🇳🇱 NederlandsFood for thoughtPoliticsTolerance

Willem Schinkel over de invloed van Pim Fortuyn op de Rotterdamse en de Nederlandse politiek.

By Monday 11 April 2022 No Comments

Zonder echt linkse politicus groeit de kans op een volksopstand
Willem Schinkel over de invloed van Pim Fortuyn op de Rotterdamse en de Nederlandse politiek.

By: Geert Maarse

Sinds de stormachtige opkomst van Pim Fortuyn twintig jaar geleden, lijkt de Nederlander het vertrouwen in de politiek kwijt. Wat is er gebeurd? Hoogleraar Sociale theorie Willem Schinkel: “Mensen voelen zich genaaid. En daar hebben ze gelijk in.”

“Niet echt. Rotterdam heeft altijd een lage opkomst. Een eerste verklaring voor deze bijzonder lage opkomst is dat de rijksoverheid heel veel taken heeft gedecentraliseerd naar de gemeentes. De gemeente moet meer, met minder geld. Dan kun je het per definitie niet goed doen.”

De opkomst van de gemeenteraadsverkiezingen was historisch laag. In Rotterdam ging slechts 39 procent stemmen. Heeft dat jou verbaasd?

‘We hebben een college van burgemeester en wethouders dat het prima vindt als vreedzame demonstranten door de politie in elkaar gerost worden’

“Ten tweede is het, als je kijkt naar het woonbeleid van de afgelopen jaren, niet raar dat er wijken in Rotterdam-Zuid zijn waar maar 19 procent van de mensen is gaan stemmen. We hebben een burgemeester die zegt dat mensen maar op moeten rotten als ze het hier niet leuk vinden. We hebben een college van burgemeester en wethouders dat het prima vindt als vreedzame demonstranten, bij een protest tegen het woonbeleid, door de politie in elkaar gerost worden. En we hebben een gemeente die tienduizenden woningen weghaalt. Wéghaalt. Terwijl sprake is van een historische krapte. Mensen voelen zich genaaid en daar hebben ze gelijk in.”

Je zou ook kunnen zeggen: dan ga je stemmen op een partij die een flinke ruk aan het stuur wil geven. Dat is niet gebeurd.

“Nee. Nieuw is wel de entree van Volt en Bij1, met allebei twee zetels. Met name die tweede partij (waaraan Schinkel verbonden is, red.) heeft een programma dat potentieel interessant is voor de grote groep mensen die nu niet is gaan stemmen. Maar ook deze partij zal zich moeten bewijzen.”

Twintig jaar geleden lukte het Pim Fortuyn wel om mensen naar de stembus te krijgen. Wat gebeurde daar?

“Dat zou ik wel iets willen nuanceren. Ik denk dat heel veel mensen die nu niet hebben gestemd, helemaal niet werden aangesproken door Fortuyn. Rotterdam is voor het grootste deel niet-wit. En de niet-witte Rotterdammers werden helemaal niet door hem aangesproken, die werden racistisch bejegend. Mensen zeggen vaak: Fortuyn wist de mensen te bereiken. Maar wat we eigenlijk bedoelen is: hij wist een stem te geven aan een specifieke groep witte mensen die teleurgesteld was in de zittende politiek en een racistisch alternatief aantrekkelijk vond.”

Er waren destijds toch ook mensen met een migratieachtergrond die op Fortuyn stemden?

“Jazeker. Net als er mensen uit de bijstand op hem stemden, terwijl Fortuyn voor afschaffing van de bijstand was. Maar ik denk dat het wel duidelijk is dat het overwegend witte mensen waren.”

Sinds Fortuyn zijn we in Nederland geobsedeerd door de kloof tussen politiek en burger. Hoe kreeg hij dat voor elkaar?

“In het denken over politiek wordt vaak gedaan alsof mensen allemaal vakjes in hun hoofd hebben met meningen, en dat een politicus die moet zien te representeren. Maar wij weten de helft van de tijd helemaal niet wat we vinden. Politiek is een affectief gebeuren. Er is wat filosofen de performatieve dimensie van politiek noemen. Fortuyn creëerde iets nieuws. Daarom had niemand hem zien aankomen. Wat we van Fortuyn kunnen leren is dat hij niet groot werd door te zeggen wat mensen al voelden of dachten. Het is andersom: hij zei dingen op zo’n manier dat mensen het vervolgens gingen vinden.

“Aan het begin van deze eeuw was de politiek volledig gedepolitiseerd. Alle strijd was eruit. Het was puur technocratisch management, het ging om een paar procentpuntjes meer of minder. Wat Fortuyn ‘de puinhopen van paars’ noemde, waren vooral ideologische puinhopen. Het verschil dat hij bracht was overigens vooral esthetisch. Inhoudelijk leek zijn beleid erg op dat van andere partijen. Neem de racistische Rotterdamwet bijvoorbeeld. Al in de jaren zeventig had Rotterdam het beleid – van de PvdA destijds – dat er niet te veel Surinamers in een wijk mochten wonen. Die moesten verdeeld. Maar Fortuyn bracht het op een totaal andere manier.”

Is het logisch dat onze populistische politici – Fortuyn met z’n dandyeske pak, Wilders met z’n aristocratische kuif, Baudet een kakker die op een piano gaat liggen – helemaal geen volkse types zijn?

“Ja. Populisten – of fascisten, zoals ik ze tegenwoordig liever noem – drijven voor een groot deel op hun stijl en charisma.”

Je gebruikt de term fascisme vrij makkelijk, ook in je boek Theorie van de Kraal. Ik moet dan toch vooral denken aan dictators als Hitler en Mussolini die het volk ophitsen om de wapens op te pakken.

“In de definitie van Walter Benjamin zijn fascisten mensen die ‘het volk’ op een racialiserende manier mobiliseren zonder daarbij de productieverhoudingen te willen veranderen, dus zonder iets te doen aan het kapitalisme dat dat volk uitbuit. Arbeiders worden gemobiliseerd, niet vanuit een socialistisch ideaal, maar vanuit een nationaalsocialistisch ideaal.

“In westerse landen heeft het grootkapitaal in de twintigste eeuw een impliciete deal gesloten met witte arbeiders. Arbeiders krijgen af en toe een kruimel toegeworpen, zolang ze maar niet in opstand komen. En als ze in opstand willen komen, dan wordt ze wijsgemaakt dat het gevaar van buiten komt. Van migranten, of mensen van kleur. Zodoende zijn witte arbeiders in de praktijk liever solidair met het grootkapitaal dat hen uitbuit, dan met arbeiders die toevallig ergens anders geboren zijn, of nog niet zo lang in dit geprivilegieerde stukje Europa wonen. En dat is misschien geen gewapende strijd, zoals bij Hitler. Maar op de Middellandse Zee voeren we net zo goed een politiek van de dood om witheid te verdedigen, en zo kapitalisme buiten schot te houden. Daar verdrinken jaarlijks duizenden mensen. In Libië houden we met EU-geld slavernij in stand. Er kleeft bloed aan onze handen. En dat is bewust beleid.”

Zijn de PVV en Forum voor Democratie fascistisch?

“Of Baudet nou een fascist is of niet, vind ik niet zo interessant. Maar het is goed om te signaleren dat dit soort partijen niets doet aan de toenemende uitbuiting, aan de groeiende vermogenskloof, aan het feit dat de lonen niet meestijgen met de productiviteit. Maar ze geven witte mensen wel het gevoel dat ze superieur zijn, dat ze meer rechten hebben dan mensen die pas recent in dit land wonen. Er wordt ze voorgehouden dat ze zo kunnen blijven leven. En daarin zijn deze partijen overigens niet fundamenteel anders dan de VVD, het CDA, de SP of GroenLinks.”

Nederland heeft sinds de plotselinge verkiezing van Pim Fortuyn een ruk naar rechts gemaakt, klinkt het vaak. Hoe komt dat?

“De vrees voor ‘de volgende Fortuyn’ heeft de politiek carte blanche gegeven voor een steeds openlijker racistisch discours. In die zin is Fortuyn een door het systeem zelf opgetuigde breuk. Het idee is: we moeten de dingen wel bij de naam noemen, anders krijgen we de mensen achter ons aan. Dat heeft een open horizon op rechts gecreëerd. Wilders was al iets rechtser dan Fortuyn. Baudet gaat nu nog iets verder. En alle partijen zijn meegeschoven, tot GroenLinks en de SP aan toe. Links is hierdoor totaal gedecimeerd. In de Tweede Kamer heeft links, als je ruimhartig telt, dus inclusief de PvdA, nog dertig van de 150 zetels. En dat hebben de betreffende partijen voor een groot deel aan zichzelf te danken.”

Had Nederland er anders bijgelegen als Fortuyn er niet geweest was?

“Het had denk ik niet veel uitgemaakt. Dan was er wel iemand anders gekomen. Er waren talloze mensen die voor Fortuyn al min of meer hetzelfde zeiden, bijvoorbeeld over de incompatibiliteit van de liberale democratie met de islam. Frits Bolkestein, Paul Scheffer, zelfs Paul Schnabel. En daarna ook weer. Overal in Europa hebben voormalige arbeiderspartijen de ruk naar rechts gemaakt. Mitterrand in Frankrijk, Schröder in Duitsland, Blair in Engeland – allemaal meegegaan in de neoliberale golf van de jaren tachtig en negentig.”

Sander Schimmelpenninck maakte voor de VPRO een zeer positief ontvangen serie over de kloof tussen arm en rijk in Nederland. Daarin zegt Schimmelpenninck, zelf onderdeel van de vermogende klasse, dat zijn motivatie voor het maken van de serie deels is, dat hij bang is dat de armen het op een gegeven moment niet langer pikken, dat ‘de pleuris’ uitbreekt.

“Hartstikke goed. Als dat soort lui bang wordt dat we het komen halen, hebben we ze waar we ze moeten hebben. Want natuurlijk komen we het halen, one day. Het is namelijk allemaal van ons. Alles wat de rijken hebben afgeroomd, al dat kapitaal wat maar tot meer en meer kapitaal heeft geleid. Waar komt die winst vandaan? Van ons. Iedereen die in loondienst werkt, wordt uitgebuit. Dus natuurlijk komen we het halen.”

Er is de afgelopen jaren veel gepleit voor een populist op links. Zou een linkse Pim Fortuyn de oplossing zijn?

“Uiteindelijk is het in niemands belang dat we zo doorgaan. Dat geldt voor racisme en uitsluiting, dat geldt voor het klimaat. Kijk, veel mensen denken dat ze kunnen behouden wat ze hebben door op Forum voor Democratie te stemmen. Maar dat is een illusie. At the end of the day gaat alles verloren. De hele aarde gaat kapot. En als we iets hebben geleerd, is het dat kapitalisten nergens stoppen. Niet uit zichzelf. We hebben een werkelijk linkse partij nodig die dat op een uitnodigende manier duidelijk maakt. En dat hebben we in Nederland nog niet geprobeerd hè. Dus wat mij betreft is er hoop.”

Pim Fortuyn was enige tijd hoogleraar in Rotterdam, maar de Erasmus Universiteit leverde ook daarvoor en daarna busladingen rechtse politici af, van Neelie Kroes tot Joost Eerdmans. In hoeverre is jouw werkgever onderdeel van het probleem?

“Dat geldt voor de universiteit in het algemeen. Van de Leidse rechtenfaculteit is bekend dat die een grote rol speelt bij de productie van nationale elites. De Erasmus Universiteit heeft een hele corporate signatuur. Hier worden de volgende generaties kapitalistische bestuurders opgeleid.

“Ik zeg weleens: de universiteit sproeit stropdasmannetjes de wereld in. Dat zijn niet altijd mannetjes, en ze hebben ook niet altijd een stropdas, maar het zijn de poppetjes die bestaande orde bewaken. Universiteiten moeten dus vooral niet te veel pretenties hebben. Dat gezwets over het ‘oplossen’ van de grote problemen van deze tijd. We hebben die problemen mede gecreëerd. Als we geen mensen hadden gehad die de atoombom hadden gemaakt, zag de wereld er heel anders uit. Maar universiteiten zijn meer dan dat, het zijn nog steeds plaatsen waar andere manieren om te leven verbeeld kunnen worden, waar ook nog buiten de orde gedacht kan worden.”

Willem Schinkel is hoogleraar Sociale theorie aan de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences. Hij is auteur van onder meer De Gedroomde Samenleving (2008), De nieuwe democratie (2012) en samen met Rogier van Reekum Theorie van de Kraal: Kapitaal, Ras, Fascisme (2019). Daarnaast schrijft hij regelmatig over Rotterdamse thema’s, zoals afgelopen jaar over de Coolsingelrellen en de uit de hand gelopen woonopstand.

Source: erasmusmagazine