PoliticsWorld

Velen in-één afrika één Afrika met velen

By Friday 8 September 2006 No Comments

Als verschillende mensen uitdrukking geven aan hun verschillende identiteiten, dan wordt daar vaak waarderend naar gekeken, als een uiting van diversiteit. Zoiets kan helpen bij aanspraken op politieke en andere rechten.
Maar de samensmelting van verschillende identiteiten in één identiteit wordt vaak argwanend bekeken, omdat het kan impliceren dat rechten en verscheidenheid wellicht worden opgeofferd in het proces waarbij deze nieuwe combinatie wordt gevormd.
Ook wordt er van een gecombineerde of hybride identiteit gedacht dat ze minder loyaliteit opwekt dan een identiteit die is gebaseerd op afkomst, biologie, cultuur en specifieke gedragspatronen. Er wordt wel beweerd dat een gecombineerde identiteit uitmondt in een schizofrene of gefragmenteerde vorm van loyaliteit, die in slechte economische en politieke tijden tot een crisis zal leiden.

Als meerdere identiteiten samensmelten tot een gecombineerde identiteit, dan blijft er een residu van loyaliteit dat afkomstig is van de oude, afzonderlijke entiteiten. Erger nog: tenzij er een nieuwe ontologische basis komt voor het ‘combinatie-initiatief’, en de wil aanwezig is om over oudere identiteiten heen te groeien, zal er een neiging zijn tot een gesplitste loyaliteit en zelfs tot gefragmenteerde uitdrukkingen van identiteiten.

Dit zou een hybride identiteit grenzenloos instabiel maken. Het gevaar van een combinatie kan daarom groter zijn dan de situatie waarbij de afzonderlijke gefragmenteerde identiteiten blijven bestaan.

Sommige leiders van de eerste post-koloniale generatie hebben de bovenstaande argumenten gebruikt tegen de ‘combinatorische’ ambities waarbij men uitdrukking wilde geven aan een Afrikaanse identiteit.
Afrika mocht geen gehoor geven aan deze ambities, ondanks dat bijna alle leiders van de post-koloniale staten tijdens de dekolonisatie in de jaren ’60 opriepen tot politieke eenheid in Afrika. Dergelijke oproepen zorgden dat de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) het licht zag, maar niet dat er eenheid in Afrika kwam.
De staten kregen hun soevereiniteit volgens de regels waaraan Afrika in de koloniale tijd onderworpen was geweest, zonder enige hervormingen.
Er kwam een proces van natievorming waarbij Afrikanen bewuste staatsburgers moesten worden van hun merendeels gefragmenteerde, post-koloniale staten. Dit kon deze landen overigens niet vrijwaren van ontwrichting, of van de dreiging van desintegratie als gevolg van etniciteit en stamverbanden.
Interne uitbarstingen werden bovendien vaak gevoed door externe belangen. De reden dat de zoektocht naar een Afrikaanse identiteit zo urgent is, ligt in het feit dat veel ontevreden identiteitsgroepen verzet plegen door te profiteren van de structurele zwakheden in de post-koloniale staat, met zijn immer aanwezige willekeur en zijn onvermogen om werkelijke onafhankelijkheid te bereiken en verantwoording af te leggen aan de bevolking.

Er wordt dus gezegd dat een combinatie-identiteit minder loyaliteit oproept dan een identiteit die dichter bij de mensen staat. Maar er zit meer waarheid in een andere stelling: als groepen die weinig met elkaar gemeen hebben in één staat worden samengevoegd, of als één groep die juist wel een eenheid vormt wordt verdeeld over verschillende staten, dan gaan bepaalde groepen hun etniciteit gebruiken om meer politieke macht te krijgen.

De betekenis van identiteit

Op zichzelf is het uitdrukking geven aan een bepaalde identiteit niet goed en ook niet slecht. Een identiteit veronderstelt de aanwezigheid van twee onderling afhankelijke entiteiten: de ene is het ego, het zelf, de mens van binnen, of de in-groep. De andere is de buiten-groep, buitenpersoon, of de ander. Historisch en antropologisch gezien is het begrip etniciteit een krachtige uitdrukking van identiteit.
De leden van een etnische groep hebben bepaalde fysieke en sociale kenmerken en vertonen een bepaald gedrag. Ook hebben ze hun eigen mythen over waar ze als volk vandaan komen.
De etnische identiteit wordt vaak gebruikt als een scheidslijn voor in- en uitsluiting, om te bepalen wie er bij de groep hoort en wie niet.
Een dergelijke categorisering van mensen is vaak gebaseerd op:
a) fysieke kenmerken als huidskleur en haar,
b) sociale kenmerken als taal en religie,
c) gedragspatronen, zoals rituelen en traditionele gebruiken
en d) mythen die zijn gebaseerd op een al dan niet vermeende gemeenschappelijke afkomst, een gedeelde geschiedenis en gemeenschappelijke sociaal-politieke ervaringen.

Sommige mensen zien identiteit als iets dat van nature onveranderlijk is; een historisch bepaald concept dat is gevormd door een binair stelsel: in- en uitsluiting, bijzonderheid en algemeenheid, binnen en buiten. In dit ‘naturalistische’ concept van identiteit wordt historische interactie gedefinieerd als de verdediging van identiteiten. En hoewel de geschiedenis kan zorgen dat identiteiten enigszins ‘verdund’ raken, kunnen ze uiteindelijk niet worden opgeheven.
De aanhangers van het concept van een vaststaande en ‘essentialistische’ identiteit benadrukken de onveranderde culturele en psychologische eigenschappen die van belang zijn om te overleven. Ook wordt gewezen op de ‘roots’ van de identiteit, de erfelijkheid en het bloed. Dergelijke opvattingen over vaststaande identiteiten, waarbij geen verdunning door enige sociale of historische ervaring wordt getolereerd, kunnen ontaarden in rassenwaan. Zo ontmoette ik ooit op een feest in Durban een Engelsman die oorspronkelijk uit Liverpool kwam.
Hij vertelde me dat hij ging emigreren naar Canada. Ik vroeg hem waarom hij weg wilde uit Zuid-Afrika. Tot mijn verbijstering gaf hij een volledig racistisch antwoord: “De zwarten zullen nooit veranderen.” Hij was er van overtuigd dat Zuid-Afrika onder zwart leiderschap vroeg of laat zou imploderen. Dit is een duidelijk voorbeeld van een raciaal concept over wie het recht heeft om te regeren, en wie niet. Ik zei dat Zuid-Afrika hem en zijn verachtelijke racistische ideeën kon missen als kiespijn.

Een identiteit waarin veel waarde wordt gehecht aan natuurlijke eigenschappen op het gebied van genealogie, verwantschap, ras, stam en religie is bekrompen en leidt vaak tot barbaarse toestanden. Aanhangers van dergelijke concepten verzetten zich tegen hybridisatie. Ze worden voortgedreven door de wens om te heersen en te onderdrukken.

De controle over de vrouwelijke seksualiteit is één van de belangrijkste elementen van de essentialistische identiteit. Om te zorgen dat vrouwen hun kinderen opvoeden als leden van de groep (qua ras, etniciteit, religie, familieband of stamverwantschap), moet er over hen worden geheerst. Door het uitoefenen van druk worden huwelijken, al dan niet formeel, gearrangeerd om te zorgen dat het reproductieve vermogen van de vrouw bijdraagt aan de eigen raciale en etnische groep.
Deze controle over de vrouwelijke seksualiteit is cruciaal bij de essentialistische strategie om de identiteit puur en onverdund te houden. Ook moeten huwelijken vaak binnen dezelfde religie plaatsvinden, en wordt er misprijzend gekeken naar gemengde huwelijken.

We hebben een ernstig probleem in Afrika met betrekking tot de onderdrukking van vrouwen als gevolg van naturalistische en religieuze uitingen van identiteit.

Gelukkig wordt er in Zuid-Afrika tegenwoordig een serieuze poging ondernomen om een genderrevolutie tot stand te brengen, om zo alle essentialistische ideeën aan te pakken die de vrijheid van handelen van de Afrikaanse vrouw belemmeren.

Het creëren van een Afrikaanse identiteit

Een Afrikaanse identiteit moet zijn gebaseerd op een afwijzing van het essentialisme. Er bestaat geen fundamenteel Afrikaanse aard die tot in alle eeuwigheid vastligt. Afrika heeft altijd al midden in de geschiedenis gestaan. Haar identiteit moet tot uiting komen in de afwijzing van racisme, etniciteit, bekrompenheid, exclusiviteit en barbarij. Het moet een identiteit zijn die is geworteld in een vroegere beschaving, waarin onrechtvaardigheid werd veroordeeld en de wereld werd gehumaniseerd. Daarom moet de Afrikaanse identiteit uitgaan van veelomvattendheid, non-essentialisme en emancipatie. De negatieve associaties van essentialisme moeten worden vervangen door positieve zaken als de opbouw van een tolerante, beschaafde en combinatorische Afrikaanse identiteit. Zoals de gerenommeerde Afrikaanse wetenschapper Ali Mazuri opmerkte, heeft Afrika ‘social engineering’ nodig: “benadrukken wat Afrikaans is, nationaliseren wat tribaal is, idealiseren wat inheems is en inheems maken wat nu nog buitenlands is.”
Dit is één van de belangrijkste taken bij de vorming van de Afrikaan en de Afrikaanse natie, die wel degelijk bestaan en ook door vriend en vijand worden erkend. Dat geldt zowel voor diegenen die Afrika omschrijven aan de hand van de negatieve aspecten, als voor mensen die de positieve zaken benadrukken, zoals de vroegere president van Ghana, Kwame Nkrumah, en de huidige president van Zuid-Afrika, Thabo Mbeki.

Afrika roept zowel negatieve als positieve connotaties op. Mensen die Afrika alleen in het licht van de negatieve aspecten zien, reageren sterk afwijzend op elk positief verhaal. Diegenen die een positieve grondhouding hebben, bestrijden voortdurend de negatieve beeldvorming van de Afrikaan en de Afrikaanse natie.

Het begrip dat in redeneringen over de negatieve beeldvorming over Afrika vaak naar voren komt, is ‘blamage’, dat voortkomt uit het naar puurheid strevende essentialisme en racisme.
Het krachtigste middel dat de aanhangers van het essentialistische concept (Afrikanen en niet-Afrikanen) gebruiken om Afrika te typeren, is het kleineren van het vermogen van Afrikanen om zelf hun problemen op te lossen. Voor dit doel wordt Afrika geassocieerd met blamages en wanhoop.
Enige voorbeelden: “Afrika is een natie die lijdt aan ongelofelijke ziektes” (president Bush jr.) Afrika is “van de wereld” en wordt bestuurd door “particuliere, indirecte regeringen” (Achille Mbembe). Afrika is een “geketend continent” (R. Guest). Het is een “hopeloos continent” (The Economist). Het is het “Hart der duisternis” (Josef Conrad). “Afrika functioneert in wanorde” (Chabal en Daloz). “Het is net als bij de zondeval van Adam en Eva. Er is alleen hoop voor Afrika als de boom van het kwaad hoop kan geven” (Bayart). Deze minachting en wanhoop zijn werkelijk verbijsterend. Dit gaat verder dan een beschrijving van een situatie, het is een morele veroordeling van Afrika.

Dankzij Thabo Mbeki’s concept van een Afrikaanse renaissance beschikken we tegenwoordig over een positieve omschrijving van Afrika en de Afrikanen.
Deze optimistische, niet-veroordelende en niet-verwijtende benadering opent nieuwe perspectieven voor Afrika om de historische kans op een post-koloniale revolutie te grijpen. Het nieuwe concept bouwt voort op de prestaties van Afrikanen over de hele wereld, zonder dat de problemen worden ontkend.

De belangrijkste zaak waar Afrikanen moed uit kunnen putten, is het feit dat ze een belangrijke vijand hebben overwonnen. Afrikanen kunnen met recht trots zijn op hun overwinning op het kolonialisme en de dominantie van witte minderheden. De pan-Afrikaanse integratie is echter een doel dat moeilijker te bereiken is. Ondanks alle inspanningen van de OAE, de AU (Afrikaanse Unie), de NEPAD (New Partnership for Africa’s Development) en andere regionale en bovenregionale organisaties, staat de pan-Afrikaanse politieke en economische integratie nog in de kinderschoenen. Eén van de belangrijkste oorzaken daarvoor is het ontbreken van een ideologie.
Het pan-Afrikanisme heeft zich, ondanks een aantal positieve bijdragen, vooral als een losse beweging ontwikkeld, en niet zozeer als een duidelijk raamwerk voor Afrikaanse integratie. Walter Rodney heeft eens gezegd: “De OAE doet veel meer om de Afrikaanse integratie te frustreren, dan om deze te realiseren.”
De reden daarvoor is dat de leiders van de post-koloniale staten die de OAE hebben gevormd, nooit een gemeenschappelijke Afrikaanse eenheids-ideologie hebben gehad die verder ging dan verzet tegen kolonialisme en racisme.
Frantz Fanon wees er op dat dit verzet op zichzelf niet voldoende is om de volledige vrijheid van Afrika te bereiken. Hij formuleerde het als volgt: “In feite vormen het kolonialisme en zijn afgeleide vormen niet de huidige vijanden van Afrika. Over niet al te lange tijd zal dit continent worden bevrijd. Naarmate ik mij meer bezighoud met politiek en verschillende culturen, ben ik ben steeds meer van mening dat het grootste gevaar voor Afrika ligt in de afwezigheid van ideologie.”

Afrika heeft altijd één doel gehad dat door alle politieke gezindten werd nagestreefd: eenheid. Dit hoort ook bij de identiteit van de Afrikaan.
Toen in 1963 de OAE werd opgericht, hadden verschillende uiteenlopende groeperingen de eenheid als gemeenschappelijk ‘identiteitsdoel’. Dat gold voor de radicale Casablancagroep, met als slagzin “Africa Must Unite Now”, maar ook voor de conservatievere Monroviagroep, die geleidelijk een verenigd Afrika tot stand wilde brengen. We kunnen dus stellen dat zij het eens waren over het uiteindelijke doel, maar van mening verschilden over de strategie. De belangrijkste architect van de Monroviagroep, de in 1993 overleden president van Ivoorkust Felix Houphouët-Boigny, verklaarde: “Afrika zoekt haar verlossing in eenheid, door in eenheid tot actie over te gaan.” Tegenwoordig is er zeker sprake van een soortgelijke situatie, waarbij de Afrikaanse Unie in de plaats is gekomen voor de OAE. Sommige Afrikanen willen het tempo van de integratie opvoeren, terwijl anderen denken dat een geleidelijke aanpak kan zorgen dat er geen chaos ontstaat na een plotseling tot stand gekomen eenheid. Maar net als in de eerdere periode hebben beide kampen hetzelfde doel.

Terwijl rechts zegt dat we deze eenheid door middel van een doelgerichte coördinatie tot stand moeten brengen en de landen over een langere periode beetje bij beetje hun soevereiniteit moeten afstaan, wil links snel de Afrikaanse post-koloniale staten samenvoegen. Het feit dat er geen verschil van mening bestaat over het uiteindelijke doel is wellicht een gunstige ontwikkeling, en een goed voorteken voor het project van de Afrikaanse eenheid.

De verscheidenheid binnen Afrika is de zwakke plek die het project zou kunnen verstoren. Het gebrek aan toewijding aan de Afrikaanse eigenheid blijft het meest schrijnende probleem bij pogingen om een volledig gedekoloniseerde toekomst van Afrika vorm te geven. Afrikanen erkennen het Afrikaan-zijn niet als hun primaire identiteit, en hebben deze identiteit vaak nog niet eens ontdekt. Ze geven vanaf hun geboorte tot aan hun dood nog steeds uiting aan meervoudige identiteiten, en zien het feit dat ze Afrikaan zijn niet als doorslaggevend. De reden dat veel Afrikanen de “Ik ben een Afrikaan”-speech van Thabo Mbeki aantrekkelijk vinden, is dat hiermee een basis ontstaat om de Afrikaanse natie op te bouwen.
De toespraak heeft het fundament voor een gemeenschappelijke identiteit gelegd.

Tussen het individu en de mensheid ligt de natie. Als er ooit een Afrikaans staatsburgerschap komt, dan zal er sprake zijn van een identiteit die is gebaseerd op de Afrikaanse natie. Het proces dat hier naartoe leidt, is in de laatste drie jaar versneld door de nieuwe retoriek waarmee wordt geprobeerd om de landenorganisatie AU te veranderen in een volkerenorganisatie.

Maar Afrika is geen land. Afrika is eerder een concept dat gekenmerkt wordt door het streven naar vrijheid. Daarbij gaat het om mensen die met geweld van hun grond zijn verdreven en waarvan elke dag de grondstoffen worden gestolen. Hun menselijkheid en vrijheid worden hen ontzegd met behulp van hardvochtige en onrechtvaardige internationale afspraken, waar ze zelf niet bij betrokken zijn geweest. Zo bekeken drukt de Afrikaanse identiteit de wens uit om te dromen, om angst te overwinnen, om verzet tegen onderdrukking te plegen en om een ideaal te verwezenlijken. Wat ontbreekt, is de ideologie en de doelgerichtheid om Afrikanen te verenigen zodat ze kunnen bouwen aan een identiteit die enerzijds is gebaseerd op verzet tegen kolonialisme en racisme, en anderzijds op een renaissanceproject dat de huidige president van Zuid-Afrika zo goed verwoord heeft. De Afrikaanse identiteit heeft een tweeledig doel: de verwerping van de wanhoop en de omhelzing van de renaissance. Verwerp het negatieve idee over Afrika, en plaats er een positief tegenover. Alleen een ideologie die is gericht op een Afrikaanse natie kan de bevrijding van Afrikanen over de hele wereld tot stand brengen.