld van de echte held is nog niet onttoverd, maar vol magie. Een of andere vorm van spiritualiteit is van belang voor het erkennen van echte helden: hij gelooft in een zaak waar we allemaal in geloven, sterker, de held herstelt die zaak.  Een foute klassieke held bestaat dan ook niet, er zijn hooguit tragische klassieke helden. Ajax, die zich van een rots stort nadat hij met schapen gevochten heeft.

Als je iets over een klassieke held wil vertellen, dan is zijn weg naar het doel van een stuk groter belang dan het doel zelf – dat de tegenstander het loodje gaat leggen weten we bij voorbaat, het gaat om het gevecht, om de reis, om de ontberingen. Het is een stuk interessanter wat de echte held meemaakt dan wat de echte held nastreeft.

Dat is held nummer 1, de klassieke held. Maar in al die suffe romans van voor mijn tijd, zei de Russische schrijver Lev Tolstoj ooit geërgerd, houdt het verhaal op zodra de held het meisje heeft veroverd, bij mij begint het drama dan pas.

En inderdaad, want dan, na het huwelijk, na het redden van het land, na het verslaan van de draak, blijkt er nog heel wat mis te kunnen gaan. Dan ontstaan de helden die vechten voor de eigen zaak of zelfs voor de slechte zaak. Dat is held nummer 2. Ze dwingen ook bewondering af – doordat ze dingen doen die wij alleen stiekem willen. Het zijn moderne helden, die het opnemen tegen de burgerlijkheid. Don Quichot, die tegen windmolens vocht. Tijl Uilenspiegel, die het tegen de volgevreten kerk opnam. Robin Hood, die stal van de rijken om het aan de armen te geven. Anna Karenina, die onder een trein sprong omdat ze haar eer te grabbel had gegooid. Hier is het aanbod aan foute helden rijkelijk. De bankrover die wegkomt met 10 miljoen. Berlusconi die 17-jarige meisjes optrommelt voor zijn feestjes.

Iets maakt dat dit soort helden een maatschappelijke of juridische grens overgaan – de diepe overtuiging dat de maatschappij als geheel niet deugt of een slechte jeugd of daaromtrent. Wat belangrijk is, is dat ze een geweldig ego hebben, groter dan hun eer.  Want deze moderne held staat symbool voor de tijd dat mensen leren op eigen benen te staan, buiten de kaders van staat, kerk en familie raken. Dit is een held van de laatste paar honderd jaar – van de tijd dat we begonnen te zien dat tovenarij niet bestaat, je uit ijzer geen goud kunt maken, keizer, koning en paus ook maar falende types zijn, en van de overtuiging of de wetenschap dat in het leven voor de dood meer beloning schuilt dan in het leven na de dood.

Te midden van alle keuzen die je kunt maken sinds we niet meer verplicht naar het gezag van geloof en overheid hoeven te luisteren zijn er foute, maar aantrekkelijke keuzen – en wie daar succesvol in is, is ook een held. De kas tillen, de buurvrouw en de buurvrouw van de buurvrouw verleiden, je baas een grote mond geven, Want deze figuur is ook een held, omdat hij vecht tegen krachten sterker dan hemzelf, maar nu zijn de draken ingeruild voor de moraal. En omdat die moraal in onszelf zit, kan de moderne held heel goed voor eigen zaak vechten en toch een of andere vorm van aanzien krijgen. Maar hij krijgt wanneer hij het goed doet uiteindelijk geen medaille, zoals de klassieke held. Wel een film over zijn levenswandel. Want we watertanden onwillekeurig wanneer we naar deze helden kijken.

Als je iets over dit tweede heldentype wil vertellen, dan gaat het om zijn motieven. Ook hier weer niet waar hij eindigt of wat hij bereikt, maar zeker ook niet hoe zijn leven verloopt – want bij de klassieke held zijn de heldendaden van belang, maar wat Berlusconi precies uitspookt met Ruby, dat kan iedereen zelf wel ongeveer verzinnen. Als we het al willen weten. Veel interessanter is wat de moderne held er toe brengt om buiten de oevers van het betamelijke te treden. Je moet in zijn hoofd stappen, ons laten zien wat hij denkt, waarom hij doet wat hij doet. Voelen ze de noodzaak om zich te rechtvaardigen, voor hun wandaden? Of zeggen ze: jij zou het in mijn positie ook gedaan hebben, tegen de schaarse vrienden die ze hebben. En zeggen ze tegen hun moeder: neem ik niet altijd bloemen mee?

Dus dan hebben al twee heldensoorten. Maar is er nog een helden-categorie. Er is de klassieke held, die geruststellend optreedt, hij of zij schept eenheid; dan is er de moderne held, die ons laat zien hoe mooi ons leven zou kunnen zijn, hij of zij schept fantasie; en daar volgt dan uit dat er tegenwoordig zoiets is als de ‘postmoderne’ held. Alleen is dat woord postmodern een kletsterm. Laten we daarom zeggen: de nieuwe held. En het is treurig maar waar: de nieuwe held is een eenzaam figuur. De klassieke held is alleen eenzaam tijdens zijn daden, de moderne held is alleen eenzaam in zijn biecht, maar de nieuwe held is permanent verlaten.

Het gaat hier om de eenlingen, die voor de goede zaak vechten zonder dat anderen dit willen zien. Die een claim op de waarheid hebben die ons onrustig maakt.  De klokkenluiders, whistle-blowers – die misstanden in de politiek, in bedrijven, in de maatschappij aankaarten, maar die daar noodzakelijk argwaan voor terug krijgen. Twintig, dertig jaar geleden waren ze kluizenaars geworden en gebleven. Het probleem met de euroambtenaar Van Buitenen die klaagde over valse declaraties in het Europese bureaucratie was dan snel opgelost geweest. Weg die man, ontslaan en dan vergeten. Uitlachen en dan laten wegrotten. Maar nu, met zoveel hongerige websites en televisiezenders die de hele tijd gevoed moeten worden, duiken hij en zijn soortgenoten telkens weer op.  Er moeten talkshows gevuld, roddelrubrieken draaien, politieke partijen opgericht of ondersteund, dus elke klokkenluider vindt elke week wel weer wat aandacht.

Maar er gaat iets mis.. Iedereen gelooft wel dat deze nieuwe held iets te zeggen heeft, maar een avond met hem in het café is geen aantrekkelijk idee. Doordat de held een beetje raar is. Doordat mensen machtiger dan de held zeggen dat hij gek is.

Doorzakken met een van de mannen die Bin Laden doodde, zo’n echte held van de Seals – móói. Uit eten met Bill Clinton, een moderne held, waarom niet? Maar een parkwandeling met Wikileaks koning Julian Assange, of het voormalig lid van het koninklijk huis Edwin de Roy van Zuidewijn? Hmm. Liever niet. Want aan de oppervlakte zijn het eenlingen, bezeten van hun eigen gelijk, niet in staat om over iets anders te praten dan hun eigen tragisch lot. En dat is voor een gesprekspartner al vervelend genoeg. Verkeren met misfits, liever niet. Maar daaronder borrelt het beroep dat dit soort nieuwe helden doen op de rechtvaardigheid. Open je ogen, zeggen ze, mij is straffeloos onrecht gedaan en dat zegt iets over jou, over ons allemaal. Je weet dat je je laf gaat voelen wanneer je lang in de buurt van zo’n nieuwe held bent; niet ook een beetje trots, niet ook een beetje verlekkerd, maar laf.  Dus vermijd je dat.

Erken mij toch, roept Edwin de Roy van Zuidewijn al jaren. Eerst als jongen van adel, druk met stambomen die zijn hoge afkomst moesten bewijzen. Toen als slachtoffer van de slangenkuil die koninklijk huis heet. En iedereen moest een beetje lachen om deze nepbaron die een prinses verleidde. Een schroefje in de muur dat een microfoon was. Maar hoe vaak het ook officieel ontkend wordt, niemand heeft enige moeite om zich voor te stellen hoe de majesteit wat ambtenaren op pad stuurt om deze parvenu te plagen. En ja, die koningin zit daar wel namens ons allemaal, met ons geld. Dus daar zouden we eigenlijk iets over te zeggen moeten hebben. Dat knaagt. Maar dat ga je natuurlijk niet toegeven aan een jongen die uit verlangen naar aandacht naar de rechter liep om een omgangsregeling met de hond van zijn ex vrouw de prinses af te dwingen.

Ik ben een held, roept Julian Assange, ik heb de samenzwering die Amerikaanse buitenlandse politiek heet ontmaskerd. Maar we zien een megalomane ijdeltuit die een aanklacht wegens verkrachting aan zijn broek heeft en over wie voormalige vrienden alleen maar narigheid vertellen. We weten dat politici regelmatig een loopje met ons nemen – al die beloften, massavernietigingswapens, niet bezuinigen op de aow, geen belastingverhoging. Maar zo leuk is het niet om er aan herinnerd te worden dat je je permanent laat belazeren. Zeker niet door een jongen met groen haar.

Samen met een klassieke held straalt iets van zijn roem ook op jou af, je hoeft je niet echt te schamen want de held heeft zijn heldendaad ook voor jou gedaan, jullie zijn verbonden.  Samen met een moderne held straalt iets van diens lef of onbekommerdheid op je af, en dat is verrukkelijk. Zelf heb je je niet te verantwoorden en toch voel je je even dapper. Maar samen met een nieuwe held is het tobben: de samenleving zegt dat hij gek is, maar je gevoel aarzelt. Je moet zelf oordelen.  Is het een erezaak die speelt, of een ego-zaak? Hij vecht, maar we weten niet zeker met wat. Hij durft demonen tegemoet te treden, geen klip en klare slechteriken zoals de klassieke held zou doen, en ook niet de gevestigde normen in de maatschappij, maar ongewisse tegenstanders, die misschien wel en misschien niet bestaan, en dat wekt jaloezie, onrust.

De nieuwe held zou allang van het podium zijn verdwenen als er niet zoveel podia in de aanbieding waren. In het Frans bestaat een uitdrukking die zegt dat in de ogen van zijn knecht niemand een held is – waarmee bedoeld wordt dat binnenskamers zelfs helden gewone mensen zijn. Maar dat is een cliché. Is het niet de schuld van de knecht en zijn knechtenziel, dat hij de held niet kan  herkennen? schreef de Schot Thomas Carlyle in zijn studie Heroes and Worship.  De grote openbaarheid schept bijna automatisch een knechtenmentaliteit- we willen alle zwakke plekken van iedereen weten. Als iemand het opneemt tegen de macht, dan lekt de macht belastend materiaal – exit held, enter lastpak. Als iemand het opneemt tegen het lot, dan gaan de media met hem aan de haal. De 43 jarige man die op 30 maart van dit jaar in Sushuisterveen een 19 jarig meisje uit het water redde en door de Telegraaf tot held werd verklaard, krijgt morgen een rubriek op de regionale TV en blijkt overmorgen een belastingontduiker.

De nieuwe held is altijd een foute held. Hij is te eerzuchtig of rechtvaardig om zijn gemak te houden,  maar te zichtbaar in al zijn zwakte om het definitieve gelijk te krijgen. Samenvattend: bij de klassieke held, die niet fout kan zijn, draait het verhaal om zijn daden; bij de moderne held, die menselijke fouten maakt, draait het verhaal om zijn motieven; en bij de nieuwe held, fout uit de aard van de zaak draait het om zijn langzame maar onvermijdelijke ondergang.

EUTOPIA, herfst 2011

Menno Hurenkamp

Menno Hurenkamp

Ik schrijf over politiek en maatschappij, doe onderzoek aan de Universiteit naar Amsterdam naar burgerschap en gemeenschappen, geef daar ook af en toe les in. Ik woon een paar jaar lang overwegend in Moskou (Rusland), dus daar schrijf ik soms ook over.

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.