PoliticsWorld

Van Nelson Mandela tot Yasser Arafat

By Tuesday 8 August 2006 No Comments

De bevrijdingsoorlog als botsing der beschavingen:
Het 47ste congres van de African Studies Association of the United States is samengevallen met de dood van de Palestijnse leider Yasser Arafat. Naar aanleiding van het overlijden van deze grote strijder zou ik het willen hebben over het onderwerp “bevrijdingsoorlogen als beschavingen die met elkaar in conflict zijn”.


n 1993 stelde Samuel Huntington de vraag of de wereld, na het einde van de strijd tussen de ideologieën, was gedoemd tot een botsing der beschavingen. Maar botsingen tussen beschavingen zijn veel ouder dan conflicten tussen ideologieën.
Voorbeelden van botsingen tussen beschavingen zijn onder meer de vernietiging van de oorspronkelijke culturen in Noord- en Zuid-Amerika, de ontvoering van de Afrikanen en hun transformatie tot slaven, en de kolonisatie van Azië, Afrika en het gebied in de Stille Zuidzee. Botsingen tussen beschavingen gaan eeuwen terug.

In de moderne geschiedenis zijn Europees imperialisme en kolonisatie belangrijke, rechtstreekse oorzaken geweest van dergelijke botsingen. Het gedicht van Rudyard Kipling, “The White Man’s Burden”, werd het volkslied van de Europese expansie.

Een minder grootschalig strijdtoneel van een botsing der beschavingen was het zionisme en de strijd om een joodse staat te stichten, ten koste van het Palestijnse volk. Deze strijd vormde een miniatuurvoorbeeld van imperialisme en kolonialisme.

Het verband tussen westers imperialisme en de zionistische beweging kan het best worden geïllustreerd door een stukje geschiedenis waarin een soort synthese had kunnen plaatsvinden van Jomo Kenyatta en Yasser Arafat. Bijna had Kenyatta de rol van Arafat gehad. Jomo Kenyatta leidde de strijd tegen de Europese annexatie van Kenia en Yasser Arafat was de man die een hard gevecht leverde om te voorkomen dat er steeds meer Palestijns land permanent door Israël werd opgeslokt.
In welk opzicht had de geschiedenis Jomo Kenyatta en Yasser Arafat bijna bij elkaar gebracht?

De zionisten en de zinj

De zionistische beweging kreeg in het eerste decennium van de 20ste eeuw vruchtbare delen van Oeganda en Kenia aangeboden door Joseph Chamberlain, die toen de Britse Minister van Koloniale Zaken was. Het aanbod werd overgebracht door Theodor Herzl.
Op dat moment was de joodse droom: een volk zonder land (de joden) moest een land zonder volk krijgen. De Britse autoriteiten beschouwden in die tijd Oost-Afrika als een “land zonder volk” – met name omdat ze de ‘inboorlingen’ niet als echte mensen beschouwden. Op zijn best waren het de Zinj (zwartjes) van Oost-Afrika.

Omdat Palestina nog steeds onder het Ottomaanse rijk viel, leek de eenvoudigste oplossing dat de joden zich in het vruchtbare Oost-Afrika zouden vestigen, ver verwijderd van de Ottomaanse complicaties.

En zo kon het gebeuren dat Joseph Chamberlain op 21 december 1902 het volgende in zijn dagboek schreef: “Als dr. Herzl ook maar enigszins geneigd zou zijn om naar Afrika te kijken, dan was er geen probleem om geschikt land voor de joodse kolonisten te vinden.”

Op zijn beurt noteerde Theodor Herzl, de grondlegger van het zionisme, in zijn dagboek dat Chamberlain hem “Oeganda” had aangeboden. De zionisten dachten erover na en discussieerden erover, en besloten toen dat “Oeganda” weliswaar een verlengstuk van een toekomstige joodse staat kon zijn, maar niet de kern. Herzl schreef: “Ons uitgangspunt is Palestina of zijn onmiddellijke omgeving. Later zouden we eventueel nog Oeganda kunnen koloniseren; want we beschikken over enorme aantallen mensen die bereid zijn te emigreren.”

Julian Amery, een bekende en gerenommeerde Britse intellectueel, schreef later een biografie van Joseph Chamberlain. Hierin beweert hij stellig dat wat Chamberlain de zionisten aanbood, niet het land was dat wij tegenwoordig “Oeganda” noemen, maar de koele en vruchtbare hooglanden van Kenia. Amery schreef: “Nergens in de tropen is er een beter land voor blanken.”

God had de volgelingen van Mozes het beloofde land aan de overkant van de Rode Zee in het vooruitzicht gesteld, van west naar oost. In 1902 beloofde Groot-Brittannië de volgelingen van Mozes een nieuwe versie van het beloofde land, over land en zee, in Oost-Afrika.

De joden uit de oudheid waren de slavernij in Noord-Afrika ontvlucht en volgden Mozes naar het onbekende. Aan het begin van de 20ste eeuw werden de joden uitgenodigd om veiligheid en asiel te vinden in Oost-Afrika, onder de beschermende paraplu van de Pax Britannica.

Sommige zionisten waren door Chamberlains aanbod in verleiding gebracht. Dit waren een soort zionistische ‘rekkelijken’, die geloofden dat het nieuwe Israël zich overal op Gods aarde kon bevinden waar het uitverkoren volk veilig was. Maar de zionistische ‘preciezen’, die religieuzer en nationalistischer dan de rekkelijken waren, stonden erop dat het nieuwe Israël exact op de plaats moest komen waar eens het Israël uit de oudheid had gebloeid.

Uiteindelijk sloeg de zionistische beweging het Britse aanbod van Oeganda/Kenia af. De Britse koloniale autoriteiten reserveerden daarna de beste gebieden in Kenia voor Europese nederzettingen, in plaats van joodse. Het gebied werd later omschreven als de “White Highlands of Kenya”, in plaats van het “joodse thuisland”. Juist omdat de beste delen van Kenia exclusief aan blanken werden toegewezen, barstte de ‘intifadah’ van de Mau Mau los. Net als bij de Palestijnse opstand, voerden de Mau Mau qua militaire middelen een ongelijke strijd. En net zoals de Israëli’s tanks en raketten in stedelijke centra hebben ingezet, bombardeerden de Britten in het Kenia van de jaren ’50 de wouden van Abedaire.

Als de “White Lands of Kenya” de “Joodse Staat Kenia” was geworden, dan zouden de historische rollen van Jomo Kenyatta en Yasser Arafat anders zijn geweest. De strijd tegen de zionistische annexatie zou zich dan in Oost-Afrika hebben afgespeeld in plaats van het Midden-Oosten. De Mau Mau-beweging zou de intifadah van Kenia hebben gevoerd.

Vergelijkingen tussen het Arabische en Afrikaanse verzet
In 1992 ontmoette ik Yasser Arafat, toen we allebei in het Senegalese Dakar een topontmoeting van de African Heads of State bijwoonden. Voor veel intellectuelen uit ontwikkelingslanden (waaronder ikzelf) was Yasser Arafat een vrijheidsstrijder en een held. Hij voerde met zijn volk een zeer ongelijke strijd tegen zowel een regionale als een wereldwijde supermacht (respectievelijk Israël en de Verenigde Staten). Amerika ondersteunde Israël met geld wapens, terwijl Israël, zoals de meeste van ons dat zagen, meedogenloos een volk dat geen enkele macht had onderdrukte.

Ik was in Dakar om in aanwezigheid van de Organisatie van Afrikaanse Staatshoofden officieel lid te worden van de African Group of Eminent Persons on Black Reparations for Enslavement and Colonization. Deze groep bestond uit twaalf mensen die in opdracht van de Afrikaanse staatshoofden en de Organisatie van Afrikaanse Eenheid moesten onderzoeken hoe, wanneer en onder welke voorwaarden zwarte mensen schadevergoeding zouden kunnen eisen voor eeuwenlange uitbuiting en vernedering.

Tijdens de conferentie in Senegal waren we er ons allemaal van bewust dat er een precedent uitging van de herstelbetalingen die de staat Israël, en de joodse overlevenden van de holocaust, hadden ontvangen van Duitsland. Was er een kans dat zwarte mensen ooit schadevergoeding zouden krijgen voor hun eigen historische lijdensweg van slavernij en kolonisatie?

Mijn korte gesprek met Yasser Arafat ging precies over dit onderwerp: schadevergoeding voor onrecht uit het verleden. Ik stelde de vraag of de staat Israël en het joodse volk ooit de politieke en morele wil zouden hebben om schadevergoeding te betalen aan het Palestijnse volk voor het verloren grondgebied en de pijnlijke verdrijvingen – in dezelfde geest als de schadevergoeding die het joodse volk van de Duitsers had ontvangen. Ik bedoelde het eigenlijk niet eens helemaal serieus, omdat het zo onwaarschijnlijk leek. Maar Yasser Arafat moest niet eens glimlachen. Op ernstige toon antwoordde hij: “De beste schadevergoeding voor de Palestijnen is land, land, land – en onze vrijheid.” Met dergelijke prioriteiten kon je het moeilijk oneens zijn.

Dakar was ook de plek waar ik in 1992 voor het eerst Nelson Mandela ontmoette, die als waarnemer de Conferentie van Afrikaanse Staatshoofden bijwoonde. In mijn gedachten vergeleek ik de vrijheidsstrijder Nelson Mandela automatisch met Yasser Arafat. Op dat moment was geen van tweeën staatshoofd. Nelson Mandela was een martelaar geweest en leider van een volk dat veel doorstaan had, de zwarte Zuid-Afrikanen. Hij had nog maar kort daarvoor, na 27 jaar gevangenschap, zijn vrijheid gekregen.

Yasser Arafat was niet persoonlijk een martelaar geweest, maar ook hij was leider van een volk dat veel geleden had. Arafat zou later in zijn eigen huis in Ramallah nog een gevaarlijker vorm van detentie meemaken dan Nelson Mandela’s gevangenschap op Robbeneiland. Want Nelson Mandela had nooit hoeven vrezen dat het apartheidsregime zijn cel met raketten zou aanvallen, of met nabij gelegen tanks.

Yasser Arafat kreeg te maken met huisarrest en de voortdurende angst om op afstand door Israël vermoord te worden. Paradoxaal genoeg heeft Amerika waarschijnlijk een paar keer Arafats leven gered doordat het de moordzuchtige bedoelingen van sommige Israëli’s wist af te remmen. Arafat leefde lang genoeg om in een Frans ziekenhuis te sterven. Maar de aanvankelijke geheimzinnigheid rond zijn doodsoorzaak gaf voeding aan speculaties over complotten van Israël en andere landen.

Tot aan de jaren ’90 waren de Afrikanen en Arabieren verenigd door wat ze zagen als de “verwante problemen” zionisme en apartheid. Beide ideologieën waren gebaseerd op het idee dat verschillende etnische groepen niet met elkaar kunnen leven zonder fysieke afscheiding. Bij het zionisme vond men het noodzakelijk om de Arabieren in afzonderlijke woongebieden van de joden te scheiden. En bij de apartheid vond men het nodig om de zwarten, onder meer met behulp van de zogenaamde thuislanden, te scheiden van de blanken.

In het politieke leven van de Verenigde Naties en in de Organisatie van Afrikaanse Eenheid, steunden de Arabische landen de strijd tegen de apartheid, deels in ruil voor Afrikaanse steun aan de Palestijnse strijd. Maar er waren ook Afrikaanse en Arabische leiders die omwille van hun principes beide zaken ondersteunden, en niet uit waren op een tegenprestatie. Zulke leiders waren Nelson Mandela en Yasser Arafat, die beiden overtuigde aanhangers waren van de Palestijnse zaak en de anti-apartheidscampagne.

Als je Yasser Arafat vergelijkt met Afrikaanse leiders, dan bevindt hij zich ergens tussen de Zuid-Afrikaan Nelson Mandela en de Zimbabwaan Robert Mugabe. Nelson Mandela werd aanvankelijk wereldberoemd als slachtoffer, maar na 1994 steeg zijn ster zelfs nog hoger als grootmoedige overwinnaar.

Robert Mugabe kreeg zijn grootheid als slachtoffer van een blank minderheidsbewind en als vrijheidsstrijder voor Zimbabwe. Hij bleef tijdens de eerste tien jaar van Zimbabwes onafhankelijkheid (1980 – 1990) een heroïsche figuur. Daarna begon Mugabes neergang, omdat hij door zijn inspanningen om aan de macht te blijven zijn gevoel voor politiek evenwicht verloor.

Yasser Arafat kreeg aan het einde van de jaren ’60 bekendheid als slachtoffer toen hij het lijdende Palestijnse volk ging vertegenwoordigen. In tegenstelling tot de Zuid-Afrikanen en Zimbabwanen zijn de Palestijnen nog steeds niet de baas in hun eigen land. In dat opzicht zijn Arafat en zijn volk geen overwinnaars.

Net als Robert Mugabe werd Arafat steeds minder heldhaftig, en zijn regering steeds corrupter. Maar in tegenstelling tot Mugabe bleef Arafat populair en was hij tijdens zijn leven eerder een figuur die zijn volk verenigde dan verdeelde. Overigens weten we nu dat de Afrikaanse en Palestijnse corruptie kinderspel is vergeleken met de kolossale corruptie in de Verenigde Staten – Enron, Haliburton, Vice-President Cheney, noem ze maar op.

Zoals gezegd kan men dus stellen dat Arafat zich bevindt tussen Nelson Mandela (die als slachtoffer en als overwinnaar triomfen vierde) en Robert Mugabe (heroïsch als slachtoffer, maar als overwinnaar van zijn voetstuk gevallen). Als men Arafat in een ander opzicht wil plaatsen, dan zou men hem kunnen scharen in het rijtje van de vier grootste Arabische verzetsleiders van de 20ste eeuw: Gamal Abdel Nasser van Egypte, die in 1970 stierf, Hafiz Assad van Syrië, die in 2000 stierf, Saddam Hussein van Irak en dus ook Yasser Arafat van Palestina. Dit waren overigens niet noodzakelijkerwijs in alle opzichten de grootste Arabieren, maar wel de grootste leiders van het Arabische verzet tegen het westerse imperialisme en zionisme. Van deze vier Arabische, heroïsche verzetsfiguren, was Yasser Arafat de enige die niet voor miljarden dollars aan tanks, vliegtuigen of raketten had. Israël was Goliath geworden, en Arafat de Palestijnse David. De bijbelse geschiedenis heeft de ultieme paradox opgeleverd.

Is Moamar Kadaffi van Libië de vijfde grote Arabische verzetsleider van de 20ste eeuw? Kadaffi heeft zich niet consequent met de Arabische belangen geïdentificeerd. Zelfs zijn inzet voor de Palestijnse zaak is aan schommelingen onderhevig geweest. Toch is hij acceptabel als vijfde belangrijke Arabische verzetsleider uit het recente verleden.

En hoe zit het met Osama Bin Laden? Is hij een Arabische leider of een moslimleider? Hij zal waarschijnlijk de geschiedenis ingaan als één van de grootste Arabische rebellen aller tijden. Zijn invloed op de wereldpolitiek, ten goede of ten kwade, is uitzonderlijk geweest. Heeft hij de laatste stoot gegeven voor een strijd tussen beschavingen?

Israëli’s, en sommige Amerikanen, vinden Bin Laden en Arafat allebei terroristen. De impact van Arafat op de wereldpolitiek is bescheidener van omvang dan die van Osama Bin Laden. Maar Yasser Arafat is een held met meer legitimiteit in de annalen van culturen die met elkaar in conflict zijn.

Ali A. Mazrui is onder meer hoofd van de Jomo Kenyatta University in Nairobi

Ali A. Mazrui

Ali A. Mazrui

Ali A. Mazrui is onder meer hoofd van de Jomo Kenyatta University in Nairobi.

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.