IslamMiddle East

Iran

By Thursday 20 March 2003 No Comments

Onlangs liep ik, na jaren, weer door de straten van Teheran. In een zachte wintermaand, nog natranspirerend van het weerzien met vrienden en familie, waarbij we onze handen beurs klapten van vreugde. Op straat vibreert de ongetemde passie van de jeugd. In parken, rond de vele koffieshops, in taxi’s, op huisgefabriceerde dansvloeren die uitdagender zijn dan Paradiso in Amsterdam: grote aantallen jongens en meisjes zoeken hun weg in een liturgische drukte. Blikken worden gestolen, ogen geloken, wat het spel van oogcontact juist aanmoedigt.
Iran

Onlangs liep ik, na jaren, weer door de straten van Teheran. In een zachte wintermaand, nog natranspirerend van het weerzien met vrienden en familie, waarbij we onze handen beurs klapten van vreugde. Op straat vibreert de ongetemde passie van de jeugd. In parken, rond de vele koffieshops, in taxi’s, op huisgefabriceerde dansvloeren die uitdagender zijn dan Paradiso in Amsterdam: grote aantallen jongens en meisjes zoeken hun weg in een liturgische drukte. Blikken worden gestolen, ogen geloken, wat het spel van oogcontact juist aanmoedigt.

Hoe ironisch: in een land dat seksuele apartheid propageert laat het publieke leven een bijna tegenovergestelde morele code zien. In de straten lopen paartjes van verschillende komaf, sociaal of religieus, zonder schaamte hand in hand. Je vraagt je af of de afscheiding van het vrouwelijke achter de dunne stof van de sluier nu bedoeld was om de passie te onderdrukken of juist om die te stimuleren…

De komst van premier Khatami, zeven jaar geleden, bracht niet de vrijheid waarop velen hoopten, maar een verwarrende mix tussen gevaar en onderdrukte passie. Niemand is immuun voor de alomtegenwoordigheid van het belachelijke en het onjuiste. Verhalen over de vrijheid in het buitenland behoren tot het dagelijks ritueel. De afname van de religieuze terreur zijn voor de meeste Iraniërs niet voldoende: de botsingen tussen vooruitstrevende en traditionele opvattingen blijven in volle hevigheid doorgaan. Deze felheid is het gedeelde lot van de Iraanse jeugd. Gevoed door sterke potenties en door de wens te verkrijgen wat ze in de afgelopen twee decennia niet kon bereiken. Het regime, niet in staat tot effectieve controle, is verworden tot een onberekenbare ziekte, belust op het bloed van willekeurige ongelukkigen. Maar het is een creatuur die slechts in staat blijkt hier en daar paniek te zaaien.

De Iraanse jeugd heeft het klappen van de zweep geleerd. Men weet hoe serieus men de morele kruistocht moet nemen. De jeugdige Iraniër weet dat het niet veilig is in de straten van Teheran, maar de dreiging is veel minder dan zeven jaar geleden. De hoedanigheid van het gevaar is echter veranderd, niet de aanwezigheid. De minnaar van de straten van Teheran leeft overigens al eeuwen met het gevaar van ontdekking. Er was altijd het gevaar van het nachtelijk toortslicht van de inquisitie en morele verkrachting. Nachten in gevangenissen, mogelijk vanwege een liefdevolle omhelzing of een dronkenschap, maar ook wegens het vasthouden van elkaars handen of zelfs het delen van één ruimte.

Vrijdag 20 februari 2004 werd een nieuw parlement gekozen door deze jeugd. Althans, als ze gingen stemmen. Sinds de parlementaire krachtmeting van februari 2000 blijft de democratische procesgang smal en is de mogelijkheid om de regering ter verantwoording te roepen gering gebleven. Het resultaat is dat de hervormersbeweging, ontsproten uit de frustraties van de Iraanse jeugd, nu zelf gefrustreerd raakt. Er gaapt een wijd gat tussen de verlamde politieke elites enerzijds (vooruitstrevend en conservatief) en de wensen van gewone burgers. De mensen zijn de inactiviteit van de hervormers beu en de strijd tussen de twee kampen lijkt in een onontkoombare impasse te zijn geraakt. Maar de levenshouding en het ongehoorzame gedrag van de Iraanse jeugd blijft een permanente publieke demonstratie voor politieke, economische en sociale hervormingen.

Ondanks de sterke arm van het religieuze recht is de Iraanse civiele maatschappij doortrokken van democratische waarden als tolerantie en gematigdheid. En blijft de wens bestaan om tegenstellingen niet met geweld of terreur te beslechten, maar door de erkenning en de representatie van verschillende maatschappelijke belangen. Maar de macht van Khatami’s hervormingsprogramma wordt keer op keer gebroken door zijn conservatieve vijanden, belichaamd in de Raad van Hoeders die tot taak hebben nieuwe maatregelen te toetsen aan het islamitische recht. Het gat tussen de beide partijen is een kloof geworden tussen continenten. Bijna 70% van de bevolking van Iran (67 miljoen) en meer dan 50% van het electoraat (de stemgerechtigde leeftijd is 16) is jonger dan 30. En ondanks de seksescheiding in bussen, het buitenshuis dragen van de sluier en andere kunstmatige tekenen van de islamitische dominantie, zijn de jonge generaties in de vele Iraanse steden bijna compleet gede-islamiseerd.

De meest krachtige vooruitstrevende politieke stemmen vindt men onder de studenten. De leider van deze groep, Heshmatollah Tabarzadi (geen geestelijke) maakt zich sterk voor een referendum om de wil van het volk tot uitdrukking te brengen. Deze groep, grotendeels van na 1979, neemt het de vorige generatie kwalijk hen te hebben opgescheept met een intellectueel rigide politiek systeem dat onmachtig blijkt de problemen in Iran werkelijk aan te pakken. Jongeren nemen de vorige generatie kwalijk dat zij ondanks de hervormingen geen betekenisvolle vrijheid kunnen beleven en dat er geen economische zekerheid is. Hun verzet valt op den duur niet te onderdrukken.

Nu belangrijke hervormers van verkiezing zijn uitgesloten, en het progressieve deel van het parlement zich uit protest heeft teruggetrokken, is het volgende scenario het meest waarschijnlijke. Na de verkiezingen wordt een eenzijdig conservatief parlement gevormd. Dit zal grote consequentie hebben voor de regering-Khatami, die zijn laatste maanden beleeft. De hervormers in Khatami’s kabinet zullen niet willen regeren met een uitsluitend door de conservatieve minderheid gekozen parlement. De kans is groot dat zij uit het kabinet stappen, en het regeren dan ook maar overlaten aan de conservatieven.

Een logische zet. Een regering en parlement waarin de meerderheid van de bevolking niet vertegenwoordigd is, stelt zichzelf buiten de werkelijkheid en heeft geen politieke legitimiteit. Daardoor kan een politieke crisis niet uitblijven. De oppositie is gemarginaliseerd, maar vanuit die ‘marge’ zal de roep om een algemeen referendum aanzwellen. Onderwerp: het afbakenen van de rol van religie in de politiek en het openbare leven, en dus het beperken van de hindermacht van de Raad van Hoeders. Tabarzadi’s referendum wordt nu al breed gesteund, zelfs door een aantal vooraanstaande geestelijken. Of het er van komt zal niet alleen afhangen van de toenemende binnenlandse druk, maar ook van krachtige pressie van buitenlandse regeringen.

Wat er vandaag en komende dagen ook gebeurt, Iraanse schrijvers en journalisten zullen zeker stof tot schrijven overhouden. Of hun woorden ook gedrukt kunnen worden, dat is de vraag waar het de komende dagen om draait.

Farhad Golyardi

Farhad Golyardi

Farhad Golyardi is a sociologist, researcher, and editor of Eutopia Institute, a transnational gathering place of thinkers and writers whose research interests include the Middle East, Populism, social movements, and cultural diversity.