DiversityPolitics

Meeschuiven met xenofoob electoraat helpt niet

By Sunday 13 June 2010 No Comments

Bij de opmaak van het themanummer over de verkiezingen van ons kwartaaltijdschrift Eutopia, dat ruim voor de verkiezingen verscheen, werd gekozen voor een verkeersbord dat waarschuwt voor een opkomende scherpe bocht naar rechts. Of we de uitkomst van de verkiezingen inderdaad als een scherpe keuze voor rechts kunnen aanduiden is zeer de vraag, gezien de versplintering van het totale electoraat ter rechter- en linkerzijde. Wel kunnen we vast constateren we opnieuw (na de grote zege van de Fortuynisten in 2002) in het doodlopende straatje van een xenofobe politiek zijn terechtgekomen.

De ruwe vreemdelingenangst van Wilders en zijn discipelen (want van een democratische politieke partij is in dit geval geen sprake) is door een groot aantal kiezers  beloond. Nederland is aanvoerder geworden van een heel fout lijstje Europese politici.  Ik kom zo gauw niet op een ander Europees land waar de burgers op dit moment zo gecharmeerd zijn door een politieke beweging waarvan de boodschap zo doordrongen is van angst en haat jegens minderheden en zo vol afschuw jegens Europa.

Acht jaar terug, toen de partij van Pim Fortuyn –  zij het in wat minder militante taal en met een meer diepgravend gedachtegoed – ook electoraal  oogstte met een aanval op de multiculturele samenleving, werd dat ervaren als een opstand van de burger tegen politiek, media en intellectuelen, de maatschappelijke instituties die bij uitstek de leveranciers van identiteit en een gedeelde horizon dienen te zijn voor de samenleving.
De intellectuelen verweten zichzelf dat ze te weinig rekening hadden gehouden met de menselijke behoefte om ergens bij te willen horen, dat ze te lichtvoetig waren omgegaan met het bijzondere van de Nederlandse identiteit en de mogelijke botsing tussen westerse waarden en beschaving met die van (moslim)immigranten.  Onder meer als een reactie hierop benoemden de universiteiten halsoverkop een paar criticasters van de multiculturele  samenleving tot hoogleraars.

Politici verweten zichzelf dat ze het contact met de burgers hadden verloren. Ze moesten weer leren luisteren. Dat betekende in dit geval massaal de oude stadswijken ingaan om vooral de oude autochtone bevolking aan te horen, die zich door de snelle en omvangrijke toename van de immigrantenpopulatie bedreigd voelde.

En dan ten slotte de media. Vooral wat voor kwaliteitsmedia doorgaat hebben zich voorgenomen om nooit meer met een roze bril naar de  multiculturele samenleving te kijken. Bikkelharde columnisten maakten week in week uit gehakt van het cultuurrelativisme en legden de islam op de pijnbank. Ook nam het aantal undercover tv-rapportages over verdachte  moskeeën en fundi-imams toe. Knusse nostalgie over Holland en Oranjes kregen ondertussen op de buis alle ruimte.

Maar alle begrip voor de boze burger (dat sinds 2001 fluctueert tussen 15 en 20 procent van het electoraat)  leidde helaas niet tot een terugkeer van rust en vertrouwen in de samenleving. Het xenofobe gebrul is niet weggezakt, maar is steeds bruter geworden. Angst voor de Ander heeft zich ook weten te nestelen in de hoofden van de komende generatie kiezers. Bij de scholierenverkiezingen, twee dagen voor de nationale verkiezingen die we net achter de rug hebben, kwam de partij van Wilders als de winnaar uit de bus.

Als de grote winnaar van de Kamerverkiezingen claimen Wilders en de zijnen het recht om mee te mogen regeren. Helaas is dat een terechte claim: democratie is een waardevol én riskant stelsel, en het volk heeft gesproken en in grote getale gekozen voor xenofobie als leidraad voor beleid. Al bevalt het ons geenszins, toch zal iedere onafhankelijke observator buiten Nederland constateren dat Nederlanders in steeds grotere getale in de ban van xenofobie zijn geraakt en geneigd zijn om de wereld de rug toe te keren. Anders zouden ze geen politicus omarmen wiens voornaamste prestatie het beledigen van anderhalf miljard wereldburgers is, die Vlaanderen het liefst bij Nederland wil inlijven en beide uit het Europese verband wil halen.

Het meeschuiven naar een antimulticultureel discours door kwaliteitsmedia, intellectuelen en politici, de drie belangrijkste maatschappelijke pijlers die vorm zouden moeten geven aan het politieke denken in Nederland, heeft niet de beoogde normalisering en stabiliteit tot resultaat gehad. Zo oppervlakkig als het multiculturele elan van media, intellectuelen en beleidsmakers gisteren was, zo nietszeggend is hun nieuwe assimilatie-integratieretoriek vandaag; en zo vrijblijvend als de festivalisering van multiculturaliteit was, zo leeg is de ritualisering van inburgering en de ceremonialisering van het staatsburgerschap. De leveranciers van het politieke denken en de politieke dynamiek weigeren om dieper over de multiculturele samenleving na te denken en weigeren eveneens om de nodige draconische maatregelen te nemen op hun eigen werkterrein om het werkbaar te maken.

Het leven met verschillen werd niet gemakkelijker door het verheerlijken van die multiculturele samenleving, maar de ingewikkeldheid van het samenleven met vele culturen in tijden van globalisering zal ook niet wegebben door de scheldkanonnade van Wilders en columnisten op minderheden en islam. Er is meer dan ooit behoefte aan politici: intellectuelen en mediamakers die zich durven te bevrijden uit de klauwen van de boze burger en die, in plaats van alsmaar te luisteren naar het doemdenkende deel van de bevolking en hen na te praten, met aansprekende gedachten en oplossingen komen die de samenleving uit dit dooodlopende straatje wegleiden.

Jozias van Aartsen, de voormalige leider van de VVD en de huidige burgemeester van Den Haag, sprak ooit de wens uit dat Nederland het Europese equivalent zou worden van de bruisende kosmopolis New York.  Een mooie en gedurfde gedachte, die tot de verbeelding spreekt. Ik heb hem, noch andere politici, mediamakers of intellectuelen kunnen betrappen op een gedurfde uitwerking van dit aansprekende vergezicht. Nederland is meer dan ooit toe aan durf, aan durven denken aan verandering.

Shervin Nekuee is socioloog en publicist en medeoprichter van Eutopia, instituut voor politiek, cultuur en kunst

Shervin Nekuee

Shervin Nekuee

In de afgelopen jaren is hij als essayist, publicist en debat programmamaker werkzaam. Zijn hoofdonderwerp is de multiculturele samenleving en dan vooral de culturele en sociale aspecten hiervan. Ook is hij als schrijver en programmamaker zeer betrokken met politiek en culturele ontwikkelingen in het Midden-Oosten, in het bijzonder in Iran.Hij publiceert regelmatig in NRC, de Volkskrant en Trouw. Voor zaal de Unie, het debat podium van Rotterdams Kunst Stichting, maakt hij tussen 2001-2006 programma’s rondom stedelijk, nationaal en internationale trends en vraagstukken. Tevens is hij medeoprichter van het blad EUTOPIA. EUTOPIA is een internationaal georiënteerde Nederlandstalige podium voor politiek en cultuur met een zware accent op multiculturele dilemma’s in Europa. Hij schreef recentelijk een literaire non-fictie over Iran na 25 jaar Islamitische bewind. Het boek heeft “de Perzische paradox” als titel en verschijnt op 8 juni bij uitgeverij de Arbeiderspers. Hij is op zijn negentienjarige leeftijd uit Iran gevlucht, omdat hij niet deel wilde nemen aan de oorlog met Irak. Tussen 1990-1996 heeft hij sociologie gestuurd aan de Universiteit van Utrecht. Aan hetzelfde universiteit is hij van 19996 t/m 2001 verbonden geweest als wetenschappelijke medewerker van onderzoeksunit European Research Centre on Migration and Ethnic Relations (ERCOMER).

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.