Middle EastPolitics

Vrouwen op de arbeidsmarkt in Jordanië

By Wednesday 6 June 2012 No Comments

‘Tot 2000 kwam je Jordanië vrijwel geen vrouw tegen in een toppositie. Niet in de publieke en niet in de private sector. Sindsdien is dat langzaam aan het veranderen. Twee jaar geleden zijn bijvoorbeeld meerdere vrouwen in het bestuur van de kamer gekozen. Een vrouw in de kamer voor industrie en vier vrouwen in de kamer voor commercie. Daarvan zit één inmiddels in het parlement’, vertelt Reem Al-Damen, directeur van het Jordan Forum for Business and Professional Women. Deze NGO startte in 1976 als Business and Professional Women Club om de positie van werkende vrouwen te versterken. Enerzijds door belangen van vrouwen te behartigen op het terrein van arbeidsrechten, anderzijds om te bevorderen dat meer vrouwen op hogere en strategischer posities terecht komen. In 2002 werd het instituut officieel geregistreerd. Sindsdien valt het forum onder het ministerie van Binnenlandse Zaken.

De ondersteuning van vrouwelijke professionals en zakenvrouwen heeft in de loop der jaren steeds meer handen en voeten gekregen. Tot halverwege de jaren negentig was de publieke positie van vrouwen marginaal. Het forum richtte zich destijds voornamelijk op het bevorderen van deelname aan onderwijs en het vergroten van draagvlak voor maatschappelijke participatie van vrouwen. De focus lag op het bedingen van wettelijke regelingen en basisrechten voor werkende vrouwen. Het aantal vrouwen met een academische opleiding is sindsdien fors toegenomen. Velen van hen veroverden na hun afstuderen een baan en zo raakte de samenleving meer gewend aan buitenshuis werkende vrouwen.

Van publieke naar private sector
Vooral werk in de publieke sector trekt veel vrouwen. De overheid is voor veel vrouwen de favoriete werkgever. ‘Banen in onderwijs en gezondheidszorg zijn het meest populair’, vertelt Reem. ‘In deze branches werken vandaag de dag veel meer vrouwen dan mannen. Daarnaast vervullen veel vrouwen kantoorfuncties binnen de overheid. De meesten doen uitvoerend werk. Er zijn relatief weinig vrouwen op meer strategische posities. Jordaanse vrouwen zijn over het algemeen niet ambitieus. Liefst hebben zij een gemakkelijk baantje met vaste kantoortijden. Hun focus ligt meer op thuis en het gezin en degenen die wel graag hogerop willen, stuiten vaak al snel tegen het glazen plafond’.

De favoriete werkgever van vrouwen heeft de laatste jaren echter vrijwel geen banen meer te vergeven. Sterker nog, er verdwijnen zelfs steeds meer overheidsfuncties. Dat komt door de efficiëntie slag die de overheid moet maken, omdat de kosten de pan uit rijzen, maar ook door de privatisering van diverse overheidsdiensten. Water- en energievoorziening zijn bijvoorbeeld naar commerciële bedrijven  overgeheveld. Dat vrouwen weinig kans meer maken op een betrekking bij de overheid, betekent voor de meesten een grote omslag. De goede rechtspositie en gunstige arbeidsvoorwaarden zijn in de private sector veel minder vanzelfsprekend.

‘Regelingen voor vrouwen, zoals zwangerschapsverlof, kinderopvang, vakantie en gelijke betaling als mannelijke collega’s zijn bij de overheid goed geregeld, maar worden binnen het bedrijfsleven vaak met voeten getreden’, zegt Reem. ‘Wettelijk is er in Jordanië veel op orde. Maar in de praktijk worden veel afspraken aan de laars gelapt. Werkgevers in de private sector vinden vrouwelijke werknemers maar lastig en kiezen bij gelijke geschiktheid liever voor een man. Die is vaker beschikbaar en hoeft geen zwangerschapsverlof of kinderopvang. Hoewel het nooit zo openlijk wordt benoemd, want dat zou discriminatie zijn, is dat wel de reden waarom vrouwen minder makkelijk aan de bak komen bij commerciële organisaties’.

Formeel zijn de regelingen voor vrouwelijke werknemers de afgelopen tien jaar sterk verbeterd. Waar zwangerschapsverlof voorheen slechts een maand tot hooguit anderhalve maand was, is dat tegenwoordig drie maanden. Er zijn weinig bedrijven die zich hier aan houden. Dat geldt ook voor de voorzieningen in kinderopvang. Zodra een organisatie twintig of meer vrouwen in dienst heeft, is het verplicht kinderopvang te bieden. ‘Voor veel bedrijven is dat reden om het aantal vrouwelijke werknemers onder de twintig te houden’, aldus Reem. ‘Ook met vakantiedagen sjoemelt men dikwijls in de private sector. Onder meer door het verstrekken van tijdelijke contracten. Werknemers worden voor de vakantie ontslagen en daarna weer aangenomen, waardoor ze hun vakantie uit eigen zak betalen’. Weinig vrouwen spreken hun werkgever tegen of beroepen zich op hun rechten. De meesten accepteren de situatie een tijdje en stoppen met werken zodra ze trouwen en kinderen krijgen.

Eigen bedrijf
‘Ondernemerschap kom je hier bij weinig vrouwen tegen’, zegt Reem. ‘Slechts 5% van de bedrijven in Jordanië heeft een vrouwelijke eigenaar. Dit zijn overwegend hele kleine organisaties met minder dan vijf werknemers. De overige 95% commerciële bedrijven zijn in handen van mannen’. Jordanië telt relatief weinig grote bedrijven. Daarentegen zorgt het midden- en kleinbedrijf voor 50% van het bruto nationaal inkomen en voor 70% van de werkgelegenheid.

‘Hoewel veel vrouwen tegenwoordig hoog opgeleid zijn, hebben ze geen idee hoe een eigen onderneming op te zetten en te draaien’, stelt Reem. Om daar verandering in te brengen, startte het forum in 1997 een pilot met zogenaamde ‘incubators’. Deze incubators zijn bedrijfskundigen, die starters begeleiden bij het opzetten van een eigen bedrijf. Ze zorgen dat de startende ondernemer aan alle wettelijke regels en verplichtingen voldoet, helpen bij het doen van marktonderzoek en het schrijven van een bedrijfsplan. Deze aanpak blijkt succesvol. Van de bedrijven die startten onder supervisie van een incubator, bleek 90% succesvol in het runnen van de eigen zaak. Overigens allemaal kleine bedrijfjes die op microniveau opereren.

Het programma met incubators is sindsdien uitgebreid. Er werken tegenwoordig twaalf incubators in de hoofdstad en acht in Jerash, gelegen in het noorden van Jordanië. In deze noordelijke regio is landbouw de belangrijkste inkomstenbron en de incubators in dit gebied zijn meer toegespitst op het begeleiden van bedrijfjes gericht op landbouwproducten en voedsel. Jerash is ook een toeristische trekpleister vanwege de oude Romeinse stad die er te bezichtigen valt. Het wemelt er van de gidsen. Dat zijn bijna allemaal mannen. Vrouwelijke gidsen kom je in Jordanië maar weinig tegen.
‘Daar ligt inderdaad nog een braak terrein’, bevestigt Reem. ‘Zelf was ik onlangs met vier buitenlandse gasten in Jerash. Ik huurde een gids om ons rond te leiden en van achtergrondinformatie te voorzien. We kregen toevallig een vrouwelijke gids, wat vrij zeldzaam is. Eerlijk gezegd was ze een ramp. Ze zag er onverzorgd uit, rook zelfs onfris. Daarnaast was haar Engels belabberd en was ze heel verlegen. Ze vertelde weinig en wat ze vertelde was niet boeiend. Eerlijk gezegd schaamde ik me tegenover mijn gasten’. Zich professioneel presenteren, is volgens Reem iets wat veel Jordaanse vrouwen slecht af gaat. ‘Velen zijn verlegen en durven geen initiatief te nemen. Dat is echt jammer. Ik ken wel vrouwen die in het toerisme werken en dat uitstekend doen. Vooral in hotels zijn er vrouwen die van aanpakken weten en professioneel te werk gaan’.

Plattelandsvrouwen
Het forum heeft een tweede afdeling die zich richt op meer conventionele vrouwen. Deze doelgroep is laag geschoold of heeft helemaal geen opleiding genoten. Het zijn voornamelijk vrouwen die op het platteland wonen. Reem: ‘In de meer landelijke streken is de situatie heel anders dan in Amman. De hoofdstad loopt ver voor op de rest van het land. Op het platteland spelen tradities een grote rol. In veel dorpen leeft en denkt men nog erg conservatief. Vele stammen in Jordanië houden vast aan ouderwetse ideeën en manieren van leven. Zij willen alles bij het oude laten en zijn tegen elke verandering. In deze regio’s is de omgang tussen mannen en vrouwen aan strikte regels gebonden. Vrouwen zitten het merendeel van de dag thuis en nemen nauwelijks deel aan het openbare leven. De scheiding tussen mannen en vrouwen wordt er ook nauwer genomen. Meisjes mogen bijvoorbeeld niet naar een internetcafé, omdat daar ook mannen komen’.

Om te achterhalen waar deze vrouwen behoefte aan hebben en welke ondersteuning het forum kan bieden, verrichtte het onderzoek onder deze doelgroep. Er bleek vooral vraag te zijn naar thuiswerk. De vrouwen gaven aan dat naaicursussen bruikbaar zouden zijn om kleren voor het eigen gezin te maken en bij te verdienen door deze diensten in de buurt aan te bieden zonder daarvoor de deur uit te hoeven. Tijdens deze cursussen bleek een aanzienlijke groep vrouwen analfabeet. De problemen die dat gaf bij het opnemen van maten en het lezen van patronen boden aanknopingspunt om lees- en schrijfcursussen aan deze vrouwen aan te bieden. ‘Een brede leeftijdscategorie nam hieraan deel. De jongste deelneemster was acht en de oudste negentig jaar’, vertelt Reem. ‘Er bleek ook vraag naar opleidingen voor kapster, schoonheidsspecialiste, computerlessen en in een aantal plaatsen hebben we geholpen met het opzetten van internetcafés voor vrouwen. Het voordeel van deze beroepen is dat het niet in strijd is met de culturele tradities, waarin het openbare leven van mannen en vrouwen strikt gescheiden is, omdat het om diensten gaat die exclusief aan seksegenoten geboden kunnen worden’.

Cultuuromslag
Er is volgens Reem een grote groep Jordaanse vrouwen die graag een bijdrage aan de samenleving wil leveren, maar ook een aanzienlijke categorie die traditioneel denkt en weinig ondernemend is. ‘Een deel van de vrouwen hier is lui. Zij zitten het liefst thuis en laten zich compleet verzorgen door hun man. Dat zit in de cultuur verankerd. Deze vrouwen hebben geleerd dat wanneer zij trouwen en kinderen krijgen de man alle verantwoordelijkheid draagt voor inkomen, onderdak en onderhoud. Om die manier van denken te doorbreken, kost tijd’.
‘Desondanks is er afgelopen tien jaar veel veranderd’, vertelt Reem. ‘Voorheen werd er vanuit regeringen weinig ondernomen om de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt te versterken. De vorige minister president was de eerste die maatschappelijke participatie van vrouwen echt serieus nam. Hij nodigde diverse vertegenwoordigers uit van instellingen die zich bezighouden met vrouwenkwesties en empowerment van vrouwen om zich te laten informeren over de stand van zaken. Sindsdien zijn er regelmatig bijeenkomsten met hoogwaardigheidsbekleders vanuit de regering. In een van de laatste bijeenkomsten kwam bijvoorbeeld het dilemma aan bod dat vrouwen in de private sector minder betaald krijgen dan mannelijke collega’s die hetzelfde werk doen. Door dit soort zaken op hoog niveau aan te kaarten, kunnen er maatregelen ontwikkeld worden om deze knelpunten op te lossen.’

Al zijn er steeds meer vrouwen op strategische posities te vinden en zijn vrouwelijke professionals in allerhande branches werkzaam, er valt nog steeds veel te verbeteren in de maatschappelijke participatie van vrouwen in Jordanië. Deels door een cultuuromslag bij de vrouwen zelf, waarbij zij zich minder afhankelijk opstellen en bereid zijn zelf verantwoordelijkheid op zich te nemen. Deels via regelgeving en de handhaving daarvan. ‘In Jordanië wordt niets gedaan om ondernemerschap te stimuleren, laat staan te begeleiden en te faciliteren. Dat is echt een hiaat’, vindt Reem. Om de achterban te ondersteunen, onderlinge uitwisseling te bevorderen en knelpunten te signaleren, organiseert het forum sinds 2007 jaarlijks een conferentie voor zakenvrouwen en vrouwelijke professionals. Deelnemers worden via campagnes en directe benadering geworven. Afgelopen jaren namen honderdtwintig vrouwen deel. ‘Het is een hele klus om deze doelgroep in kaart te brengen’, vertelt Reem. ‘Een deel achterhalen we via gegevens van de overheid, maar daar zit nogal wat ruis in. Vooral als het gaat om vrouwen met eigen bedrijven. In de praktijk blijken bedrijven die op naam van een vrouw staan dikwijls eigendom van hun broer, man of ander familielid te zijn’.

Koningin Rania heeft zich als beschermvrouwe van de conferentie opgeworpen. Reem is niet onverdeeld enthousiast over haar rol. ‘Het probleem met koning Rania is dat ze zich aan teveel projecten verbindt, waardoor haar betrokkenheid erg beperkt is. Heel anders is dat met prinses Basma, de zus van wijlen koning Hussein. Voor haar heb ik grote bewondering. Zij maakt zich al meer dan twintig jaar hard voor vrouwenemancipatie en weet achter de schermen draagvlak te creëren voor zaken die vrouwen aangaan. Haar betrokkenheid komt echt uit haar hart’. Lange adem is eveneens wat Reem zichzelf voor houdt. ‘Snel gaat het niet en het zal nog veel tijd vergen voordat het merendeel van de vrouwen daadwerkelijk gelijkwaardig participeren in de Jordaanse samenleving, maar we doen het niet slecht. Vergeleken met andere Arabische landen lopen we flink voor. Het gaat bovenal om een cultuuromslag en dat kan alleen maar in kleine stapjes’.

Deel 1: Jordanië wil geen revolutie maar hervorming

Deel 2:  De eerste vrouwenbeweging in de Arabische wereld

Deel 3: Vrouwelijke pionier in de journalistiek in Jordanië

Nienke Dijkstra

Nienke Dijkstra

Nienke Dijkstra (1964) werkte na haar studie Kunst- en Cultuurwetenschappen enkele jaren bij de faculteit der Historische en Kunstwetenschappen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en was daarna tien jaar opleidingscoördinator en hogeschooldocent Communicatie. Sinds kort is ze werkzaam als reisleidster. Afgelopen voorjaar verbleef ze drie maanden in Jordanië. In die periode runde ze een hostel in Amman en interviewde drie vrouwen die Ngo's op het gebied van vrouwenrechten en -emancipatie leiden. Vanaf de jaren negentig heeft Nienke als freelancer in de Haagse Courant, Friesch Dagblad en diverse tijdschriften gepubliceerd. Onlangs verscheen een bijdrage van haar in de bundel 'Van het erf af', waarin tien boerendochters terugblikken op hun jeugd en beschrijven hoe het opgroeien op een boerderij hen heeft gevormd. Momenteel werkt Nienke aan een boek over haar recente reis- en werkervaringen in Jordanië, Sinaï en Israël.

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.