BooksMiddle EastPolitics

De Middellandse Zee: het Vloeibare Continent

By Tuesday 10 April 2012 No Comments

Van de Rots van Gibraltar tot Ceuta is het iets meer dan twintig kilometer. Zo dicht liggen de noordelijke en de zuidelijke kust van de Middellandse Zee op het smalste punt bij elkaar. Die twee punten worden de Zuilen van Hercules genoemd. In de oudheid vormden ze de grens van de beschaving. Ten oosten lag het Middellandse Zeebekken, ten westen ervan lagen de mythische Eilanden van de Hesperiden, het verzonken land van Atlantis en gruwelijke zeeën.

 

 

 ´De intellectuele breedte van Abulafia’s boek is indrukwekkend, maar vooral in politiek opzicht erg belangrijk. Een van de grote verdiensten van het perspectief  van waaruit Abulafia schrijft dat het een kader creëert waarin gebeurtenissen en plaatsen (havens, eilanden, vorstendommen) die in de meer traditionele geschiedschrijving onderbelicht blijven, een historisch betekenisvolle plek krijgen, zoals het vorstendom Aragon, de maritieme republiek Genua, het eiland Malta of havensteden als Triëst of Dubrovnik.´

 

Het Middellandse Zeegebied heeft al eeuwenlang een bijzondere aantrekkingskracht, op Europeanen én op niet-Europeanen. ‘Het hoogste doel van reizen is de kusten van de Middellandse Zee te zien. Aan die kusten lagen de vier grote rijken van de wereld: het Assyrische, het Perzische, het Griekse en het Romeinse. Onze complete godsdienst, bijna al onze wetten, bijna al onze kunsten, bijna alles wat ons verheft boven de wilde, is tot ons gekomen van de kusten van de Middellandse Zee.’ Dat schreef de Engelse auteur Samuel Johnson (1709-1784).

We hoeven het niet eens zijn met alles van wat Johnson hier zegt om te begrijpen wat hij bedoelt. Zelfs met een gemiddelde historische kennis wordt al snel duidelijk dat de Middellandse Zee een cruciale rol gespeeld heeft, niet alleen in de geschiedenis van Europa, maar ook in de relaties tussen Europa enerzijds en Noord-Afrika en het Midden-Oosten anderzijds. In een brief aan zijn broer Stanislaus schreef James Joyce: “Heb jij ooit bedacht wat een belangrijke zee de Middellandse Zee is?” En Paul Valéry noemde de Middellandse Zee niet toevallig ‘een beschavingsmachine’ (une véritable machine à fabriquer de la civilisation).

Het is geen toeval dat deze uitspraken allemaal afkomstig zijn van schrijvers. Kennis van de culturen die ontstonden aan de Middellandse Zee – vooral de Griekse en de Romeinse – behoorden eeuwenlang tot de algemene bagage die hoorde bij de Europese intellectuele vorming. Een bezoek aan de Griekse en Romeinse ruïnes en de belangrijkste kuststeden maakten deel uit van de Grand Tour die Europese jongeren uit de gegoede klasse in de achttiende en negentiende eeuw maakten als onderdeel van hun intellectuele en esthetische vorming.

Het was de Franse historicus Ferdinand Braudel met zijn studie De Middellandse Zee en de mediterrane wereld ten tijde van Filips II (1949, Ned. vert. 1992) die als eerste een wetenschappelijk perspectief opende op de Middellandse Zee. Braudel schrijft een soort van totaalgeschiedenis met evenveel (en vaak meer) aandacht voor geografie, economie en antropologie als voor de louter politieke gebeurtenissen, zoals in de traditionele geschiedschrijving het geval was. Hij benadert de Middellandse Zee als een zelfstandige acteur in het drama van de geschiedenis.

Ook de voorbije halve eeuw zijn er heel wat boeken geschreven vanuit dit mediterrane perspectief, zij het dat de nadruk dan vooral ligt op de noordelijke kustlijn. Maar de dekolonisatie, de naoorlogse migratie, de impact van het Israëlisch-Palestijns conflict, de opkomst van het islamisme, de verrechtsing van Europa, de emancipatie van de Europese moslims, de xenofobie, de effecten van de Golfoorlogen, de Arabische Lente et cetera, dwingen tot een nieuwe visie op de verhouding tussen de twee oevers van de Middellandse Zee.  De Europese landen zijn zich meer en meer bewust geworden van het belang van een mediterrane dialoog op alle niveaus.

In een essay uit 1991 getiteld L’autre cap (De andere kaap) wijst de Franse filosoof Jacques Derrida – een man met joods-algerijnse wortels en dus verbonden met de twee oevers van de Middellandse Zee – op de noodzaak van een herdefinitie van Europa. Hij doet dat onder andere door uitgebreid te refereren aan het opstel dat Paul Valéry  net na de Eerste Wereldoorlog schreef: La Crise de l’Esprit (1919). Daarin analyseert Valéry de crisis van de Europese geest en gaat hij op zoek naar wat Europa tot Europa heeft gemaakt. Het is opvallend dat Valéry de benaming Europa ruimer hanteert dan gebruikelijk. Het gebied van de Middellandse Zee speelt een belangrijke rol in Valéry’s Europese geografie: ‘want de hele mediterrane kustlijn maakt deel uit van Europa: Smyrna en Alexandrië behoren evenzeer tot Europa als Athene en Marseille.’

Derrida’s opstel is een poging om ‘de andere kaap’ van Europa te beschrijven, in het besef dat de zelfdefinitie van Europa op dit ogenblik uitgeput is. Het gaat Derrida niet alleen om ‘de andere kaap’ (‘de andere oever’) van Europa, in de zin van Noord-Afrika en het Midden-Oosten, maar ook en vooral om ‘het andere van de kaap’, de permanente mogelijkheid tot transformatie en herdefinitie. Als de ‘kaap’ verwijst naar land, dan is ‘het andere van de kaap’ het water (i.c. de Middellandse Zee): datgene wat het land, de cultivatie en de cultuur mogelijk maakt. De Middellandse Zee is dan datgene wat niet gefixeerd is: het water, het vloeibare, datgene wat voortdurend beweegt en transformeert, met andere woorden: het ‘Vloeibare Continent’.

De geschiedenis van de Middellandse Zee van de Britse historicus David Abulafia past in Braudels erfenis. Abulafia is een afstammeling van sefardische joden (joden die in Spanje en Portugal woonden) en zijn familienaam duikt enkele malen in het boek op. Zo vertelt Abulafia over een naamgenoot uit de Middeleeuwen, een joodse intellectueel uit Saragossa, die naast de kabbala ook de joodse en christelijke mystiek bestudeerde en die de Middellandse Zee van het ene uiteinde naar het andere bereisde. Het lijkt erop dat David Abulafia in zijn 700 pagina’s dikke boek dezelfde reis onderneemt.

De inzet van Abulafia’s studie kan alleen maar ‘episch’ genoemd worden. Hij overziet zomaar eventjes 25.000 jaar geschiedenis van de Middellandse Zee. Want het is de zee zelf die centraal staat in dit boek, de zee en haar impact op de mens en zijn beschavingen. Het is dus geen toeval dat Abulafia begint met een opsomming van de namen die de Middellandse Zee kreeg: de Mare Nostrum (Onze Zee) van de Romeinen, de Akdeniz (Witte Zee) van de Turken, de Yam gadol (Grote Zee) van de Joden, het Mittelmeer van de Duitsers, het Grote Groen van de Egyptenaren. Daar zijn door schrijvers heel wat namen aan toegevoegd: de Binnenzee, de Omcirkelde Zee, de Vriendelijke Zee, de Trouwe Zee, de Bittere Zee, de Corrupte Zee. Misschien is de meest tot de verbeelding sprekende naam wel het Vloeibare Continent, alsof de Middellandse Zee een continent is dat verschillende volkeren, culturen en economieën omvat. In plaats van de geschiedenis te schrijven binnen de kaders van de natiestaat, concentreert Abulafia zich op de volkeren die de Zee bevoeren en haar kusten bevolkten, en daaruit komt ook zijn aandacht voor commerciële netwerken, handelaars, migratiestromen en veroveringen voort.

Het moet gezegd: de Middellandse Zee heeft een rijke geschiedenis geschreven: één blik op de lijst van landen die aan de zee grenzen maakt dat duidelijk. Voor Abulafia is geschiedenis in de eerste plaats mensenwerk; daarin verschilt hij van Braudel, die in zijn studie heel veel aandacht schonk aan geografische en klimatologische factoren, zoals stromen en winden. Abulafia legt meer nadruk op de menselijke beslissingen, bijvoorbeeld om bepaalde eilanden of kuststeden te veroveren met militair-strategische, praktische of economische bedoelingen. Abulafia geeft een chronologisch overzicht van de geschiedenis van de Middellandse Zee vanaf de oudste menselijke sporen in dit gebied die al van 22.000 v. Chr. Dateren, tot en met de meest recente ontwikkelingen in het jaar 2010. De inzet van de studie is de manier waarop de Middellandse Zee tot één commerciële, culturele of zelfs (onder de Romeinen) politieke zone uitgroeide en de soms gewelddadige desintegratie, of die nu kwam door oorlog of door de pest, die erop volgde.

Abulafia toont hoe de Middellandse Zee verdeelt en samenbrengt. Ze is uitgestrekt genoeg om zeer verschillende beschavingen voort te brengen, maar niet zo uitgestrekt dat ze contact onmogelijk maakt. De uitdagingen van de eenentwintigste eeuw zijn gigantisch: de migratie vanuit het zuiden, de verdere ontwikkeling van de Arabische Lente, het Israëlisch-Palestijnse conflict, de financiële crisis in Griekenland en Portugal, het zijn slechts enkele van de uitdagingen waar de Middellandse Zee en haar bewoners voor staan. De Middellandse Zee is daarmee wellicht een van de meest interactieve zeeën van onze planeet, en haar rol van ‘beschavingsmachine’ is verre van uitgespeeld.

De intellectuele breedte van Abulafia’s boek is indrukwekkend, maar vooral in politiek opzicht erg belangrijk. Een van de grote verdiensten van het perspectief  van waaruit Abulafia schrijft dat het een kader creëert waarin gebeurtenissen en plaatsen (havens, eilanden, vorstendommen) die in de meer traditionele geschiedschrijving onderbelicht blijven, een historisch betekenisvolle plek krijgen, zoals het vorstendom Aragon, de maritieme republiek Genua, het eiland Malta of havensteden als Triëst of Dubrovnik. Het is, met name voor een westers publiek dat vaak de neiging heeft de Arabisch-islamitische wereld als een volstrekt ‘andere’ te zien, inziet hoe intens en complex de uitwisseling tussen west en oost historisch is geweest. In bredere zin is De geschiedenis van de Middellandse Zee  misschien een aanzet tot een transnationale, geïntegreerde geschiedschrijving die recht doet aan de geglobaliseerde wereld waar we in leven.
Erwin Jans

David Abulafia, De geschiedenis van de Middellandse Zee (Spectrum, Houten, 2011) ISBN 9789049106874

Erwin Jans

Erwin Jans

Erwin Jans is dramaturg aan het Toneelhuis te Antwerpen en doceert aan de KULeuven (culturele studies) en aan de Hogeschool Antwerpen. Van hem verscheen onlangs het boek Interculturele Intoxicaties. Over Kunst, cultuur en verschil. (EPO, 2006).

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.