IslamMiddle East

Journalist worden is makkelijk, als journalist doodgaan is moeilijk

By Monday 30 November 2009 No Comments

De journalist mocht schrijven wat hij wilde. De journalistiek werd een beroep. De journalist werd geldverdiener. Journalisten veranderden in sociale kernfiguren. Journalistiek was niet meer een intellectuele hobby.

Het was een passie en enthousiasme van jongeren, maar ook een strijdtoneel voor de latere jaren. Een aantal journalisten uit de eerste generatie sloten zich aan bij de derde generatie en het was goed dat zij herleefden, maar het werd erg moeilijk om journalist te blijven.

Vurige artillerie en papieren loopgraven. De jeugdige ambitie en noodzakelijk geachte hoogvliegerij werden als een drugsverslaving voor de derde generatie. Als anderen, als directeur, vergunninghouder of columnist, door journalistieke teksten te publiceren, minister en vertegenwoordiger konden worden, waarom de jongeren dan niet? Dit werd het gif voor de derde generatie van Iraanse journalisten. Sommigen kregen een verlangen naar macht en anderen werden betoverd door het westen. Internet kwam en de telex werd afgeschaft, de weblog werd geboren.

Het aantal mensen dat eigen hoofdredacteur werd, nam toe en vreemd genoeg stimuleerde de staat dit afscheid van stof en papier en deze toevlucht naar het buitenland en tot het elektronische papier. Zowel de staat, door verbodsbepalingen, als de oppositie, met verwelkomingen, hebben ons de gelegenheid om journalist te worden, ontnomen.

Wij moeten jaren wachten om journalist te kunnen worden. Vele presidenten en ministers moeten voorbijgaan voordat wij journalisten worden. Maar in Iran is het andersom: generaties journalisten gaan voorbij, maar de autoriteiten blijven jarenlang aan de macht! Zij gunnen ons zelfs geen gelegenheid om fouten te maken; bij de geringste zonde worden wij uit het paradijs van de pers verbannen.

Vandaag de dag is het moeilijk geworden om journalist te blijven. Slechts weinig mensen, zoals Ahmad Bourghani, kunnen journalist blijven, zonder voor een blad te werken. Journalistiek is voor sommigen een doel en voor anderen een middel. Voor sommigen een tussenstap en voor anderen een permanent tehuis. Maar kan men, met deze verboden, moorden, betovering van het westen, mooie weblogs, volgzame pr’s, perfect gedrukte bulletins en lage inkomsten, nog wel journalist blijven? Dit is de verleidende vraag van de derde generatie Iraanse journalisten.

Wij, de derde generatie Iraanse journalisten zijn het beste bekend met de dood. Want wij hebben de dood van vele dierbaren gezien. De papieren dierbaren, die in onze schoot hun leven hebben verloren. Wij, de derde generatie journalisten zijn de meest vernederde journalisten. Wij weten niet of wij of zij een minuut later nog in leven zullen zijn. Noch logica, noch verstand, noch emotie, noch gevoelens beheersen onze toekomst. Niemand kent zijn toekomst, maar iedereen kan voor zijn toekomst – tenminste voor een korte periode- een plan maken, maar wij kunnen zelfs geen planning maken voor de volgende dag.

Elke dag dat wij naar het kantoor van ons blad gaan, weten wij niet of er nog een morgen bestaat. Misschien is morgen een maandag en maandagen zijn de vergaderdagen van de commissie voor Toezicht op de Drukpers. Misschien is morgen een zaterdag, maandag, zondag, dinsdag, woensdag of donderdag waarop een rechtbankafdeling een verbod op ons blad zal uitvaardigen. Goddank dat vrijdag vrij is! Wij hebben niet eens een feestdag. Wij kleden ons zelfs op de vooravond van de feestdagen – terwijl wij onze bladen en tijdschriften feestelijk hebben aangekleed- in het zwart om te rouwen om de bladen die geen feestdag meemaken.

Wij tellen de jaren van ons leven met speciale nummers voor Norouz [Nieuw jaar]; de supplementen die elke dag afnemen. Kijk niet naar onze lach, wij zijn in ons hart in de rouw. Kijk niet naar onze feesten, wij zijn blij om niets. Welk beroep en welk bedrijf kent u waarvan de beoefenaar om de kleinste fout ter dood wordt veroordeeld? Waar vanwege de fout van één persoon, alle werknemers en uitvoerders werkloos raken? Waar vanwege een beschuldiging van 10 jaar geleden, 10 jaar later een verbod wordt uitgevaardigd “en verder niets…” Voor onze generatie was journalist worden makkelijk, maar journalist blijven erg moeilijk.

De wens is in het hart van onze generatie genesteld om in dit beroep te blijven en oud te worden, rijp te worden, specialist te worden, deskundig te worden, journalist te worden. Konden wij maar oud worden. Konden wij maar, net als de hoofdredacteur van Der Spiegel, 50 jaar blijven en niet slechts oud, maar zelfs een fossiel worden. Mijn vader had de wens dat ik naast mijn beoefening van de journalistiek ook in dienst zou treden van een instantie, een ministerie, een organisatie, zodat hij zich ervan kon verzekeren dat ik een baan heb die niet elke dag bedreigd wordt. Hadden zij maar niet elke dag een huis geruïneerd, zodat mijn vader kon geloven dat ik ook echt werk en dat journalistiek geen hobby of afleiding is voor mij.

Konden wij maar, net zo makkelijk als dat wij journalisten zijn geworden, journalisten blijven en als journalisten doodgaan. Was er maar een stuk grond op de begraafplaats bestemd voor journalisten, waar wij na onze dood begraven konden worden. En niet als Mehran Ghassemi op jonge leeftijd doodgaan. Niet als Ahmad Raza Daryaie doodgaan. Die dag zal de Iraanse dag van persvrijheid zijn: de dag dat wij een begraafplaats hebben voor oude journalisten, die achter hun bureau zijn doodgegaan, zal onze feestdag zijn. De dag dat wij als journalist doodgaan en weten dat wij als journalist hebben geleefd. Dus, voor mijn generatie heb ik geen wens behalve een doodswens.

Mohammad Quchani, a leading reformist journalist and editor of many reformist newspapers.

Blad: Etemad-e Melli, nummer 949, 31-03-’88 [22-05-2009]

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.